De genadedeur, bestaat die echt?
De term genadedeur komt als zodanig niet in de Bijbel voor. Toch is het een uitdrukking die veel mensen gebruiken wanneer het gaat over de tijd die voorafgaat aan de wederkomst van Jezus Christus op de wolken van de hemel. Een synoniem is ook wel: het sluiten van de genadetijd.
Maar bestaat er zoiets als het ophouden van de tijd van genade? En wat zegt de Bijbel daar eigenlijk over?
Wanneer ging de deur open?
Om te begrijpen wat het einde van iets betekent, is het goed om te weten wat het begin is. Als er sprake is van het sluiten van een deur, moet die deur ook eerst geopend zijn. Wanneer gebeurde dat? Door wie? En waarom?
Misschien is het beste boek om dat te onderzoeken het boek dat als opschrift heeft: begin, Genesis. In het begin was er vrije toegang tot God voor ieder geschapen wezen. De deur stond open. Maar dan zondigt de mens, en de vrije toegang tot God wordt verbroken. De mens zelf is het die de deur sluit door zijn daden. Hij verbreekt het contact met God en verbergt zich. Hij wil het ook niet herstellen.
Dan komt God Zelf naar de mens toe en herstelt het contact via een intermediair, het Lam. Vandaar dat Jezus van Zichzelf zegt: Ik ben de deur (Johannes 10:9). Jezus is dus de geopende deur, waardoor de weg naar de troon van God weer vrijgemaakt is.
Voorbeelden uit Genesis: de zondvloed
Als het sluiten van de genadedeur samengaat met het einde van de wereld, dan moeten we vergelijkbare gebeurtenissen kunnen vinden in het boek Genesis. Het meest sprekende voorbeeld is de zondvloed.
De mensheid kiest voor een leven zonder God. Maar God zoekt de mens en roept 120 jaar lang tot bekering. Hij biedt een weg ter ontkoming aan: een ark met een geopende deur. Na 120 jaar gaan, als getuigenis voor de mensen, van alle dieren er een aantal de ark in. Dan, een week voordat het oordeel komt, sluit God de deur. Slechts acht mensen maken gebruik van die geopende deur om te ontkomen. Voor God moet dit een grote teleurstelling zijn geweest.
Opvallend is dat dit gebeurde in het 600e levensjaar van Noach. Is dat een beeld van de 6000 jaar van deze wereld?
Voorbeeld: Sodom en Gomorra
Een ander voorbeeld is de vernietiging van Sodom en de steden van de vlakte. Wederom is er zonde en afgoderij, en opnieuw stuurt God een getuige, in dit geval twee engelen. Zij komen om te zien wie zich wil laten redden. Lot nodigt hen uit in zijn huis. Dan ontwikkelt zich een strijd om de deur.
Lot opent zijn deur voor de engelen. De hele stad komt echter naar zijn huis om kwaad te doen. Lot gaat naar buiten en sluit de deur achter zich. Hij waarschuwt de mensen en houdt hun Gods wet voor. Ze willen hem vervolgens doden. Dan openen de engelen de deur, redden Lot, sluiten de deur weer, en verblinden de mensen zodat zij de deur niet meer kunnen vinden.
Wie naar Lot geluisterd had en de deur was binnengegaan, zou behouden zijn geweest.
Voorbeeld: Jona
In het boek Jona zien we een andere geschiedenis. In tegenstelling tot de vorige voorbeelden, waar de bevolking niet luisterde, keert hier de hele stad zich tot God. Maar opmerkelijk is dat God vooral moeite heeft met Zijn eigen profeet.
In Jona 2:6 zegt de profeet: De grendelen der aarde waren voor altijd achter mij. De deur van het leven leek voor altijd gesloten. Maar zodra Jona zijn zonde belijdt, wordt de genadedeur weer geopend. De toegang tot Gods tempel is hersteld. Dus ook hier speelt de deur een rol, al is die innerlijk en geestelijk.
Hoe zit het met de eindtijd?
Om te weten wat er in de eindtijd gebeurt, moeten we kijken in het boek dat daarover handelt: Openbaring, de openbaring van Jezus Christus aan Johannes.
In Openbaring 3:7-8 lezen we over iemand die de sleutel van David heeft, die opent en niemand sluit, en sluit en niemand opent. Het gaat hier over de zesde gemeente van de zeven. Veel uitleggers zien deze zeven gemeenten als profetische tijdperken tussen de hemelvaart van Jezus en Zijn wederkomst.
We lezen over een geopende deur in de zesde gemeente, maar in de zevende gemeente (Laodicea) staat Jezus buiten, kloppend aan de deur. Duidelijk is: er komt een moment waarop de deur sluit, onder de laatste, lauwe gemeente.
Wat is die deur?
Dat het geen fysieke deur is, is duidelijk. Het is een geestelijk symbool. In het oude verbond was er een deur naar het heilige en het heilige der heiligen. In het nieuwe verbond is Jezus die deur: Ik ben de deur. Als iemand door Mij binnenkomt, zal hij behouden worden (Johannes 10:9).
Het grote voorbeeld is het scheuren van het voorhangsel bij de dood van Jezus. Dat was een geopende toegang tot God. In Openbaring 4:1 is er ook een geopende deur, een blik in het hemelse heilige der heiligen, met God op de troon. Dus deze deur heeft met verzoening te maken.
Hoe maken wij gebruik van die deur?
Niet fysiek, maar in het geloof. Niet slechts in het geloof dat Jezus voor ons gestorven is, al is dat essentieel, maar in het geloof dat wij met Hem gestorven zijn, met Hem zijn opgewekt, en in Hem zijn opgevaren naar de Vader.
Als dat ons geloof is, dan is de deur voor ons altijd geopend. Want dan zijn wij in Christus, en waar Hij is, daar zijn wij ook, nu in geloof, straks in werkelijkheid.
Wie sluit de deur?
Is het een willekeurige daad van God, alsof Hij zegt: Ik heb er genoeg van, dood al die zondaars?
Nee. Het is de mens die zich bewust buiten het koninkrijk van God plaatst, en de deur achter zich in het slot trekt. In Openbaring 3:20 zien we Jezus staan aan de deur, kloppend, vragend of Hij mag binnenkomen. Het is dus niet God die de mens buitensluit, maar de mens die God buitensluit.
En als de polarisatie in de eindtijd zover gevorderd is dat zij die in Hem zijn er niet meer uit willen, en zij die buiten zijn er niet meer in willen, dan houdt het op. Dan is het niet meer zinvol om de tijd van genade te verlengen.
Piet Westein