Gelovigen 1000 jaar in de hemel

Gelovigen 1000 jaar in de hemel

Waarom ik denk dat wij, de gelovigen, wel dégelijk met Jezus meegaan naar de hemel en wel voor 1000 jaar! 

WAT GEBEURD ER MET ONS? Joh. 14:3,4 "Wanneer Ik ben weggegaan en alles voor jullie heb klaargemaakt, kom Ik terug om jullie OP TE HALEN. Dan zullen jullie zijn waar Ik ben. Jullie weten waar Ik naartoe ga, en jullie weten de weg daarheen." 

1 Thes.4:16-17 Want de Here Zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank van een bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; daarna zullen wij levenden, die achterbleven, samen met hen OP DE WOLKEN in een oogwenk WEGGEVOERD worden, DE HERE TEGEMOET IN DE LUCHT, en zo zullen wij altijd met de Here wezen. 

WAAR ZULLEN DE HEILIGEN GEDURENDE DE 1000 JAAR ZIJN EN WAT ZULLEN ZIJ DOEN? 

Israël komt “thuis” door de opstanding uit de doden. Het vaderland van Israël is volgens Paulus het hemelse Kanaän. 

Hebr. 11:13-16 In dat geloof zijn deze allen gestorven, zonder de beloften verkregen te hebben; slechts uit de verte hebben zij die gezien en begroet, en zij hebben beleden, dat zij vreemdelingen en bijwoners waren op aarde. Want wie zulke dingen zeggen, geven te kennen, dat zij een vaderland zoeken. En als zij gedachtig geweest waren aan het vaderland, dat zij verlaten hadden, zouden zij gelegenheid gehad hebben terug te keren; maar nu verlangen zij naar een beter, dat is een HEMELS VADERLAND. Daarom schaamt God Zich voor hen niet hun God te heten, want Hij had hun een stad bereid. Het hemelse Jeruzalem is dan de stad van Israël. Hebr. 11:9-10 Door het geloof heeft hij vertoefd in het land der belofte, als in een vreemd land, waar Hij in tenten woonde met Isaak en Jakob, die mede-erfgenamen waren van dezelfde belofte; want hij verwachtte de stad met fundamenten, waarvan God de ontwerper en bouwmeester is. 

Johannes 14:2-3. In het huis van mijn Vader zijn veel woningen.... Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken....dan kom Ik terug OM JULLIE OP TE HALEN, DAN ZULLEN JULLIE ZIJN WAAR IK BEN. Openbaring 20:4 En ik zag tronen, en zij gingen daarop zitten, en het oordeel werd hun gegeven. ... En zij ... gingen als koningen regeren met Christus, duizend jaar lang. 1 Korinthe 6:2,3 Weet u dan niet dat Gods heiligen over de wereld zullen oordelen? ... Weet u niet dat wij over engelen zullen oordelen? Tijdens de duizend jaar zullen de heiligen in de hemel zijn en deelnemen aan het oordeel. Zij zullen niet beslissen wie gered of verloren is, want dat heeft God al vastgesteld. Zij zullen enkel Gods oordeel bevestigen. ‘Want alle volken zullen komen en U aanbidden, want Uw oordelen zijn openbaar geworden.’ (Openb. 15:4). De rechtvaardigheid van God in het straffen van de verlorenen en het redden van de rechtvaardigen, zal erkend worden (Openb. 22:11,12). Deze fase van het oordeel is voor het welzijn van de heiligen. Stel je voor dat je in de hemel bent en je mist één van je dierbaren, terwijl een grote misdadiger er wel is! Je zult een verklaring verlangen. De engelen zullen voor ons de boeken openen met de verslagen van het leven van een ieder, om bij ons alle twijfel weg te nemen. Aan het einde van deze fase van het oordeel, zullen allen ten volle overtuigd zijn van Gods rechtvaardigheid, liefde en onpartijdigheid. Allen zullen tezamen uitroepen: ‘Want Zijn oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig.’ (Openb. 19:2). 

