Bekeer je, bekeer je!
Dit hoorde ik vaak van de preekstoel toen ik jong was. En in mijn hart vroeg ik me af: “Hoe doe ik dat, bekeerd worden?” Niemand vertelde me echt hoe dat werkte. Er was altijd iets vaags, iets onbenoembaar, dat gevoel van "dat weet je pas als het moment daar is". Het was alsof je het in de kleine lettertjes van een contract moest lezen. Misschien kent u dat wel, je moet altijd die kleine lettertjes goed lezen voordat je je handtekening zet. Soms lijken we God als een soort menselijke instantie te zien. Mensen willen zelf de regie hebben, maar stellen zich voor dat God op de een of andere manier ook menselijk moet zijn.
In dat ‘contract’ tussen God en de mens staat dan in de kleine lettertjes: “U moet uitverkoren zijn en door God geroepen worden.”
Je moet elke dienst bijwonen, want misschien word je daar wel geroepen. Je moet veel bidden, tot je knieëen pijn doen. En dan maar hopen dat "dat moment" zich ooit aandient.
Er zijn zelfs geloofsovertuigingen die zeggen dat er maar 144.000 mensen uitverkoren zijn, over de gehele geschiedenis van de mensheid. Het lijkt wel alsof je meer kans hebt om miljonair te worden in een loterij dan om uitverkoren te zijn.
Sommige mensen zeggen zelfs dat God liefde is, ja, voor de uitverkoren mensen, maar de rest? Tja, voor hen is er geen plek in Gods plan. Ze zouden voor altijd gescheiden zijn van Zijn liefde. Dat klinkt alsof we Gods liefde terugbrengen tot iets veel te kleins, iets wat niet in Zijn hart past.
Als je je niet kunt vinden in deze overtuigingen, hoef je niet wanhopig te worden. Er is altijd nog een andere weg. Een weg die makkelijker is dan je zou denken.
In Johannes 14:6 zegt Jezus: “Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.”
Dat betekent dat geen organisatie, geen predikant, geen geestelijke en zelfs geen geld ons kan redden. Het is alleen door de genade van God, door Jezus, dat we kunnen worden gered. Wat een ongelooflijk geschenk! Het is gratis, zonder voorwaarden. Jezus stierf voor onze zonden, voor iedereen. Hij heeft voor ons geleden, niet op een manier die wij ons kunnen voorstellen. Het was een onbeschrijfelijk offer, omdat Hij zoveel van ons houdt. En omdat God liefde is, is het zelfs zo simpel en puur.
En toch, er zijn nog steeds geloofsovertuigingen die een eeuwige hel voorstellen voor wie niet uitverkoren is of voor God kiest. Dit idee komt niet van God, maar van menselijke gedachten die ver van Zijn liefde staan.
In Jeremia 19:5 lezen we: “Zij hebben de hoogten van de Baäl gebouwd om hun kinderen met vuur te verbranden als brandoffers voor de Baäl, wat Ik niet geboden en niet gesproken heb, en in Mijn hart niet is opgekomen.”
God is liefde, Hij zou nooit willen dat Zijn kinderen lijden. Het komt niet eens in Zijn hart op om zoiets te doen. Hoe kan iemand denken dat God zou toekijken terwijl Zijn kinderen voor altijd lijden? Hij, die onze Vader is, zou nooit zoiets willen.
Stel je voor: je kinderen luisteren niet, en je besluit ze in het vuur te gooien, terwijl jij rustig in de zon ligt. Het klinkt absurd, en dat is precies wat het is. Het idee van een eeuwige hel is te gruwelijk voor woorden, zelfs voor ons mensen. En nog minder voor een God die van ons houdt.+
In Lukas 11:9-13 spreekt Jezus ons hartverwarmend toe:
“Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden. Want ieder die bidt, ontvangt; wie zoekt, vindt; en wie klopt, voor hem zal er opengedaan worden. Welke vader onder u zal aan zijn zoon, als hij hem om brood vraagt, een steen geven? Of als hij om een vis vraagt, hem een slang geven? Als u die slecht bent, weet uw kinderen dan goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen die tot Hem bidden?”
Wat een liefdevolle Vader hebben we! Hij geeft ons altijd wat we nodig hebben, en Hij wil dat we met open hart tot Hem komen.+
Greetje Jansen