Waar blijven de overledenen?

Waar blijven de overledenen?

Waar blijven de overledenen?

Inleiding

Deze studie heb ik geschreven om inzicht te krijgen in de vraag waar “de mensen die ons zijn voorgegaan” nu zijn. Ik ben opgegroeid in een hervormd gezin en hoorde elke zondag de prediking van de voorgangers van wat nu de Hersteld Hervormde Kerk is. Elke week zat ik met vragen in de kerk, vragen die niet werden beantwoord of waarvan de antwoorden voor mij te vaag waren. 

Neem nu het idee dat overledenen direct naar de hemel of naar de hel zouden gaan. Dat begreep ik niet. Hoe konden mensen die vóór de kruisiging van Jezus leefden geoordeeld worden? Jezus was toen nog niet gestorven aan het kruis. Hun zonden konden dus nog niet op Hem gelegd zijn.

Wat ik ook moeilijk vond, was dat er werd gesproken over een opstanding van de doden, terwijl men tegelijk geloofde dat deze mensen al in de hemel waren. Waarom zouden zij dan opnieuw opstaan? En dan de misdadiger aan het kruis. Hij zou volgens sommigen direct met Jezus naar de hemel zijn gegaan. Maar Jezus zegt zelf in Johannes 20:17:
"Jezus zei tegen haar: 'Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgevaren naar Mijn Vader, maar ga naar Mijn broeders en zeg tegen hen: Ik vaar op naar Mijn Vader en uw Vader, en naar Mijn God en uw God."

Deze uitspraak geeft aan dat Jezus op dat moment, direct na Zijn opstanding, nog niet naar de hemel was opgevaren. De daadwerkelijke hemelvaart vond veertig dagen later plaats, zie Handelingen 1:9-11, de hemelvaart. Dus hoe kon de misdadiger dan meteen met Jezus in de hemel zijn? Verderop in deze studie kom ik op deze tekst terug. Voor de lezers die dieper op de Bijbel ingaan: Jezus. is vóór de hemelvaart van Handelingen 1:9 al als beweegoffer bij Zijn Vader geweest, misschien komt dat eens in een andere studie.

 

De mens als levend wezen

Als je de bijbel onderzoekt waar de doden zijn, dan is de bijbel er heel duidelijk over. De doden “slapen” rusten in het graf. Ze zijn niet in de hemel of de hel, zwerven niet rond op de aarde of wachten in een vagevuur. Ben je het helemaal niet mij mij eens, krullen je tenen al op? Lees dan zeker verder. GOD maakte de eerste mens, Adam. Adam werd geformeerd uit het stof van de aarde. Het kan ook zijn het fijn zand is. In iedergeval. God boetseerde de mens.

Genesis 2:7 "Toen vormde de HEERE God de mens uit het stof van de aardbodem,…”

Er was geen leven in de mens, hij was stof of fijn zand. Hij stond niet op. Het was stof wat op de aarde lag.

Dan lezen we in Genesis 2:7: ... en blies de levensadem (rûach) in zijn neusgaten,”

Het Hebreeuwse woord voor ‘geest’ is rûach, wat ook adem, wind of geestkracht betekent. God blies de levensadem in de mens Genesis 2:7: “… zo werd de mens tot een levende ziel."  Nu lezen we dat zodra de levensadem van God aan de het stof (de mens) gegeven is, dat de mens een levend wezen wordt. Dus zolang God Zijn levensadem niet aan het stof (de mens) geeft, is er geen leven. Andersom, als God Zijn levensadem wegneemt, is de mens geen levend wezen meer, maar stof. De tekst in Genesis 3:19 maakt het nog even heel duidelijk.

"In het zweet van uw gezicht zult u brood eten, totdat u terugkeert naar de aardbodem, omdat u daaruit genomen bent. Want stof bent u, en u zult tot stof terugkeren."

God belooft niet dat de mens vanaf dat moment eeuwig zal leven. Hij zegt dat de mens zal terugkeren tot het stof waaruit het genomen is.

Prediker 9:10

“Alles wat je hand vindt om te doen, doe dat met volle inzet. Want er is geen werk, geen overleg, geen kennis en geen wijsheid in het graf, waar je naartoe gaat.”

Prediker 12:7

"...en het stof terugkeert naar de aarde zoals het geweest is, en de geest terugkeert tot God, Die hem gegeven heeft."

Psalm 146:4

"Zijn geest gaat uit, hij (het stof) keert terug naar zijn aardbodem, op die dag vergaan zijn plannen."

Hier wordt het nog eens heel duidelijk gemaakt. De geest gaat uit de mens en de mens keert terug tot stof “…naar zijn aardbodem”. De mens keert terug naar de aarde, waar we uit voortkomen, het stof (of fijn zand).