WAAROM DUIZEND JAAR IN DE HEMEL? ‘Als u de aardbodem bewerkt, zal die u zijn volle opbrengst niet meer geven.’ Genesis 4:12. Dat is één van de redenen waarom de Heer de kinderen van Israël beval om de akkers ELKE ZEVEN JAAR een jaar te laten rusten (Exodus 23:10,11). Dit gaf de grond de gelegenheid om zich te HERSTELLEN. Ondertussen lag het land Israël er VERLATEN EN VERWOEST bij ‘totdat het land zijn sabbatsjaren vergoed gekregen heeft. Al de dagen die het woest lag, heeft het gerust, om zeventig jaar vol te maken.’ 2 Kron. 36:21 Aan het EIND van de zeventig jaar KEERDEN DE OVERLEVENDEN TERUG naar Kanaän om HET BELOOFDE LAND weer te beplanten en Jeruzalem te HERBOUWEN. 

Gedurende 6000 jaar heeft Jezus het zaad van het evangelie gezaaid. De Bijbel zegt ons dat ‘één dag bij de Heere is als duizend jaar.’(2 Petr. 3:8). Weldra zal Koning Jezus komen om de wereld te oogsten. Sommigen zullen gedood worden door de heerlijkheid van Zijn komst en de overigen zullen overgebracht worden naar Zijn Koninkrijk. Dan zal deze vermoeide planeet een Sabbat houden van duizend jaar! 

WAT GEBEURD ER MET DE AARDE EN DE OVERIGE MENSEN? De wederkomst van Christus zal de gehele aarde vernietigen. Openb. 16:18,20,21 En er kwam een grote aardbeving, zo een als er niet is geweest sinds er mensen op de aarde geweest zijn: zo'n aardbeving, zo groot! ... En alle eilanden zijn op de vlucht geslagen, en bergen waren er niet meer te vinden. En grote hagelstenen, elk ongeveer een talentpond zwaar, vielen uit de hemel op de mensen neer. (Een talent is ongeveer 34 kilo) 

2 Pet. 3:10 Maar de dag des Heren zal komen als een dief. OP DIE DAG ZULLEN DE HEMELEN MET GEDRUIS VOORBIJ GAAN EN DE ELEMENTEN DOOR VUUR VERGAAN, ÉN DE AARDE EN WERKEN DAAROP, ZULLEN VERBRANDEN. 

Openb. 6:14 En de hemel week terug als een boekrol die wordt OPGEROLD, EN ALLE BERGEN EN EILANDEN WERDEN VAN HUN PLAATS GERUKT. 

Jes. 24: 19-20 De aarde barst geheel open, de aarde schudt hevig, de aarde wankelt vervaarlijk; de aarde waggelt zeer als een beschonkene en zwaait heen en weer als een nachthutje; want haar overtreding drukt zwaar op haar, zij valt en staat niet weer op. 

Conclusie: De aarde zal helemaal worden verwoest. Er is geen enkel leven meer mogelijk. 

IN WELKE TOESTAND BEVINDT DE AARDE ZICH GEDURENDE DE DUIZEND JAAR? Jesaja 24:1 Zie, de HEERE maakt het land LEEG EN VERWOEST het; het oppervlak ervan keert Hij ondersteboven. Jeremia 4:23-26 Ik zag het land, en zie, het was WOEST EN LEEG, en keek naar de hemel; zijn licht was er niet. Ik zag de bergen, en zie, zij beefden, ..... Ik zag, en zie, er was geen mens, en alle vogels in de lucht waren weggevlogen..... het vruchtbare land was woestijn, en al zijn steden waren afgebroken, door de HEERE, door Zijn brandende toorn. Jeremia 25:33 De slachtoffers van de HEER liggen over de aarde verspreid. Ze worden NIET BETREURD, NIET WEGGEHAALD EN NIET BEGRAVEN. Tot MEST op de aardbodem zullen zij zijn. Zach.14:6-7 In die tijd zal er helemaal geen licht zijn. Het zal aardedonker zijn. Er zal geen verschil zijn tussen dag en nacht. Alleen de Heer weet wanneer dat gaat gebeuren. Maar aan het einde komt er weer licht. 

