Veel christenen zijn geneigd politieke gebeurtenissen te koppelen aan Bijbelprofetie. Dat is niet wat de Bijbel zegt.
Romeinen 11 is geen letterlijke interpretatie die Paulus geeft.
De tekst van Romeinen 11 gaat over geloof, geestelijk herstel en Gods plan, niet over staten of politieke agenda’s.
Er is geen handleiding om het moderne Israël letterlijk te lezen in geopolitieke context.
Paulus en de profeten waarschuwen:
Niet alles wat letterlijk op de letterlijke natie lijkt, is vervulling van profetie. Paulus spreekt in Romeinen 11:25, 26 over het Israël van God en het geestelijke plan van God.
Het gaat over een geheim (mysterion): dat sommige Joden tijdelijk verblind zijn, maar dat er uiteindelijk een overblijfsel tot geloof zal komen.
Wat Paulus níet zegt:
Hij zegt niet dat moderne politieke gebeurtenissen een vervulling van profetie zijn.
Hij zegt niet dat we militaire of geopolitieke situaties moeten interpreteren als tekenen van de eindtijd.
Hij zegt niet dat Israël als natiestaat letterlijk “gezegend of vervloekt” wordt afhankelijk van andere landen.
Gods oordeel of zegen gaat over geloof, trouw en gehoorzaamheid, niet over politieke steun of diplomatie.
De profetieën van het Oude Testament vinden hun vervulling in Christus en het geestelijke Israël; politieke staten zijn slechts tijdelijke instrumenten en mogen niet verward worden met Gods volk.
Het idee dat bijna alle landen tegen Israël staan en dat dit een Bijbelse vervulling is, komt voort uit een letterlijke lezing van symbolische profetieën.
De Bijbel richt zich op het geestelijke Israël, het volk van gelovigen, niet op politieke grenzen of hedendaagse staten.
Jezus zelf herdefinieert Israël
Dit is een keerpunt!
Jezus zegt tegen de leiders:
- “Uw huis wordt aan u overgelaten” Mat. 23:38.
- Hij prijst gelovige heidenen als “groter geloof dan in Israël”.
- Hij zegt: “Ik heb andere schapen…” Joh. 10:16.
En dan komt Zijn schokkende uitspraak:
“Veel zullen komen uit oost en west en aanzitten met Abraham… maar kinderen van het Koninkrijk zullen buitengeworpen worden.”
Mattheüs 8:11, 12
Jezus verlegt de definitie van Israël van etniciteit naar geloof.
Het Joodse volk blijft geliefd door God.
Hij blijft hen roepen, dat zij welkom zijn in het geestelijke Israël.
Het evangelie gaat óók tot hen, met vreugde.
Maar de profetische rol is overgegaan op de gemeente (geestelijk Israël).
De moderne staat Israël is niet de vervulling van OT-profetie.
De eindtijd draait om een wereldwijd overblijfsel, niet om een natie.
We mogen het Joodse volk liefhebben, zij zijn de wortel waaruit het evangelie in de wereld kwam.
Maar we hoeven geen geopolitieke scenario’s over hen te bouwen; dat doet de Bijbel niet.
Het ware Israël in de eindtijd is:
- een volk dat Gods geboden bewaart,
- een volk dat het geloof van Jezus heeft,
- een volk dat uit alle landen komt,
waaronder ook vele Joodse broeders en zusters.
Daar mogen wij deel van zijn.
“Hij is een Jood die het in het verborgene is.” Romeinen 2:29
“Er is één kudde en één Herder.” Johannes 10:16

-edit-20251123121505.png)