 

Alleen de levenden kunnen GOD lofprijzen

De Bijbel is duidelijk, de doden prijzen GOD niet en hebben geen deel meer aan het leven op aarde. Ook hun levensgeest gaat niet naar de hemel. De levensgeest/zielen van de doden zijn niet in de hemel aan het lofprijzen. Zij slapen, wachten op de dag van de opstanding.

Daniël 12:2:

"Velen van hen die slapen in het stof van de aarde zullen ontwaken, sommigen tot eeuwig leven, en sommigen tot smaad, tot eeuwig afgrijzen."

Prediker 9:5-6:

"Want de levenden weten dat zij sterven zullen, maar de doden weten helemaal niets. Er is geen beloning meer voor hen, want de herinnering aan hen is vergeten. Ook hun liefde, ook hun haat, ook hun ijver is allang vergaan. Zij hebben voor eeuwig* geen deel meer aan alles wat onder de zon gebeurt."

*(eeuwig, tot de bazuin zal klinken en de doden opgewekt worden)

Jesaja 38:18-19:

"Want het graf zal U niet loven, de dood zal U niet prijzen. Wie in de kuil neerdalen, hopen niet op Uw trouw. De levende, de levende, die zal U loven zoals ik heden doe."

Psalm 6:6:

"Want in de dood is er geen gedachtenis aan U, wie zal U loven in het graf?"

Als mensen dood zijn, zullen ze geen gedachten aan GOD hebben, dat zou niet kunnen als ze in de hemel zijn.

Psalm 30:10 (vers 9 in sommige vertalingen)

“Wat voor nut is er in mijn bloed, als ik afdaal in het graf? Zal het stof U loven, zal het Uw trouw verkondigen?”

Psalm 115:17:

"De doden zullen de HEERE niet loven, evenmin wie in de stilte neerdalen."

Psalm 146:3-4:

"Vertrouwt niet op prinsen, op een mensenkind bij wie geen heil is. Zijn geest gaat uit, hij keert weder tot zijn aarde, te dien dage vergaan zijn plannen."

Jesaja 38:18-19 (de lofzang van Hizkia)

“Want het graf zal U niet loven, de dood zal U niet roemen; wie in de groeve neerdaalt, zal op Uw waarheid niet hopen. De levende, de levende, die zal U loven, zoals ik vandaag doe.”

Alle teksten vertellen hetzelfde, alleen de levende mensen zullen lofprijzen, de dode mensen weten niets. Ze wachten in de aarde. 

 

Het graf van David

Petrus bevestigt dat David gestorven en begraven is, en dat zijn graf nog steeds aanwezig is. Dit geeft aan dat hij nog niet is opgestaan.

Handelingen 2:29:

"Mannenbroeders, het is mij toegestaan vrijuit tot u te spreken over de aartsvader David, hij is gestorven en begraven, en zijn graf is bij ons tot op deze dag." Jezus zelf, noemt de dood een slaap

Johannes 11:11-14 

“Onze vriend Lazarus is ingeslapen, maar Ik ga naar hem toe om hem wakker te maken.” ... “Toen zei Jezus hun ronduit: Lazarus is gestorven.”

 

God zal zelf neerdalen en de doden doen opstaan

Hier wordt duidelijk gezegd dat de GOD zelf zal neerdalen uit de hemel en de doden zal wekken en zij zullen opstaan. Als de doden al in de hemel zijn, dan zou Hij dat niet hoeven doen, dan kunnen de doden samen met GOD naar de aarde.

1 Tessalonicensen 4:13-16

“Maar wij willen niet dat u onwetend bent over hen die ontslapen zijn, opdat u niet treurt zoals de anderen, die geen hoop hebben.” “...want de Heere Zelf zal neerdalen uit de hemel... en de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan.”

Wie in Jezus gestorven zijn, die zullen opgewekt worden “… bij Zijn komst.”

1 Korinthe 15:20-23

“Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden... zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. Maar ieder in zijn eigen orde: Christus als Eersteling, daarna wie van Christus zijn, bij Zijn komst.”

 

De moordenaar aan het kruis

Lucas 23:34. Over deze tekst bestaat veel verwarring. Jezus zegt tegen de moordenaar dat hij met Hem in het paradijs zal zijn.

Als eerste, Jezus ging na zijn sterven niet naar de hemel, maar in het graf. In Johannes 20:17 zegt Hij immers: "Ik ben nog niet opgevaren naar Mijn Vader." Als tweede, Jezus spreekt over het paradijs, niet over de hemel. Het is een belofte voor de toekomst. Waar het misgegaan is in deze tekst is: de komma op de verkeerde plaats gezet. De Griekse grondtekst kent geen leestekens. Leestekens, zoals komma’s zijn er later aan toegevoegd. Hieronder de tekst twee keer. Één keer met de komma voor heden en één keer de komma na heden. Voor de duidelijkheid heb ik er een dubbele punt van gemaakt.