Conclusie: Er is niemand om de doden te betreuren, want niemand is meer in leven! De rechtvaardigen zullen allen in de hemel zijn en de goddelozen zijn dood. 

WAAR IS SATAN DIE DUIZEND JAAR? Openb. 20:1,2 En ik zag een engel neerdalen ... En hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en bond hem voor duizend jaar. 

‘De afgrond’ De term ‘afgrond’ uit Openbaring 20:1 wordt dikwijls verkeerd begrepen. Het woord komt van het Griekse woord ‘Abusos’. In het Griekse Oude Testament wordt dit woord gebruikt om te verwijzen naar de vormeloze, donkere aarde van vóór de schepping. ‘De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op de afgrond.’ Genesis 1:1,2 (SV). Het woord ‘abusos’ wordt opnieuw gebruikt in Lukas 8:31, om een toestand te illustreren waarin demonen niemand hebben om te bezitten of te manipuleren. Tijdens de duizend jaar wordt de duivel door de omstandigheden gebonden, ‘opdat hij de volken niet meer zou misleiden.’ (Openb. 20:3). 

Een letterlijke keten zou een geestelijk wezen nooit kunnen binden. Satans macht om te verleiden is verdwenen omdat er niemand meer in leven is. Bij de wederkomst van Jezus zullen de goddelozen sterven, terwijl de rechtvaardigen meegaan naar de hemel. Satan en zijn engelen zijn gebonden aan deze planeet waar niemand meer is om te verleiden. Gedurende duizend jaar zullen ze hier rondzwerven en de vrucht van hun opstand aanschouwen. Nooit eerder werd een dergelijke knellende keten van omstandigheden gevormd. Op deze manier zullen Satan en zijn engelen gebonden zijn. ‘Zij zullen verzameld worden als gevangenen in een kerker, zij zullen opgesloten worden in een gevangenis, maar na vele dagen zal er weer naar hen omgezien worden.’ (Jes.24:22). 

WAT ZAL ER GEBEUREN AAN HET EINDE VAN DE 1000 JAAR? 

Zach. 14:1,4,5,9 Zie, er komt een dag voor de HEERE ... Op die dag zullen Zijn voeten staan op de Olijfberg , die voor Jeruzalem ligt, ten oosten ervan. Dan zal de Olijfberg in tweeën gespleten worden ... Dan zal de HEERE, mijn God, komen: al de heiligen met U! ... De HEERE zal Koning worden over heel de aarde. Openbaring 21:2 En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is. 

In Openbaring 20 lezen we wat er gebeurt aan het einde van de duizend jaar met de goddelozen. Zij zullen worden opgewekt bij de tweede opstanding (v.5). De duivel zal hen nog één keer verleiden (v.10) en optrekken naar het nieuw Jeruzalem. Zij zullen allen gedood worden door het vuur ( v.9). En de dood en het dodenrijk werden in de poel van het vuur geworpen. Dat is de tweede dood.(Openb. 20:9-10,14) 

2 Petr. 3:13 Maar wij verwachten, overeenkomstig Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont. 

Aan het einde van de 70-jarige Babylonische ballingschap keerden de kinderen van Israël terug naar het beloofde land en herbouwden de stad. Na het millennium zullen de heiligen getuige zijn van een schepping van een nieuwe hemel (atmosfeer) en een nieuwe aarde, waar de zonde nooit meer zal voorkomen. Het paradijs dat Adam en Eva door de zonde verspeelden zal hersteld worden in al de heerlijkheid van het oorspronkelijke Eden. Vrede, blijdschap, liefde, en volmaakt geluk zullen voor altijd Gods volk ten deel vallen! Zowel de Vader als de Zoon zullen met alle heiligen leven op de nieuwe aarde. 

Opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, en alle tong zou belijden, Jezus Christus is Here, tot eer van God, de Vader. (Filip. 2:10-11)