35. David - Opstand van Seba (2 Samuël 20)

34. Opstand van Seba (2 Samuël 20)
 

Eindelijk komt de menigte, die David op is wezen halen van het Overjordaanse, in Jeruzalem aan. Nauwelijks is David weer op zijn troon, in zijn paleis, geïnstalleerd, of daar treedt een boodschapper binnen. Hij heeft een ontstellend bericht:

"O koning, er is opstand uitgebroken. Seba, de Benjaminiet, heeft op de krijgstrompet geblazen. Hij heeft veel van uw volgelingen uit de Israëlieten van u afvallig gemaakt."

Daar zit je dan als koning. Je bent net terug in je paleis en je moet alweer vrezen voor je leven. Deze opstand van Seba is in potentie gevaarlijker voor Davids koningschap dan die van Absalom. Waar Absalom hoofdzakelijk steunde op de stam van Juda, probeert Seba de tien stammen te overtuigen hém te volgen in zijn opstand tegen de koning.

David laat door Amasa, zijn kersverse opperbevelhebber, de soldaten van de stam van Juda mobiliseren. Maar het zijn uiteindelijk de keurtroepen onder leiding van Joab, de Kretieten en de Pletieten, die de jacht openen op de opstandeling Seba. Joab is nog maar net op weg met zijn troepen als hij Amasa, zijn baas, ontmoet. Zoals wij weten is Amasa nu opperbevelhebber van het leger.

Joab ziet zijn kans schoon om zijn functie weer terug te krijgen. Daarom steekt hij Amasa onverwacht dood met zijn zwaard, terwijl hij hem omhelst en hem de broederkus geeft. Na deze misdaad neemt Joab zijn oude rang als generaal van het leger van Israël weer op zich. Nu moet hij die opstandeling Seba nog zien te vinden. Met hem moet natuurlijk ook nog worden afgerekend.

Seba is door alle stammen van Israël getrokken. Nu heeft hij een leger bij zich in de stad Abel-Bet-Maäka. Hier heeft hij zich verschanst. Terwijl de troepen van Joab proberen door de muur van de stad te breken, is daar ineens een vrouw op de muur van de stad.

Zij roept om Joab. Als hij verschijnt, zegt zij: "Luister naar mij, ik ben een moeder in Israël. Waarom probeer je het volk van GOD te vernietigen?" Joab zegt dat hij dat helemaal niet wil, dat het hem alleen maar gaat om de opstandeling Seba.

"Als jullie hem uitleveren, trekken wij weer weg."

Deze vrouw was in de stad bekend om haar wijsheid. Toen zij Joab beloofde dat zij het hoofd van de opstandeling Seba over de muur zou werpen, ging Joab daarmee akkoord. Dit was een oplossing die geheel in de lijn was met het karakter van Joab, zoals wij hem hebben leren kennen. De klus is geklaard. Joab en zijn troepen gaan weer naar Jeruzalem met het goede nieuws. David kan zijn rijk gaan hervormen.

 

Wat heb je nu aan een zachtmoedige generaal?

Zoals wij tot nog toe gezien hebben, is de Bijbel een verslag van de zonden van falende mensen. Wij schieten tekort in alle doelen die onze Schepper voor ons heeft gesteld. Wij hebben nu Joab, de generaal van David, gezien en de manier waarop hij zijn positie meende te moeten verdedigen. Wij zien ook een David die niet op durft te treden tegen zijn opperbevelhebber, uit angst voor zijn eigen positie.

Wij, gelovigen van alle eeuwen, worden opgeroepen zachtmoedig met onze medemens om te gaan. Als men ons op de ene wang slaat, moeten wij de andere toekeren. De wet van deze, door satan beheerste, wereld is: "De eerste klap is een daalder waard." (Een daalder is een oude munteenheid.) Van nature wachten wij geeneens die eerste klap op de wang af.

De manier waarop Joab Amasa doodt,  hij steekt zijn zwaard in zijn buik terwijl hij hem de broederkus geeft — doet ons natuurlijk denken aan de manier waarop Judas zijn Meester verraadt. Wij verbergen onze haat en onlustgevoelens vaak onder een fluwelen deken. (Wij zijn uiteindelijk christenen...) Maar dat wil niet zeggen dat wij onze tong niet gebruiken als een zwaard, om onze vijanden te verwonden door achterklap.

Het is bij hoge uitzondering dat de Bijbel melding maakt van mensen die hun vijanden liefhebben. Dat neemt niet weg dat dat gebod de grondslag is van de tien geboden en het karakter weerspiegelt van onze Schepper. Wij zijn degenen die Hem dagelijks op de wang slaan als wij onze broeders en zusters niet van harte liefhebben. Joab mag dan al duizenden jaren dood zijn, maar zijn karaktereigenschappen zijn in velen van ons nog steeds herkenbaar.

 

Reorganisatie is geen zwakte, maar een geestelijk principe

Dit hoofdstuk eindigt met het feit dat David allerlei ambtenaren aanstelt. Hij had dat ook al gedaan toen hij de eerste keer zijn troon in Jeruzalem vestigde. Ook toen hij vanuit Hebron regeerde had hij natuurlijk mensen die alles voor hem regelden. Dit is zeker niet vreemd. Ook GOD zelf doet dat, wanneer Hij ziet dat Zijn gemeente op aarde totaal van Hem afdwaalt.

In het tweede en derde hoofdstuk van het boek Openbaring zien wij dat GOD tot zevenmaal toe Zijn gemeente op aarde totaal reorganiseert.

Wij als GODS laatste gemeente op aarde moeten dan ook ons huis,  zowel individueel als collectief,  regelmatig reinigen.


 
Piet Westein
 

P.S.
Wij moeten maar veel oefenen met die wang toekeren. Het tintelt zo lekker als ze je slaan. Probeer het maar eens. Op een gegeven moment krijg je er eelt op.