Openbaring H2

Openbaring H2

Lees Openbaring H2

 

Hoewel het juist is dat Johannes zijn brieven adresseert aan zeven met name genoemde gemeenten in wat nu Turkije is, is zijn boodschap kennelijk niet alleen bedoeld voor deze gemeenten, maar voor de hele christelijke kerk van zijn tijd en voor de hele christelijke wereldgeschiedenis, tot de wederkomst van Jezus. Er waren veel meer gemeenten in klein Azië, dan de door hem genoemde zeven. Deze met name genoemde gemeenten heeft hij gekozen, omdat zij een bepaalde karaktertrek vertoonden, die overeenkwam met de tijd die  die deze gemeente in de wereldgeschiedenis representeerde. De boodschap is verder vooral van belang voor de individuele gelovige, in welke tijd die ook leeft. Ook onder ons zijn mensen met verschillende karaktertrekken en zwakten. Als wij de boodschap van Johannes horen, moeten wij die in de eerste plaats op ons zelf toepassen.

 

Epheze

De aanhef aan deze gemeente is: Dit zegt Hij. Jezus zelf spreekt door Johannes tot de kerk van zijn tijd, en Hij wordt hier afgebeeld, met de zeven sterren in Zijn hand, en wandelend tussen de zeven kandelaren. Hij is het die de kerk van Epheze hun boodschap (de ster) gegeven heeft die zij moeten brengen, en die het licht (de kandelaar) geeft dat zij uit moeten stralen. De betekenis van de naam Epheze is, wenselijk, deze gemeente beslaat de eerste eeuw van onze jaartelling. De gemeente is nog zuiver, de apostelen o.a. Johannes leven nog, en kunnen de meeste dwalingen weerleggen. De waarschuwing aan deze gemeente is wel dat zij hun eerste liefde verloren hebben, en als zij die niet weer hervinden, dat hun kandelaar, dat is het licht van de Geest, van zijn plaats zal worden genomen, zij zullen dan in duisternis wandelen. Het positieve in de boodschap is dat zij de Nicolaïeten haten, waarvan God zegt dat ook Hij hen haat. Wie zijn die Nicolaïeten? Het is een verwijzing naar mensen die binnen de gemeente als een soort priester willen heersen, de naam valt in twee stukken uiteen, Nico-Laos, Nico betekent heerser, Laos betekent volk, dus heerser over het volk. Wij vinden die naam en die betekenis ook terug in de naam St. Nicolaas, ook hij is een bisschop die heerst, aan de ene kant geeft hij cadeaus, en aan de andere kant heeft hij een knecht bij zich die straffen uitdeelt.  Alle religies (inclusief Israël) hadden een heersende priesterklasse. De bedoeling van God voor Zijn gemeente was dat zij anders zouden zijn, dat er slechts dienaars van het woord zouden zijn, en geen heersende priesterkaste. De bemoediging die zij te horen krijgen, is dat als zij overwinnen, zij zullen eten van de boom des levens, die in het paradijs is.

 

Smyrna

Aan deze gemeente openbaart Jezus zich als de Eeuwige God, de Alfa en de Omega, het begin en het einde, de opgestane Heer. Zeer terecht want duizenden stierven de marteldood, omdat zij geloofden in een opgestane Heer. De tijd van deze gemeente is van het jaar A.D. 100-300 . Waar de eerste gemeente vooral werd vervolgd door de Joden die Jezus niet hadden aangenomen, daar is het nu vooral het Romeinse keizerrijk dat hen wreed vervolgt, en ter dood laat brengen. Vaak werden al hun goederen verbeurt verklaard, zodat de christenen zeer verarmden. Geen wonder dat Johannes hen omschrijft als arm en verdrukt. Hij omschrijft degene die hen vervolgt als de duivel. Het grote probleem van de gelovigen was in hoeverre zij een compromis konden sluiten met de wereld, sommigen van hen gingen hierin zover dat zij de sabbat inruilden voor de zondag, dat was de eerbiedwaardige dag van de zon. De zonnecultus was de heersende religie in het Romeinse rijk, en de keizer was de zonnegod. Door de keizer te eren werd de vervolging minder. Johannes zegt van hen: Zij zeggen dat zij Joden zijn, (hij bedoelt hier christenen) maar zij zijn het niet, zij zijn een synagoge van satan. Zij zouden volgens Johannes een verdrukking kennen van tien dagen, (dat is in de profetie tien jaar) die vervolging is er ook geweest onder Diocletianus, en was één van de hevigste die de kerk heeft gekend. De belofte aan deze gemeente is, dat als zij volhouden, zij van de tweede dood geen schade zullen lijden.

