Openbaring H9

Openbaring H9

Lees Openbaring 9

 

De vijfde bazuin, het eerste wee.

Wij hebben vier bazuinen gehad, de vijfde is de eerste die aangeduid wordt als wee, waarvan wij er drie krijgen. Johannes ziet een ster die op aarde is gevallen, dit is zeker een verwijzing naar de woorden van Jezus als Hij zegt: Ik zag satan als een bliksem uit de hemel op de aarde vallen (Lucas 18). Hij, satan, één van de helderste sterren onder de engelen, is na de kruisdood van Jezus de toegang tot de hemel ontzegd, hij is op de aarde geworpen. En hier onder het eerste wee, wanneer de vijfde engel zijn bazuin blaast wordt hem de sleutel van de put van de afgrond gegeven. Wat is die put, en wat is die rook die er uitkomt? Dat het geen gewone put is, ergens op aarde is wel duidelijk, het is de aarde zelf.

 

Voor zover men zich niet bekeert hoort men bij hen die in de afgrond wonen, of in de put zitten. De tijd waar deze bazuin op duidt, is het begin van de negentiende eeuw, wanneer er een grote wereldwijde religieuze opwekking is. Satan ziet het gebeuren en haalt alles uit de kast (put) wat hij heeft, om het licht van het ware evangelie, wat God op de aarde geeft te verduisteren, vandaar die rook. Het is rond deze tijd dat satan het spiritisme, wat nooit is weggeweest, doet oplaaien. Dit is ook de tijd dat de evolutie theorie de wereld verovert, en Karl Marx zijn communistische ideeën ventileert. Satan doet werkelijk alles wat hij kan om de waarheid te verduisteren.

 

Nu zien wij uit de rook sprinkhanen komen, die zien er uit als schorpioenen. Er wordt hen verboden om het gras en de bomen te beschadigen, het gras en de bomen staan hier ook weer zoals in hoofdstuk zeven, voor de mensen die het evangelie hebben aangenomen, zij worden door God beschermd. De rest van de mensen, zij die het zegel van God niet op hun voorhoofd hebben, hebben geen bescherming tegen de verleiding van satan. Maar wie zijn die sprinkhanen toch?

 

Als wij hun beschrijving lezen, lijken zij op paarden, en hebben vrouwenhaar, en tanden van een leeuw. Hoe kan een beest zoveel dingen in zich herbergen? Het zijn dan ook geen gewone sprinkhanen of paarden, het zijn de gevallen engelen, die de mensen op talloze wijzen proberen tot zonde te verleiden. Zij zouden volgens dit hoofdstuk, vijf maanden de tijd krijgen om hun vernietigende werk te doen. Vijf maanden in de profetie staat voor 150 jaar, een maand is 30 dagen, vijf maal dertig is 150, een dag staat ook hier weer voor een jaar. Hun leider is de engel van de afgrond (satan) zijn naam wordt hier gegeven als Abaddon in het Hebreeuws, (hij die de ziel doodt), of Apollyon (de vernietiger) in het Grieks.

 

De zesde bazuin, het tweede wee.

Dit is voor ons mensen die in de eindtijd leven wel de belangrijkste bazuin. Deze is het die over onze tijd spreekt, al de dingen die hier geschreven staan gaan in deze tijd in vervulling.

Als deze engel blaast ziet Johannes het gouden altaar dat in het heiligdom staat, en hij hoort een stem uit de vier horens van het reukoffer altaar. Deze stem geeft de opdracht om de vier engelen los te laten die tot deze tijd bij de rivier de Eufraat gebonden waren. En deze engelen worden los gelaten om een derde van de mensen te doden. Er staat dat zij: tegen het uur en de dag en de maand en het jaar waren gereed gehouden, dat betekent tot precies dit moment. De vier horens en de vier engelen verwijzen naar de vier hoeken van de aarde, of te wel de hele aarde. Wordt een derde van alle mensen nu gedood, of is dit weer een verwijzing naar het feit dat satan de geest van de mensheid probeert te vergiftigen met zijn leer?

 

De grote van zijn leger wordt hier gegeven als twee maal tienduizend tienduizendtallen. Er is nooit een leger geweest dat bestond uit twee honderd miljoen mensen, en zeker is het ondenkbaar dat er een leger zal komen dat nog geheel met paarden is uitgerust. Nee! Het moet een leger zijn dat bestaat uit al de gevallen engelen die satan als hun leider zien. Wij zien dan ook dat het gevaar uit de bek van de paarden komt, dat is dat wat deze engelen verkondigen, en het is een drievoudige boodschap. In hoofdstuk veertien zien wij drie engelen van God, die het ware evangelie verkondigen.

 

Maar hier zien wij satans horde, die een vals evangelie de wereld instuurt, het wordt omschreven als vuur, rook en zwavel. Het vuur en de rook en het zwavel vinden wij terug in de kleuren van de harnassen die de ruiters dragen, rood, blauw en geel. Rood voor het vuur, blauw voor de rook en geel voor het zwavel. De geestelijke betekenis hiervan moeten wij vinden in de verleidingen die satan op deze wereld zendt in onze tijd. Het rood en het vuur kunnen dan staan voor het atheïstisch evolutionisme, het blauw, de rook, is dan het afvallig christendom in al zijn vormen, het geel, het zwavel, is dan het spiritisme dat wereldwijd verbreid is.

 

Wij moeten onze geestelijke ogen wijd open houden in deze tijd, nu satan rond gaat als een briesende leeuw. Het is niet genoeg om naar de zonden van een ander te wijzen, wij moeten er op bedacht zijn dat ook wij zelf verleid kunnen worden door deze boze geesten. Ook wij moeten ons bekeren van onze verkeerde daden, ook al doet de rest van de wereld dat niet!

Wij krijgen even rust van de bazuinen en de weeën, wij krijgen eerst te maken met een bijzondere engel met een geopend boekje. Wat moeten wij daar van verwachten?

 

Piet Westein.