Een verkenning in de profetie

Een verkenning in de profetie

Als wij de profetieën van de bijbel proberen te begrijpen, dan moeten wij terug gaan naar het begin. De eerste profetie zien wij al gelijk bij het begin van de bijbel. Nog voordat er sprake is van zonde geeft God een profetie. Deze profetie vinden wij in Genesis 2:16-17. Hier vinden wij een gift van God. Van alle bomen mag je vrij eten, maar er is ook een gebod. Van de boom van kennis van goed en kwaad zult gij niet eten. En tenslotte een profetie. Als je ervan eet zul je sterven.

 

Het is maar een heel korte profetie, maar als wij er goed naar kijken is het toch de basis van alle profetie. Het is God die de profetie geeft. Hij is de Schepper en claimt hier ook het recht om de mens wetten voor te schrijven. Hij is ook de Rechter, en zijn vonnis is de dood van hen die in opstand komen tegen zijn heerschappij. Hier zegt God ook dat Hij de toekomst kent. Deze profetie is een voorwaardelijke profetie, als je dit doet, dan gebeurt er dat.

 

De tweede profetie vinden wij in Genesis 3:15-18. Deze profetie is een parallel profetie, hij wordt gegeven aan de drie partijen die betrokken zijn bij de overtreding tegen God. Het is de mens Adam, Eva, zijn vrouw, en degene die hen heeft verleid, satan, de aanstichter van het kwaad. Zij krijgen alle drie een profetie te horen die hen aangaat, maar die profetieën lopen parallel in de tijd. Deze drie profetieën zullen tot het einde duren. Hun uiteindelijke vervulling zal er pas zijn na de wederkomst, als satan vernietigd wordt en de mens weer het beeld van God draagt.

 

Als wij die principes toepassen op de profetie van Genesis 6:3, dan zien wij dat het ook hier weer de Schepper is die naar zijn schepsels toekomt die in opstand tegen Hem leven. Zij houden het huwelijk niet in ere, en gebruiken geweld tegen elkaar, (vers 11). God geeft de zondige wereld 120 jaar om zich te bekeren. Hij stuurt daarvoor een profeet (Noach) die hen waarschuwt. Als zijn oproep niet wordt aangenomen, volgt de vervulling van de profetie, en na 120 jaar sterven zij allemaal in de zondvloed.

 

Niet alle profetieën zijn even makkelijk als profetie te herkennen. In Genesis 9 vinden wij zo’n profetie, hij is min of meer verborgen in een verbond dat God met de mens sluit. In Genesis 9:8-17 komt God naar Noach en zijn gezin en sluit met hen een onvoorwaardelijk verbond. God zou de aarde nooit meer door een watervloed vernietigen. Hij geeft daar ook een teken bij, dat is de regenboog. Als wij de bijbel lezen moeten wij opletten dat wij niet over de profetieën heen lezen, iedere keer als God iets belooft, is dat een profetie, een onvoorwaardelijke belofte gaat altijd in vervulling, een voorwaardelijke alleen als de mens zich aan de voorwaarden houdt.

 

Een tijdsprofetie die wij in de bijbel tegen komen vinden wij in Genesis 17: 21, hier zegt God tegen Abraham dat zijn vrouw Sara na een jaar een zoon zal krijgen, wat dan ook gebeurt. De volgende profetieën die wij gaan bezien zijn wat complexer, omdat zij alle facetten in zich hebben van wat wij tot nog toe hebben gezien. Het zijn de zeven profetieën in de geschiedenis van Jozef. De eerste twee profetiesche dromen worden aan Jozef zelf gegeven en worden door zijn broers en zijn vader uitgelegd. Hun uitleg is hetzelfde, zijn broers zouden voor hem buigen. 

 

De volgende twee hebben een tijdselement, drie dagen. Zij worden door God aan ongelovigen gegeven, die geen oplossing weten, maar die via Jozef krijgen. Maar hoewel de tijdsduur hetzelfde is, is de uitkomst voor de twee betrokkenen anders. De één blijft in leven (de schenker), de ander (de bakker) sterft.

 

Het derde tweetal wordt weer aan één persoon gegeven, (de Farao) het is ook een tijdsprofetie, en beslaat 14 jaar. Alle zes profetieën hebben gemeen dat zij via een droom worden gegeven, en dat de partij die de droom ontvangt een andere is dan die hem uitlegt. De zevende en laatste profetie is geen droom maar een duidelijk begrijpbare voorzegging. In Genesis 50 zegt Jozef dat God naar het volk zou omzien en hen uit het land zou voeren naar hun eigen land.

 

Deze profetieën lijken zo op het oog slechts een toepassing te kennen voor hen die ze ontvangen. Maar als wij deze profetieën wat nader bezien, dan blijkt het dat zij ook voor ons die in de eindtijd leven een boodschap hebben. Profetieën hebben vaak een dubbele uitleg, én voor de tijd waarin zij gegeven worden én voor een tijd in de verre toekomst. Waar wij met name naar moeten kijken is of er ook een verwijzing in staat over het offer van Christus, een Christo centrische uitleg, en of er iets te vinden is dat op de wederkomst kan wijzen. 