1. "Voorwaar, Ik zeg u: heden gij zult met Mij in het paradijs zijn."

Hier komt het over of Jezus zegt dat de moordenaar snel met Jezus in het paradijs zal zijn.

Let op: Jezus heeft het niet over de hemel, maar het paradijs.

2. "Voorwaar, Ik zeg u heden: gij zult met Mij in het paradijs zijn."

Hier zegt Jezus , dat hij het nu vertelt, de komma staat na het woord heden.

Vertaald met de woorden die we nu gebruiken, zou er kunnen staan:

1. “Ik verzeker je: vandaag zul jij met Mij in het paradijs zijn.”

Hier zou Jezus dus zeggen dat Hij en de moordenaar vandaag nog in het paradijs zullen zijn.

2. “Ik verzeker je vandaag: jij zult met Mij in het paradijs zijn.”

Hier zegt Jezus ik verzeker je vandaag. Vandaag beloof ik je dat jij met Mij in het paradijs zal zijn. Nog even een duidelijk voorbeeld het belang van een goede plaats waar de komma moet.

a. Schiet niet: rennen! Hier wordt geroepen om niet te schieten maar te rennen.

b. Schiet: niet rennen! Hier wordt geroepen om te schieten en niet te rennen.

Twee dezelfde zinnen en de komma op een andere plaats, geeft een totaal andere actie in de zin.

 

Paulus verlangt er naar om in de hemel te zijn

Filippenzen 1:23

“Ik heb de begeerte om heen te gaan en met Christus te zijn, want dat is verreweg het beste.”

In 2 Timotheus 4 zegt Paulus

1 Ik bezweer u ten overstaan van God en de Heere Jezus Christus, Die de levenden en de doden zal oordelen bij Zijn verschijning en in Zijn Koninkrijk:

Hier zegt Paulus dat, de levenden én de doden geoordeeld zullen worden

6 ´… en het tijdstip van mijn heengaan is aanstaande.” (...) 8. “Verder is voor mij weggelegd de krans van de rechtvaardigheid, die de Heere, de rechtvaardige Rechter, mij op die dag geven zal, en niet alleen mij, maar ook allen die Zijn verschijning hebben liefgekregen.”

Op dien dag, op de dag dat “.. allen die Zijn verschijning hebben liefgekregen.” Paulus verwijst naar de dag dat de doden zullen opstaan. 

18 “En de Heere zal mij bevrijden van alle boze opzet en mij verlossen tot de komst van Zijn hemels Koninkrijk. Hem zij de heerlijkheid tot in alle eeuwigheid. Amen.”

Paulus zal verlost worden van alle boze opzet, tot de komst van het hemels koningkrijk. Paulus zegt hier dat hij verlost zal worden van alle aardse zorgen en pijn. Hij zal rusten tot de wederkomst.

 

Het oordeel komt pas aan het einde

De levenden en de doden worden pas geoordeeld als Jezus terugkomt. Niet eerder. Dus de mensen kunnen nog niet in de hemel zijn, het oordeel heeft nog niet plaatsgevonden.

2 Timotheüs 4:1

"Ik bezweer u ten overstaan van God en de Heere Jezus Christus, Die de levenden en de doden zal oordelen bij Zijn verschijning en in Zijn Koninkrijk..."

Handelingen 10:42

"...dat Hij aangesteld is door God als Rechter over levenden en doden."

1 Petrus 4:5

"Zij zullen rekenschap moeten afleggen aan Hem Die gereedstaat om de levenden en de doden te oordelen."

 

Contact tussen levenden en overledenen

Hoe ontstaat er dan contact met de overleden? Als we begrijpen dat de geest, de levensadem, bij de dood teruggaat naar God, dan weten we ook dat er geen contact meer is met overledenen. Mensen die beweren met doden te spreken, hebben dan ook géén contact met hen. Maar met wie dan wel?

De bijbel zegt in Openbaring 12:9

"En de grote draak werd neergeworpen, de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, die de hele wereld misleidt; hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen."

Natuurlijk, satan en zijn volgelingen, zij misleiden de wereld. Hij doet zich voor als een engel van licht.

2 Korinthe 11:14-15:

"En geen wonder, want de satan zelf doet zich voor als een engel van het licht. Het is dus niets bijzonders als ook zijn dienaars zich voordoen als dienaars van gerechtigheid."

Koning Saul is wanhopig, hij gaat naar een waarzeggende vrouw en zij roept een geest op. Saul vraagt om de geest van Samuel. De vrouw vraag wie ze omhoog! moet laten komen. Ze ziet de geest uit de aarde opkomen. Als Samuel in de hemel zou zijn, waarom komt hij dan uit aarde?

