Je kunt de berg op (Jezus met Mozes en Elia)

Je kunt de berg op

Als Jezus bijna aan het einde is gekomen van Zijn aardse werk, neemt Hij drie discipelen mee een “grote hoge berg” op. Jezus is op dat moment bezig aan Zijn laatste rondgang door Galilea. In het noorden van Galilea ligt een hoge heuvel, de Tabor. Die kennen we uit Richteren 4, waar Barak en Debora, met Gods hulp, bij deze heuvel de vijand verslaan. Jezus kiest drie discipelen uit, dezelfde die Hij ook bij andere gelegenheden apart had genomen om hun dingen te laten zien die voor de anderen nog verborgen bleven.

Waarom juist deze drie uitgekozen worden om getuigen te zijn van Zijn verheerlijking blijft een vraag. Wat we wel weten, is dat zij dat geheim slechts korte tijd moesten bewaren. Na Zijn dood en opstanding mochten – en moesten – zij daarvan getuigen.

Als zij de top van de berg bereiken, verandert Zijn aardse lichaam in een stralende hemelse gestalte. Zelfs Zijn kleding verdwijnt en wordt vervangen door een stralend witte bedekking. De aardse vorm wordt omhuld met een hemelse gerechtigheid. Ditzelfde kleed zullen wij eens dragen wanneer Hij wederkomt op de wolken om ons thuis te halen.

Maar waar bij Jezus de gerechtigheid een eigen en volmaakte gerechtigheid is, zal die van ons altijd een toegerekende zijn. Zoals dat lichtkleed van Jezus altijd aanwezig was, maar op de berg even zichtbaar werd, zo dragen ook wij dat kleed op het moment dat wij ons aan Hem overgeven. De gerechtigheid van Christus is voor ons nu al een realiteit – zij het onzichtbaar – en wordt slechts in het geloof aangenomen.

Soms wordt die hemelse glans even zichtbaar. Denk aan Stefanus, als hij zijn verdedigingsrede houdt. Zijn vijanden zien zijn gezicht veranderen, het wordt als dat van een engel. Dan is er even iets te zien van de heerlijkheid die de gelovigen te wachten staat. Ook bij Mozes gebeurde dit: als hij op de berg bij God is geweest, straalt de heerlijkheid van God op zijn gezicht. Niet omdat Mozes heilig was, maar omdat hij met heilige zaken bezig was.

Tweemaal Elia

En er verschenen Hem Mozes en Elia. Juist deze twee mensen weten we uit de Bijbel in de hemel te zijn. Elia werd levend opgenomen en heeft de dood niet gezien. Mozes is wél gestorven, maar volgens de brief van Judas is hij door Michaël (Jezus) opgewekt. Deze twee vertegenwoordigen de twee groepen die bij de wederkomst van Jezus Hem tegemoet zullen gaan in de lucht.

Mozes vertegenwoordigt hen die gestorven zijn en bij de wederkomst worden opgewekt. Elia is een beeld van de gelovigen die nog leven bij Zijn wederkomst – zij zullen in een oogwenk veranderd worden, van sterfelijk naar onsterfelijk.

Mozes en Elia vertegenwoordigen ook twee manieren waarop God zich met de mens bemoeit. Via Mozes gaf God Zijn wet aan Zijn volk. In Elia zien we de waarschuwingen van de profeten. Zij zijn ook de twee getuigen uit Openbaring 11. In Marcus 9 staat dat deze twee met Jezus spraken. Wat zij zeiden weten we niet, maar gezien de timing – vlak voor Zijn lijden en sterven – lijkt het logisch dat dát het onderwerp was.

Mozes en Elia lieten Jezus zien dat ieder die naar Gods wetten leeft (Mozes), en ieder die naar Zijn profeten luistert (Elia), verlost zal worden van de eeuwige dood door Zijn dood en opstanding. Die bemoediging droeg Hem door de komende dagen heen.

Drie tenten?

Zoals gewoonlijk kon Petrus zijn mond niet houden. Hij bood aan om op de berg drie tenten te bouwen – één voor Jezus, en ook voor Mozes en Elia. Letterlijk staat er: drie tabernakels, verwijzend naar de tabernakel in de woestijn. Volgens Petrus moesten hemelse verschijningsvormen blijkbaar in een tent wonen. Hij dacht waarschijnlijk dat het Koninkrijk van God al gekomen was, en dat deze drie zouden regeren op aarde. Dat hij hiermee Mozes en Elia op hetzelfde niveau als God plaatste, had hij nog niet door. Hij had nog veel te leren.

De wolk

Daarna verscheen er een wolk die hen overschaduwde. Uit de wolk klonk de stem van God: “Deze is Mijn Zoon, de Geliefde, luister naar Hem.”

Hoewel wij allen zonen en dochters van God zijn, is dat op een totaal ander niveau dan bij Jezus. Wij zijn aangenomen kinderen; Hij is vanaf Zijn conceptie Zoon van God én Zoon van mensen.

Hoe moeten we “hoort naar Hem” verstaan? Is het voldoende om Zijn woorden te horen? Of moeten we, zoals de Israëlieten in de woestijn, ons leven lang onder de wolkkolom van God leven en ons laten leiden door Zijn richting?

Tweemaal Elia

In het laatste vers van het Oude Testament staat: “Zie, Ik zend u de profeet Elia, voordat die grote en geduchte dag van de HEERE komt” (Maleachi 4:6). Jezus paste deze tekst toe op Johannes de Doper. Hier op de berg zien we een letterlijke vervulling van die profetie: Elia verschijnt aan Jezus en de discipelen. Maar dit is slechts een letterlijke vervulling – het echte doel lag dieper.

Profetieën worden vaak vervuld in type en antitype: de letterlijke Elia als type, Johannes de Doper als antitype. De vervulling lag niet zozeer in de ontmoeting op de berg, maar in de boodschap van Johannes: “Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.”

Maar je kunt ook de berg af

Als Jezus de berg afdaalt, ziet Hij een grote menigte. Zijn discipelen en Schriftgeleerden zijn verwikkeld in een woordenstrijd. Het blijkt te gaan om een vader met een zoon die aan toevallen lijdt. De discipelen hebben geprobeerd hem te helpen, maar niets werkte.

Dat verwonderde hen, en ook de menigte (en mij ook). Jezus had hen toch macht gegeven om zieken te genezen? Als het wél gelukt was, zou dit verhaal niet in de Bijbel staan, want we weten eigenlijk weinig van de wonderen die zij deden.

Ik vermoed dat, terwijl Jezus op de berg was en kracht van Zijn Vader ontving voor wat Hem te wachten stond, satan zijn uiterste best deed onderaan de berg om Zijn werk op aarde te dwarsbomen. Zo is het ook in ons leven: als Jezus uit beeld raakt, nemen de aanvallen toe.

Jezus spreekt de boze geest persoonlijk aan en beveelt hem uit de jongen te gaan. Op de vraag waarom zij hem niet konden uitdrijven, zegt Hij: “Dit geslacht kan door niets uitvaren dan door bidden en vasten.”

Terwijl Jezus op de berg kracht putte uit de omgang met Mozes (de wet) en Elia (de profeten), vertrouwden de discipelen op eigen kracht. En dat werkte niet. Ook bij ons lukt het niet als wij niet, net als Jezus, de tijd nemen om in gebed en vasten ons te onderwerpen aan de wet van God (Mozes) en Zijn profeten (de Elia-boodschap voor onze tijd).

Piet Westein

P.S.
Ik zou zeggen: het is het proberen waard.