 

Als wij die vragen stellen aan de profetieën van Jozef, dan blijken al deze elementen daar aanwezig te zijn. Het eerste tweetal is een voorzegging van het feit dat zijn vader, moeder en zijn broers zich voor hem zullen buigen, die voorzegging gaat inderdaad voor een deel in vervulling in het feit dat zijn broers zich voor hem buigen wanneer hij eenmaal onderkoning van Egypte is geworden. Maar zijn moeder is dan allang geleden gestorven, en wij lezen nergens dat zijn vader ook voor hem buigt, het moet dus een profetie zijn die ook nog een latere vervulling kent. De volledige vervulling moet zijn in het leven en sterven van de Messias, en in zijn wederkomst.

 

Jezus is net als Jozef de geliefde zoon van zijn Vader, Hij is onderkoning van het heelal, zijn onderdanen, de mensen haten Hem, zij haten zijn profetieën, en als Hij hen opzoekt, proberen zij Hem te doden.  In zijn droom ziet Jozef de graanoogst, de graanoogst in de profetie wijst altijd naar de wederkomst en het eindoordeel. Het graan staat voor de gelovigen en het kaf voor de goddelozen. Net als de schoven zullen alle mensen zich voor Hem buigen. En net zoals alle hemellichamen zich voor Jozef bogen zullen ook alle inwoners van de hemel zich voor Hem buigen.

 

Dat het een profetie is met een dubbele uitleg, blijkt uit het feit dat hij tweemaal wordt gegeven in twee verschillende dromen, en in de tweede droom worden andere symbolen gebruikt, namelijk zon, maan en sterren. Deze symbolen trekken onze aandacht naar de hemel, die van de oogst naar de aarde. De uitleg van deze en de andere profetieën van Jozef moeten dus een directe aardse uitleg en een diepere geestelijke hebben.

 

Dat brengt ons bij de tweede serie van twee profetieën. Die van de schenker en de bakker. (Genesis 40) De tijdsduur die in de twee dromen wordt gedaan is dezelfde, drie dagen. De uitleg en de uitkomst ervan zijn echter heel verschillend. De letterlijke uitleg is dat de schenker na drie dagen in zijn vorige status zou worden verheven, de bakker zou na drie dagen sterven. De uitkomst van de dromen gaat letterlijk in vervulling. Maar is dat alles wat het ons te zeggen heeft? Let op dat de wijn (de schenker) en het brood (de bakker), ook de symbolen zijn van het avondmaal, zij zijn ook de verwijzing naar het leiden en sterven van Christus. De diepte die wij aan deze dromen kunnen geven is, dat de schenker in leven blijft ondanks dat hij ook gezondigd heeft, zo ook de christen die gelooft dat het bloed van Jezus hem reinigt van de schuld van de zonde. De bakker staat dan voor de mens die vertrouwt op wat hij in zijn vlees kan bereiken. Hij sterft. 

 

Kort daarna geeft God aan de Farao van Egypte twee dromen die niemand uit kan leggen. De dromen vinden wij in Genesis 41. Farao droomt van twee maal zeven koeien die uit de Nijl opkomen, de zeven magere koeien eten de zeven dikke op. Daarna ziet hij tweemaal zeven korenaren komen en met hen gebeurt hetzelfde. Niemand van de wijzen van Egypte kan deze dromen uitleggen. Totdat Jozef uit de gevangenis wordt gehaald, hij claimt dat de dromen van God komen, en dat zij dus ook door God moeten worden uitgelegd. Doordat God hem de uitleg bekend maakt, gaan ook zijn eigen dromen in vervulling. Ook hier is de letterlijke vervulling heel duidelijk. Maar waar is hier het evangelie? Het is duidelijk in deze profetie dat God wil dat het land Egypte wordt gewaarschuwd. Hij stuurt een profeet, Jozef, die én de profetie uitlegt, én vertelt wat zij moeten doen om het onheil te voorkomen.

 

Zo stuurt God ook in de eindtijd een profeet om zijn volk te waarschuwen voor het onheil dat de aarde bedreigt. Dat brengt ons bij de zevende en laatste van de zeven profetieën waar Jozef bij betrokken is. In het laatste hoofdstuk van Genesis vers 24 zegt Jozef dat God naar het volk zal omzien, en hen naar het land brengen dat hij Abraham had beloofd. Deze belofte gaat letterlijk in vervulling na 400 jaar. Maar ook voor ons ligt er een belofte dat er een land is waar wij in zullen gaan. Het volk van Israel ging in in het letterlijk Kanaän, wij in het hemelse, een beter Kanaän.

 

Piet Westein