De verschijning van de aanwezige

De verschijning van de aanwezige

Vanaf het begin van de bijbel vinden wij een God die Zich intensief bezig houdt met deze planeet en de mensen die er op wonen. Het is duidelijk dat Hij een God van nabij wil zijn. Waarom ervaren wij die nabijheid dan niet altijd kan onze vraag zijn. Misschien denken wij Hem vaak niet nodig te hebben, en gaan wij onze eigen weg zonder ons aan Zijn wetten en voorschriften te storen. Het is vaak pas als wij ons in de problemen hebben gewerkt dat wij om hulp vragen, en dan de weg naar Hem moeilijk weten te vinden. Het zijn onze daden en onze gedachten die ons van God verwijderen, en het is niet God die Zich van ons verwijderd.

 

Als wij terug keren tot Zijn wetten, inzettingen en verordeningen zullen wij God van nabij leren kennen. In Genesis 24 vinden wij de geschiedenis van Eliézer een knecht van Abraham, hij wordt door Abraham naar Nahor en zijn verwanten gestuurd, om van daar een vrouw voor zijn zoon te zoeken. Het is opvallend dat als Eliézer op die plaats aankomt hij een gebed uitspreekt tot de God van Abraham, het is het eerste gebed wat wij in de bijbel vinden. Eliézer is een Syriër en heeft God leren kennen via zijn heer, hij is door Abraham besneden, en is zo deelgenoot geworden van het verbond. In zijn gebed legt hij God een vraag voor, omdat hij zelf niet weet hoe hij moet handelen. Hij vraagt God een meisje te sturen die hem water te drinken geeft en zal aanbieden om ook voor zijn kamelen water te putten. Als God Rebekka naar hem toestuurt en zijn gebed in vervulling gaat, dan horen wij hem ook een dankgebed uitspreken. Er staat dat terwijl hij nog sprak het meisje er aankomt, zijn gebed was al verhoord nog vóór hij het uitgesproken had. God openbaart Zich hier als de Onzichtbare die in de voor ons zichtbare wereld in kan grijpen. 

 

Een ander voorbeeld van die onzichtbare God die ingrijpt vóór wij er om vragen vinden wij in 1 Koningen 17:7-24. Het is de geschiedenis van Eilia tijdens de drie en een half jaar van droogte die het land teisterde. God gebied Elia om naar Sarfath te gaan, (want Ik heb daar een weduwe geboden u te onderhouden). Als wij hem in zijn reis volgen, dan blijkt die weduwe nergens van te weten, maar zij is door een wonder in staat hem van voedsel te voorzien, waardoor zijzelf, haar zoon en Elia in leven blijven. Ook hier zien wij dat God Zich bemoeit met hen die wel oprecht zijn maar niet tot Zijn volk behoren.

 

In het nieuwe testament is het overheersende motief God die in Jezus zich in de stoffelijke wereld openbaart. Hoewel Hij dat 33 jaar doet, zijn het toch vooral de laatste drie en een half jaar dat hij in het openbaar optreedt als de door God gezonden Messias. Hier is God die tussen de mensen loopt en zij merken het niet. Dit alles gebeurde nu al 2000 jaar geleden, en wat doet Hij intussen, hoe openbaart hij zich nu? Grijpt Hij noch steeds in, in de zichtbare wereld? 

 

Als wij het boek Handelingen lezen, dan is daar een constante invloed van de Geest van God op de mensen. De geschiedenis van Saulus de vervolger van de gemeente die Paulus wordt is wel het meest spectaculair. Hij, die de gemeente van God denkt uit te roeien ontmoet Jezus op de weg naar Damascus. Hier laat Jezus zien dat, hoewel Hij onttrokken is aan onze ogen wij dat niet zijn aan de Zijne. Hij volgt ieder van onze daden, Hij hoort onze woorden, en kent onze gedachten. Hij hoeft niet te Skypen om ons te zien, en wij kunnen hem kennen door Zijn woord, als wij het willen bestuderen en geloven. Onze ogen hoeven Hem niet te zien om te weten dat Hij er is. Dat doet niets af van ons verlangen om als Hij Zich straks openbaart bij Zijn komst om voor eeuwig met lichaam en geest bij Hem te zijn, en Hem te leren kennen zoals Hij ons gekend heeft.

 

Hij is de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, Hij was en is en zal zijn. Er is nooit een tijd geweest in het heelal dat er een plaats was waar Hij niet was, gezien of ongezien. Alles is door Hem geschapen, en wordt door Hem in leven gehouden. Als Hij zich straks aan ons openbaart, dan kunnen wij roepen “Deze is onze God, Hem hebben wij verwacht, en Hij zal ons zalig maken”,  of wij roepen “bergen valt op ons en heuvelen bedekt ons voor het aangezicht van Hem die op de troon gezeten is”. De keus is aan ons, wij leren hier en nu de onzichtbare God kennen zoals Hij Zich in Christus heeft geopenbaard, of wij kiezen er voor de grote tegenstander te kennen, dan zullen wij met de hele wereld het beest (dat is satan) achterna gaan naar een voor eeuwig van God gescheiden zijn in de eeuwige dood. Ik kies liever voor het eeuwig leven.

 

Piet Westein