Hoe vier veganisten de wereld veranderden Daniël 1 t/m 6

Hoe vier veganisten de wereld veranderden

Daniël 1 t/m 6

 

In 586 voor Christus komt de koning van Babel naar Jeruzalem. Hij vernietigt de stad en voert haar inwoners weg in ballingschap. In 722 voor Christus was het tien stammenrijk al weggevoerd door de Assyriërs. Wat is er gebeurd met al die mensen? Het ging om twee koninkrijken met honderdduizenden inwoners.

Van het koninkrijk Juda weten wij dat zij vooral in en rond Babel in ballingschap gingen. Van het tien stammenrijk weten wij veel minder. Vermoedelijk trokken zij naar het noordoosten, naar het gebied rond de Zwarte en de Kaspische Zee. Vandaaruit zijn de twee volken uitgezwermd over de hele wereld, met name door Azië.

 

Babel: wereldrijk en afgodenverzamelaar

Tegen de tijd dat Juda naar Babel werd gevoerd, was Babel uitgegroeid tot een wereldrijk. Het had 127 andere rijken veroverd. De Babyloniërs namen bij hun overwinningen ook de afgoden van de verslagen volken mee naar Babel. Dit moest bewijzen dat hun god, Mardoek, sterker was dan alle andere goden. De afgoden werden opgeslagen in zijn tempel.

Volgens de profeten ging Israël in ballingschap omdat zij de afgoden van de volken waren gaan aanbidden. Het gevolg was dat zij terechtkwamen in landen waar men alleen afgoden aanbad en de God van Israël onbekend was. Maar hoe verder zij van hun land en tempel verwijderd raakten, hoe meer zij zich tot Hem bekeerden, Hem zochten en Zijn leer verkondigden.

Toen God het verbond sloot met Abraham en zijn nageslacht, was het Zijn bedoeling dat zij een volk van priesters zouden zijn voor de volken van de hele aarde. Zij moesten de kennis van de Schepper doorgeven – aan hun kinderen én aan de volken om hen heen. Maar zij kwamen daar in hun eigen tijd niet altijd aan toe. Hoewel de kennis van God en Zijn wet deels behouden bleef bij priesters en profeten, verviel een deel van het volk in afgoderij. Pas tijdens de ballingschap begonnen zij anderen te onderwijzen. Hun invloed heeft alle godsdiensten ter wereld geraakt. Wat zij eerder in vrijheid niet deden, gebeurde nu in ballingschap, onder dwang.

 

Vier jonge mannen

Uit die grote menigte die werd weggevoerd, volgen wij vier jonge mannen. Zij tonen hoe God met weinig mensen veel kan bereiken. Onder de ballingen bevonden zich ook prinsen van koninklijke bloede. Vier van hen worden bij name genoemd: Daniël (God oordeelt), Hananja (God heeft zich ontfermd), Misaël (Wie is als God?) en Azarja (God helpt). Zij kregen Babylonische namen en werden opgeleid aan het hof van de koning. Hun doel: wetenschappers worden in dienst van het rijk, getraind in Babylonische taal en afgodische wijsheid.

Maar het voedsel dat zij kregen, was niet in overeenstemming met de spijswetten van God. Bovendien was al het vlees en de wijn eerst geofferd aan afgoden. Waar hun volk eerder, volgens Jeremia, vreselijk onreine dingen at, weigeren deze vier jonge mannen het koninklijke voedsel. Hun bekering blijkt uit hun vastberadenheid.

 

Voedsel en wijsheid

Daniël vraagt om een proefperiode van tien dagen: hij en zijn vrienden willen geen vlees en wijn, maar groente en water. De Engelse King James-vertaling spreekt zelfs van “zaden”, verwijzend naar het oorspronkelijke dieet uit Genesis 1:29: “Zie, Ik geef u al het zaaddragend gewas.” Zij kiezen dus bewust voor het dieet van God, niet dat van de koning.

