5. Parallel profetieën - Jacob en Ezau

5. Parallel profetieën - Jacob en Ezau

Inleiding

Deze studie behandelt de parallelle profetie over Jakob en Esau al in de moederschoot, die twee volken scheidt. Ze wijst vooruit naar Christus' overwinning op aardse macht en de eindtijdstrijd tussen Gods volk en Babylon.

Jakob en Esau in de moederschoot

Deze parallelle profetie gaat over twee jongetjes die haar ontvangen nog in de baarmoeder. De zwangerschap komt moeizaam tot stand. Rebekka, de moeder van deze tweeling, was aanvankelijk onvruchtbaar. Pas als haar man Isaäk God vraagt in te grijpen, raakt zij zwanger.

Dit is een terugkerend thema bij de aartsvaders Abraham, Isaäk en Jakob. Zij moeten leren dat al het leven van de Schepper God komt, vooral zij in de lijn waaruit de Messias geboren zou worden.

Als Rebekka zwanger is, voelt zij dat er iets ongewoons gaande is. De twee kinderen gaan zo tekeer dat zij God raadpleegt. Hoewel een kind in de baarmoeder soms flink tekeergaat — bij een tweeling dubbel zo erg — moet hier iets bijzonders aan de hand zijn geweest.

In Genesis 25:22 gaat zij heen om de Heere te raadplegen, dus naar iemand die voor haar bij God kan vragen. Zij leven kort na de zondvloed, ongeveer 500 jaar. Sem, aartsvader van de Semieten en oudste zoon van Noach, leeft nog. Abraham betaalde tienden aan Melchizedek, ‘rechtvaardige koning’ en priester van de Schepper God — een beeld van de Messias.

Het is aannemelijk dat Sem, die stierf toen Jakob ongeveer veertien was, voor haar God raadpleegt. De uitkomst is een profetie met lange looptijd. Het begin gaat over de tweeling, maar uiteindelijk over de twee volken die uit hen voortkomen.

Bij de geboorte blijken het twee jongens. Het moet een twee-eiige tweeling zijn geweest; zij zien er totaal anders uit. De één is bedekt met een rode haren mantel — vandaar Esau, ‘rood’. De ander is onbehaard en blijft dat levenslang. Jakob, de jongste, houdt Esaus hiel vast. In de geschiedenis botsen zij als individu en als volk, net als in Rebekka’s buik.

Wie is de sterkste?

Genesis 25:23: “De Heere zeide tot haar: Twee volkeren zijn in uw schoot, en twee natiën zullen zich scheiden uit uw lichaam; de ene natie zal sterker zijn dan de andere, en de oudste zal de jongste dienstbaar zijn.”

Vanaf het begin lijkt de profetie niet uit te komen. De rode Esau lijkt sterker; hij wordt jager, terwijl Jakob bij zijn moeder in de tent zit en op de schapen past.

Hoewel Rebekka en Isaäk hen over de profetie vertelden, trekt niemand zich er iets aan. Jakob ontfutselt Esau het eerstgeboorterecht, maar vlucht later voor hem als Esau hem wil doden.

Twintig jaar later keert Jakob terug en komt Esau hem met vierhonderd soldaten tegemoet. In plaats van op de profetie te vertrouwen, zoekt Jakob in doodsangst Gods bescherming. Waar Esau op soldaten vertrouwt, hoopt Jakob op engelen. Jakobs strijd is bij de Jabbok, waar hij met God worstelt en Israël wordt. Hier kan ieder kind van God zich met Jakob identificeren.

Het houdt niet op

Uit deze twee mannen komen twee volkeren voort, zoals voorzegd. Na vierhonderd jaar in Egypte trekt Israël door de woestijn. Edom, nakomelingen van Esau, zien Gods wonderen maar kiezen confrontatie in plaats van aansluiting bij bloedverwanten.

Zij kiezen een andere god en willen niets met de Schepper God te maken hebben. In de volgende vijftien eeuwen wisselt de sterkste af; de profetie lijkt moeilijk zichtbaar.

De verliezer wint

Zoals in alle Bijbelstudies zoeken wij een Christusgerichte invulling. Kijk naar Jezus’ geboorte, leven en sterven. Jezus komt uit Jakobs lijn via David (Mattheüs 1:1-17). Op dat moment heerst een Edomitische dynastie in Israël.

Herodes krijgt lucht van de geboren Koning uit Jakobs en Davids lijn en wordt doodsbang. Hij beveelt alle jongetjes in Betlehem te doden. God grijpt in; Jezus vindt asiel in Egypte.

De dynastie regeert door. Hier staat Jakobs ware Zaad (Koning der koningen) tegenover Esaus nakomeling. Herodes claimt aardse macht met wapens; Jezus dient en reinigt de tempel. Herodes sterft gruwelijk, Jezus regeert eeuwig. Weinig kennen Herodes; Jezus’ Naam is alom bekend.

Afgelopen?

Na dit Christusgerichte deel lijkt de profetie vervuld. Maar hoewel Jezus roept: “Het is volbracht”, gaat de tijd door. De rol van deze volken is uitgespeeld. Esau zocht politieke macht; Jakob vond rust in God. Esau beeldt de zondaar af die op eigen kracht vertrouwt; Jakob het volk dat heil van de Heer verwacht.

In Openbaring 17 zien wij een vuurrood beest (Esaus kleur) met een vrouw in rood en purper, dronken van heilig bloed. Dit is de eindfase. De ‘dame’ is een hoer, Babylon, moeder der hoeren, die de ware kerk vervolgt.

Openbaring 12:1-4 toont de draak bij Jezus’ geboorte en wederkomst, met de vrouw door hem gedragen — de oude slang, satan. Instituten die vervolgen, behoren tot Babylon.

Piet Westein

P.S.

Wees niet bang: ook roodharige kinderen kunnen behouden worden. Kies heden of wij Edomieten of Israëlieten willen zijn.