Biechten?

Biechten?

Als rechtgeaarde protestant gaan mijn haren recht overeind staan bij het woord ‘biechten’. Maar waarom eigenlijk? Wat is biechten precies, waar komt het vandaan en waarom is het zo in zwang geraakt? Het is niet voldoende om simpelweg te zeggen: “Het is Rooms, dus het is verkeerd.” Deze vragen verdienen een eerlijk antwoord.

 

Waarom biechten?

Om deze vraag te beantwoorden, moeten we eerst kijken naar het probleem van de zonde. Toen de mens in de hof van Eden was, voordat de zonde was binnengekomen, was er geen reden om te biechten; er was immers niets om op te biechten. Maar toen Adam en Eva het gebod van God overtreden “Gij zult niet eten van die boom” vroeg God hen om verantwoording. In plaats van eerlijk te zijn, schuiven zij de schuld af: eerst op elkaar, daarna op de slang, en uiteindelijk zelfs op God zelf. Ze konden de waarheid van hun zonde niet onder ogen zien en durfden niet oprecht te biechten.

 

Lost biechten het zondeprobleem op?

Het is noodzakelijk om onze zonden eerlijk te bekennen. We moeten onze verkeerde daden, gedachten en woorden onder ogen zien en bekennen aan degenen tegen wie wij gezondigd hebben. Hebben we tegen onze medemens gezondigd, dan moeten we naar die persoon toe om onze fout te erkennen, het waar mogelijk recht te zetten en vergeving te vragen. Omdat elke zonde tegen een mens ook een zonde tegen God is, moeten we daarnaast onze zonden ook aan God belijden.

 

Eerlijkheid tegenover onszelf is de eerste stap, want als wij onze fouten niet erkennen, kunnen wij ze ook niet oprecht bekennen aan anderen of aan God. Terwijl we tegenover mensen soms kunnen liegen of bedekken, kent God onze diepste gedachten en intenties.

 

Schuld en verantwoording

Wij zijn niet door onszelf gemaakt of gewild, maar door God. Hij draagt verantwoording over de schepping van de mensheid. Schuld ligt echter niet bij God, maar bij satan, de aanstichter van de zonde. Dit maakt ons vrij van schuld en verantwoording voor het kwaad in de wereld.

Toch heeft God ons vrije wil gegeven. Die vrije wil betekent dat wij verantwoordelijk zijn voor onze daden: als wij ervoor kiezen Gods geboden te negeren, dragen wij de schuld daarvan.

Wat gebeurt er bij biechten?

Als wij onze zonden met berouw belijden, neemt God, door Jezus Christus, onze schuld weg. De schuld wordt gedragen door de Zoon van God, die zondeloos is. De straf op de zonde ligt bij Hem, niet bij ons. De gevolgen van onze zonden, zoals de gevolgen voor ons leven, blijven echter voor onze eigen rekening.

 

Hoe moeten wij biechten?

Biechten is noodzakelijk, maar het gebeurt op de juiste plaats: bij God zelf. In de katholieke kerk is de priester degene die de biecht aanneemt en vergeving schenkt, en soms ook straf oplegt. Dit systeem is echter onbijbels.

 

De Bijbel leert ons dat iedere gelovige zelf priester is, een koninklijk priesterschap. Wij mogen direct tot God komen met onze zonden en problemen, zonder tussenkomst van een mens. Jezus Christus is onze Hogepriester in het hemelse heiligdom, en bij Hem kunnen wij terecht.

 

Voorbeelden uit de Bijbel

Koning David kon zijn eigen zonden niet vergeven, ook niet met zijn koninklijke macht. Pas toen hij zijn zonden erkende en belijdenis deed bij God, verleende God hem vergeving.

Evenzo konden de priesters die een overspelige vrouw bij Jezus brachten, haar zonden niet vergeven. Jezus zelf deed dat wel en veroordeelde haar niet. Dit laat zien dat alleen God zonden kan vergeven.

 

Conclusie

Zonde moet altijd aan God worden opgebiecht met berouw en het verlangen tot vergeving. Alleen Hij kan vergeving schenken en de straf op zich nemen. Wij zijn zelf verantwoordelijk voor de gevolgen van onze daden.

 

Piet Westein