 

Pérgamum

De naam Pérgamum betekent zo iets als hoog verheven. Haar begintijd is A.D. 313 het moment dat Constantijn de Grote zich zogenaamd tot het Christendom bekeert. Alle vervolging van de kerk stopt, en de kerk wordt verheven tot staatsgodsdienst, de keizer wordt hoofd van de kerk en hij bepaalt wat waarheid is. De keizer wijst bisschoppen aan die ook politieke macht krijgen. Honderdduizenden omarmen nu het christendom, vrijwillig of gedwongen, hele legers worden gedwongen door de rivier te waden, waarna hun gezegd wordt dat zij gedoopt zijn. Deze geweldige toestroom van onbekeerde of half bekeerde heidenen heeft een grote invloed op de kerk. In vers 13 van het tweede hoofdstuk staat: Ik weet, waar gij woont, daar waar de troon van satan is. Het gaat niet goed met deze gemeente. Binnen deze grote kerk zijn een hand vol ware gelovigen overgebleven. De oproep van God aan deze ware gelovigen, is dat zij niet in de val van Bileam moeten vallen, dat is dat zij geen afgodendienst zouden bedrijven. Hier is opnieuw de waarschuwing tegen de Nicolaïten, de kerk dreigt beheerst te worden door bisschoppen, die de leer van de kerk, met dwang aan hun volgelingen opleggen. Wat de Nicolaïten precies leerden is niet helemaal  bekend, buiten dat zij een gnostische sekte waren die leerden dat de zonden begaan door het lichaam de geest niet konden bezoedelen.

Op zeven maart A.D. 321 wordt tijdens het concilie van Nicea de zondag officieel als rustdag voor de christelijke kerk aangewezen, de kerk wijkt steeds verder af van wat God in Zijn woord zegt. De reactie van God is dat als zij zich niet bekeren, Hij zal komen om strijd te voeren met het zwaard (Zijn woord) dat uit Zijn mond komt.

De belofte voor deze gemeente is: Wie overwint, die zal ik geven van het verborgen manna. Jezus wijst er op dat het manna wat Israël in de woestijn at, naar Hem verwees. Zij zouden gevoed worden met het levende Woord, dat voor de wereld verborgen was. De witte steen wijst naar de zondeloosheid die de gelovige ontvangt, als hij zijn zonden op het Lam van God legt. De nieuwe naam die wij krijgen, wijst naar de unieke relatie, die iedere gelovige heeft met zijn hemelse Vader.   

 

Thyatira

De tijdsduur van deze gemeente is de langste van allemaal, 1260 jaar. Deze tijd wordt zowel door de profeet Daniël als ook door Johannes zelf in de Openbaring gebruikt. Het komt voor als, een tijd, tijden en een halve tijd, dat is een jaar, twee jaar en een half jaar, bij elkaar is dat 1260 dagen. In de profetieën wordt een dag vaak gebruikt als verwijzing naar een jaar. Verder zien wij deze periode terug als 42 maanden, of 1260 dagen, zij verwijzen allemaal naar dezelfde tijd, de tijd van de donkere middeleeuwen. Het zijn de gelovigen van de gemeente Thyatira die ze meemaken. Jezus verschijnt hier in Zijn goddelijke almacht, in hun verzoeking zijn ze niet alleen. Jezus begint met hen te vertellen dat Hij weet van hun liefde voor Hem, en de volharding waarmee zij hun geloof vasthouden. In tegenstelling tot de gemeente Epheze zijn hun laatste werken groter dan hun eerste, maar toch volgt ook hier een waarschuwing. Maar Ik heb tegen u, dat gij de vrouw Izebel (zij is de heidense koningin die het volk Israël leerde afgoden te aanbidden) laat begaan, die zegt, dat zij een profetes is, en zij leert en verleidt mijn knechten om te hoereren en afgodenoffers te eten. Wij spreken hier over de tijd dat de katholieke kerk de enige christelijke kerk is. De vrouw in de profetie staat altijd voor een religieuze macht, als zij zoals hier aangeduid wordt met Izebel, dan is dat een afgodische kerk. Als de vrouw in de profetie in wit gekleed is, dan is het de bruid van Christus, de ware gemeente. De oproep van Jezus aan de ware gelovigen, die nog in deze gemeente zijn is om het ware evangelie ook hier duidelijk te laten horen. Gelukkig zijn er door alle eeuwen heen ware gelovigen geweest, die in hun tijd een waarschuwing hebben laten horen. Deze gemeente eindigt wanneer de Reformatie begint. Zij (Izebel) heeft een zeer lange tijd gekregen om zich te bekeren.

De belofte die deze gemeente krijgt is dat zij de morgenster krijgen. De morgenster is één van de namen voor Jezus, Hij is de heldere Morgenster, Hij zal ons pad verlichten, als wij bereid zijn naar Zijn stem te luisteren. Wie een oor heeft die hore. 

Deze gemeente verdient veel meer ruimte om haar te behandelen dan dat ik hier kan nemen, als u meer wilt weten, lees dan Het grote conflict, van E.G. White, of De strijdende kerk van P.A. de Rover.

 

Piet Westein