1 Samuël 28:11-13

Toen zei de vrouw: "Wie moet ik voor u omhoog laten komen?" En hij zei: "Laat Samuel voor mij omhoogkomen." Toen de vrouw Samuel zag, schreeuwde zij het uit met luide stem... En de koning zei tegen haar: "Wees niet bevreesd, maar wat ziet u?" En de vrouw zei tegen Saul: "Ik zie een goddelijke verschijning uit de aarde opkomen."

De vrouw was bang, zij schreeuwde het uit, ze zag een goddelijke verschijning. Het zou zeer goed kunnen, zo lees ik dat wel in de tekst, dat de vrouw iets zag wat ze normaal niet zag. Als ze bij elke sessie een goddelijke verschijning zag komen, dan zou ze nu niet bang zijn voor wat ze nu zag. Ook Paulus zegt dat we strijden tegen geestelijke machten. Wij weten dat deze machten er zijn, maar wij zien ze (meestal) niet.

Efeze 6:12:

"Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de machten van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten."

Satan en zijn volgelingen zijn trouwe kerkgangers, zij werken erg hard, ook zij zien dat we in de eindtijd leven. Dus zij zullen hun best doen om nog meer misleiding in de wereld te brengen.

 

De bijbel over mensen die communiceren met geesten

De bijbel is heel duidelijk over het bezoeken van een medium, waarzegster en wat nog meer.

Deuteronomium 18:10-12:

"Onder u mag niemand gevonden worden die waarzeggerij pleegt, die tovenarij bedrijft, die een dodenbezweerder of een waarzegger raadpleegt, of die de doden raadpleegt. Want iedereen die zulke dingen doet, is een gruwel voor de HEERE."

1 Kronieken 10:13-14:

"Zo stierf Saul vanwege zijn ontrouw tegen de HEERE, omdat hij een geest van een dode had geraadpleegd. Hij had de HEERE niet geraadpleegd, daarom doodde Hij hem."

Leviticus 19:31:

"U mag u niet tot dodenbezweerders wenden, en niet naar waarzeggers gaan. Ik ben de HEERE, uw God."

Jesaja 8:19:

"Wanneer zij dan tegen u zullen zeggen: 'Raadpleeg de geesten van doden’, zeg dan: 'Moet een volk zijn God niet raadplegen? Moet men voor de levenden de doden raadplegen?"

We mogen ons hiermee niet inlaten. De machten van de duisternis houden zich hiermee bezig. Het moge duidelijk zijn dat het niet onze geliefden zijn die opgeroepen worden.

 

De grote misleiding van de eindtijd

We leven in de eindtijd. Wanneer mensen zeggen: “Het is altijd al zo geweest,” kijk dan naar het Joodse volk. Eeuwenlang leefden zij verspreid over de aarde, zonder eigen land, en nu keren zij terug naar hun erfdeel. God brengt Zijn volk terug. Ter ondersteuning volgen twee teksten over de misleiding in de eindtijd. Het is belangrijk dat we de Bijbel kennen, zodat we onze ogen gericht houden op Jezus .

Openbaring 16:13-14:

"En ik zag uit de bek van de draak, uit de bek van het beest en uit de mond van de valse profeet drie onreine geesten komen, als kikvorsen. Dit zijn namelijk de geesten van de demonen, die tekenen doen."

Het boek Openbaring gaat ook over de eindtijd. Als wij weten dat er geesten en demonen tekenen doen, dan zijn we gewaarschuwd. De Bijbel zegt zelfs dat de hele wereld deze demonische machten achterna zal gaan.

Openbaring 13:3b-4:

"En de hele aarde ging het beest met verwondering achterna. En zij aanbaden de draak, omdat hij aan het beest macht gegeven had."

 

Onze hoop

Nu weten we dat de doden werkelijk dood zijn, rustend tot het moment waarop de bazuin zal klinken, wanneer Jezus hen roept. Wat een troost: onze geliefden dwalen niet rond. Ze hebben geen verdriet om wat wij hier meemaken. Ze rusten, tot de graven opengaan.

1 Thessalonicenzen 4:13-14:

“Maar wij willen niet, broeders, dat u onwetend bent ten aanzien van hen die ontslapen zijn, opdat u niet verdriet hebt zoals de anderen, die geen hoop hebben. Want als wij geloven dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal ook God op dezelfde wijze hen die ontslapen zijn, door Jezus weer met Hem terugbrengen.”

 

Conclusie

In mijn inleiding heb ik geschreven dat ik niet begreep hoe de mensen geoordeeld konden worden, voordat Jezus aan het kruis gestorven was. We weten nu dat het oordeel nog komen moet en dat de doden “wachten, slapen” in het graf. Tot de bazuin klinkt. Ook de moordenaar of misdadiger aan het kruis, wacht ook op de wederkomt, tot hij opgewekt wordt.

Johannes 11:25

“Ik ben de opstanding en het leven. Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven.”
 

Greetje Jansen