Een klein onrecht

Een klein onrecht

Een klein onrecht

Beste lezer, 

Dit is een waargebeurd verhaal over een jongetje.
Het kind in kwestie, laten we hem Mees noemen, is acht jaar oud en gaat naar school in het speciaal onderwijs. Mees begint zijn jonge leven eigenlijk al met een 2.0-achterstand. Hij is niet gezegend met een gezond lichaam vanwege een fysieke beperking, daarnaast heeft hij een verstandelijke achterstand. Zijn ouders begeleiden hem zo goed als zij kunnen, met liefde en toewijding, maar ook zij hebben hun eigen uitdagingen.

Zoals altijd neemt Mees een banaan mee naar school. Ook nu, op 5 december, als Sinterklaas op school komt. Hoe leuk is dat? Een feestdag voor Mees.

Mees komt in zijn sinterklaaspakje op school.

Ik stel mij zo voor dat hij daar de avond ervoor al naar uitkeek. De pakjes, de gezelligheid, de grapjes van de pieten. ’s Ochtends verloopt alles goed. Ondanks dat het even anders is dan normaal en dat het spannend kan zijn, heeft hij plezier.

Als het pauze wordt, breekt het kostbare, voorspelbare momentje van de dag aan voor Mees. Hij haalt de banaan, die zijn moeder altijd in zijn tas stopt, eruit en legt die op zijn tafeltje. De routine wordt herhaald: eerst een liedje zingen, en dan eten en drinken.

Net als Mees zijn banaan wil openmaken, staat de juf voor zijn tafeltje.
Hij mag zijn banaan niet opeten. Nee, er is schoolfruit, en dát is wat Mees moet eten. Het is het nieuwe reglement, opgelegd door het systeem.

De juf neemt zijn banaan af. Maar Mees wil geen appel. Mees wil geen peer. Mees wil gewoon de banaan uit zijn tas.

De dag is al anders. Hij heeft moeite met eten, en nu wordt ook zijn banaan hem afgenomen. Mees probeert nog te zeggen dat hij liever de banaan van thuis opeet, maar hij is verbaal niet sterk genoeg, en de emoties zitten al hoog. In plaats van dat de juf mild reageert, even begrip toont of het door de vingers ziet, houdt ze zich strak vast aan het systeem.
Geen banaan van thuis voor Mees.

Wat een feestdag had moeten zijn, eindigt met een jongetje, in zijn sinterklaaspakje, huilend op de gang.

Dit verhaal deed mijn hart zo’n pijn.
Dit onrecht moest ik even met u delen.
Nu is dit maar een waargebeurd verhaal op zich.
Het zal de kranten niet halen, er zal niet over gedebatteerd worden in de Tweede Kamer.
Waarschijnlijk is Mees het al vergeten.
Maar de verteller van het verhaal is het niet vergeten.
En ik ook niet.
Daarom schrijf ik het toch maar op.

Het is een klein onrecht dat Mees al wordt aangedaan in zijn jonge leven.
Mees zal waarschijnlijk nog wel meer onrecht tegenkomen.
En Mees zal, zoals zovelen, onderaan de ladder van de maatschappij blijven staan.

Het is een klein voorbeeld van hoe hard mensen soms kunnen zijn.
Onze maatschappij verhardt.
Binnen families ontstaan scheuren, buren leven langs elkaar heen, en wie een andere mening heeft, voelt zich al snel onveilig.

Mensen veroordelen elkaar vanachter hun toetsenbord.
Er wordt geprotesteerd, soms met schade aan wat voor anderen dierbaar is.
En helaas raken ook onschuldige mensen daarbij geregeld gewond, in lichaam of ziel.

Jeshua zegt hierover:
"En omdat de wetteloosheid zal toenemen, zal de liefde van velen verkillen."
(Mattheüs 24:12)

Jeshua spreekt hier over de eindtijd.
De toename van wetteloosheid leidt tot verharding:
mensen verliezen hun liefde, hun empathie, hun medeleven.

Mogen wij juist in deze harde wereld mensen zijn bij wie een kind als Mees zich veilig en geliefd weet.
Dat is onze opdracht. Dat vraagt Jeshua van ons.
Laten wij het licht van Jeshua uitstralen, voor allen die het zo hard nodig hebben.

Greetje Jansen