Type: De doortocht door de zee: het oude leven sterft af, het nieuwe begint.
Antitype: De doop in Christus: sterven met Hem, opstaan tot nieuw leven.
Inleiding:
De nacht van het Pascha ligt achter hen. De Israëlieten zijn op weg gegaan. Voor het eerst in eeuwen zijn ze vrij… maar dan komt de angst terug. Farao achtervolgt hen met zijn leger. Voor hen ligt een zee. Achter hen galopperende paarden.
Het lijkt alsof hun bevrijding tevergeefs was.
Herken je dat? Dat je een stap in geloof hebt gezet, maar je oude angsten weer opduiken? Je voelt je gevangen tussen verleden en toekomst. Maar wat God toen deed, doet Hij nog steeds: Hij maakt een weg waar geen weg is.
1. Het wonder van de zee.
God zegt tegen Mozes:
“Spreek tot de Israëlieten, dat zij opbreken... Hef uw staf op... en splijt de zee.” Exodus 14:15-16
En het wonder gebeurt: de zee wijkt. Het volk gaat er midden doorheen, tussen muren van water. En als ze aan de overkant komen, kijkt Mozes om. Het water stort terug. Egypte is weg. De vijand is verslagen. De slavernij ligt voorgoed achter hen.
2. Doop, het beeld van bevrijding.
Wat daar bij de Rode Zee gebeurde, is niet alleen een historisch wonder. Het is een krachtig beeld van de doop:
“Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, zoals Christus uit de doden is opgewekt... zo ook wij in nieuwheid van leven zouden wandelen.” Romeinen 6:4
Paulus zegt ook:
“Onze vaderen... zijn allen in Mozes gedoopt in de wolk en in de zee.” 1 Korinthe 10:2
De doop is geen formaliteit. Het is een geestelijke mijlpaal. Het zegt: mijn oude leven blijft achter. De zonde heeft geen recht meer op mij. Ik behoor nu toe aan Jezus. Mijn vrijheid is echt, want mijn vijand is verdronken.
3. God leidt, ook in het onmogelijke.
Misschien voel jij je nu juist zoals Israël vóór de zee: geen uitweg, geen kracht, geen hoop. Maar kijk wat Mozes zegt:
“Wees niet bevreesd. Sta vast, zie het heil van de HEERE... De HEERE zal voor u strijden, en ú moet stil zijn.”
Exodus 14:13-14
Soms is geloof: stil worden en God laten werken. Hij maakt een pad waar jij geen pad ziet. Hij opent wateren. Hij sluit het verleden af. Maar dan vraagt Hij wél dat je gaat. Dat je een stap zet.
4. Het leven na de doop
De doortocht is niet het eindpunt, het is het begin van een woestijnreis. Het volk moet leren vertrouwen. Zo is het ook na de doop. Het oude leven is voorbij, maar nu begint het proces van geestelijke groei. Bevrijd, maar nog niet in het beloofde land.
God is erbij, als wolkkolom overdag, als vuurkolom bij nacht. Hij is onze Gids.
Vraag:
Ben jij bereid jouw oude leven achter je te laten, echt, volledig? Of kijk je nog vaak om naar Egypte?
Durf jij de stap te zetten en God te vertrouwen, ook als je geen pad ziet?
Gebed:
Heere God,
U hebt het water gespleten. U hebt mijn vijand verslagen.
Leer mij om te gaan, niet terug naar Egypte, maar voorwaarts naar U.
Laat mijn oude leven achterblijven in het graf.
En leid mij in Uw licht, door Uw Geest, naar het Beloofde Land.
In Jezus’ Naam.
Amen.