Na tien dagen blijken zij er beter uit te zien dan de andere studenten. Drie jaar lang volgen zij dit dieet. Als hun opleiding voltooid is, worden zij bij koning Nebukadnezar gebracht. Hij vindt hen tien keer wijzer dan alle andere wijzen in Babel. Hun wijsheid kwam niet uit Babel, maar uit een andere, Bijbelse bron. Hun gehoorzaamheid, het gezonde dieet en hun kennis van profetieën gaven hen een totaal ander inzicht dan de wijzen van Babel.

 

Gevolgen van gehoorzaamheid

In Daniël 2 zien we het resultaat van een gezonde geest in een gezond lichaam. Deze jonge mannen leefden naar de wetten van God en dat werd zichtbaar. De wijzen van Babel dienden onreine geesten, aten onrein voedsel en leefden met een onreine geest in een onrein lichaam. Van hun gezondheid weten we weinig, maar duidelijk is dat de vier Hebreeërs er veel beter uitzagen.

Aan het eind van hoofdstuk 2 zien we hoe Nebukadnezar, de man die Jeruzalem en de tempel had vernietigd, op de knieën valt voor Daniël en Zijn God erkent. De vier krijgen hoge posities in het rijk, en de naam van God wordt bekend over de hele wereld.

 

Kiezen onder vuur

Hoofdstuk 3 is meer dan een spannend verhaal. Het gaat over kiezen: voor tijdelijke welvaart of voor eeuwig leven. Daniël is in dit verhaal afwezig. Zijn drie vrienden moeten kiezen: aanbid de afgoden en leef, of blijf trouw aan God en sterf.

De dood dreigt: een gloeiendhete oven. Even knielen is genoeg. Gewoon niet opvallen. Maar zij kiezen opnieuw voor God. En als zij in de oven geworpen worden, verschijnt Hij, zichtbaar voor iedereen, zelfs voor de koning. Nebukadnezar erkent opnieuw de macht van God, en geeft bevel dat Hij door iedereen geëerd moet worden. Via de vertegenwoordigers van alle volken verspreidt zich de kennis van God verder.

Dit is een voorafschaduwing van wat op de Pinksterdag zal gebeuren: mensen uit alle landen horen het evangelie in hun eigen taal.

 

Getuigenis van een koning

Daniël 4 is niets anders dan een brief van Nebukadnezar aan de hele wereld: een lofzang op de grote daden van God. In een droom wordt hij gewaarschuwd om zijn hoogmoed op te geven. Daniël legt de droom uit: als hij zich niet bekeert, zal hij zeven jaar lang als een dier leven en gras eten. Hij bekeert zich niet, en zo gebeurt het.

Zeven jaar lang leeft hij als een dier, op een plantaardig dieet. Daarna wordt hij hersteld en erkent hij dat alleen God regeert. Zijn getuigenis gaat opnieuw de wereld rond.

 

Daniël in de leeuwenkuil

Onder Darius, de Medo-Perzische koning, komt er opnieuw een test. Darius laat zich verleiden tot het uitvaardigen van een wet waarin hij als god vereerd moet worden. Daniël denkt er niet eens over na: hij bidt openlijk tot God. Hij wordt in de leeuwenkuil geworpen. Maar God sluit de muilen van de leeuwen. Darius is diep onder de indruk en verklaart dat de God van Daniël de levende God is.

 

Zijn wil geschiedt

De opdracht aan Israël was om God bekend te maken aan de volken. Duizend jaar lang kwamen zij daar nauwelijks aan toe. Maar juist door wat als straf werd gezien, de ballingschap, werd die opdracht toch vervuld.

Van China tot Ethiopië was het volk verstrooid. Zij namen de kennis van God met zich mee. Getuigenissen van koningen als Nebukadnezar en Darius droegen verder bij aan de verspreiding van het evangelie.

Ook wij hebben in onze tijd die boodschap te brengen.
Ook wij komen niet altijd aan die opdracht toe. Maar ook nu zal die boodschap verkondigd worden: de drie engelen die in het midden van de hemel zullen verschijnen, zullen die boodschap nog éénmaal wereldwijd verkondigen.

Als het toen met grote wonderen gepaard ging, mogen wij ervan uitgaan dat het in onze tijd niet anders zal zijn.

 

Piet Westein


P.S.
Zijn wij er klaar voor?