Toen Daniël het visioen in hoofdstuk 8 kreeg, begreep hij het niet helemaal.
Hij was vooral verward over het deel van de 2300 avonden en morgens (Daniël 8:27 zegt dat hij er ziek van werd en het niet begreep).
Daarom komt in Daniël 9 dezelfde engel Gabriël terug, de engel die hem eerder het gezicht uitlegde (zie Daniël 8:16 en 9:21).
Gabriël zegt dat hij komt om Daniël inzicht te geven in datzelfde onderwerp.
“Daniël, nu ben ik uitgegaan om u inzicht te geven en te doen verstaan.” Daniël 9:22–23
Wat was het onderwerp?
Het enige deel van het visioen dat in Daniël 8 níet was uitgelegd, was de periode van 2300 avonden en morgens (Daniël 8:14).
Daarover geeft Gabriël in hoofdstuk 9 meer licht.
Hij begint zijn uitleg met een tijdsprofetie die verband houdt met Gods volk: “Zeventig weken zijn bepaald over uw volk en over uw heilige stad...” Daniël 9:24
Het Hebreeuwse woord voor “bepaald” is chathak,
wat letterlijk betekent: “afgesneden” of “afgezonderd.”
Dus: de 70 weken zijn afgesneden van een langere periode,
namelijk de 2300 dagen van Daniël 8.
De twee horen bij elkaar!
Het beginpunt van beide profetieën
Gabriël vertelt Daniël precies waar de tijdrekening begint:
“Weet dan en versta: vanaf het moment dat het woord uitgaat om Jeruzalem te herstellen en te herbouwen, tot op Messias, de Vorst...” Daniël 9:25
Dat bevel om Jeruzalem te herstellen werd uitgevaardigd door koning Artaxerxes in het jaar 457 v.Chr. (Ezra 7:7–13).
Dat is het beginpunt van zowel:
de 70 weken (490 jaar) voor Israël,
als
de 2300 jaar tot de reiniging van het heiligdom.
De 70 weken leiden naar de Messias
Gabriël zegt dat er 69 weken (7 + 62) zouden verstrijken tot de komst van “Messias, de Vorst”.
Dat is 483 profetische dagen, ofwel 483 jaar.
Reken je vanaf 457 v.Chr., dan kom je uit bij 27 n.Chr.,
het jaar waarin Jezus werd gedoopt en gezalfd met de Heilige Geest (Lukas 3:21–23).
Dat is precies de vervulling van de profetie:
“Tot op Messias, de Vorst.”
In het midden van de laatste, zeventigste week, drieënhalf jaar later, werd Jezus gekruisigd (in 31 n.Chr.).
Dat is exact wat Daniël 9:27 zegt:
“In het midden van de week zal Hij slachtoffer en graanoffer doen ophouden.”
Het offerdienstsysteem wees op Jezus en toen Hij stierf,
scheurde het voorhangsel in de tempel (Mattheüs 27:51):
het aardse heiligdom had zijn betekenis vervuld.
Het einde van de 2300 jaar
Als de eerste 490 jaar (de 70 weken) afgesneden zijn van de 2300 jaar, dan blijven er nog 1810 jaar over (2300 – 490 = 1810).
Tellen we die verder vanaf het einde van de 70 weken (in 34 n.Chr., toen het evangelie naar de heidenen ging: Handelingen 7), dan komen we uit bij het jaar 1844 n.Chr.
Dat is de tijd waarin volgens Daniël 8:14 het heiligdom weer in gerechtigheid hersteld zou worden.
Niet het aardse heiligdom, maar het hemelse, waar Christus als Hogepriester werkt (Hebreeën 8 en 9).
Alles komt samen
Zo zie je: Daniël 8 en 9 vormen één geheel.
De 70 weken zijn het eerste deel van de 2300 jaar,
en beide wijzen rechtstreeks naar Jezus Christus en Zijn werk :
eerst als Offer, daarna als Hogepriester.
Slotgedachte
Wat een wonder van precisie en liefde!
God liet Daniël eeuwen van tevoren zien wanneer de Messias zou komen en hoe Hij daarna Zijn werk in de hemel zou voortzetten.
“De Here doet niets tenzij Hij Zijn geheimen openbaart aan Zijn knechten, de profeten.” Amos 3:7
Daniël 8 en 9 tonen dat God alles onder controle heeft:
de tijd, de geschiedenis, en ons reddingsplan.
Het heiligdom wordt niet alleen hersteld in de hemel,
maar ook in het hart van ieder mens die Jezus aanneemt als zijn Redder.
Overdenking:
Dezelfde Jezus die stierf voor jou aan het kruis, leeft nu voor jou in de hemel.
Hij maakt voor jou voorspraak bij de Vader, totdat Zijn werk van reiniging voltooid is.
Wie Hem vertrouwt, mag weten: “Mijn schuld is vergeven, mijn naam is in het boek des levens geschreven.”