35. Oordeel en Genade - Manasse wordt koning als hij bar mitswa is
2 koningen 21
Koning Hizkia heeft zijn vijftien jaren, die hij van God extra heeft gekregen, uitgeleefd en is gestorven, zoals door Jesaja was voorzegd. In die vijftien jaar heeft hij een zoon verwekt met de naam Manasse. Deze jonge knaap komt op de troon van het koninkrijk Juda in plaats van zijn vader Hizkia. Men vraagt zich af of Hizkia voor die tijd geen kinderen heeft verwekt die ouder waren, en daarom een grotere claim op de troon konden laten gelden.
Het kan ook zijn dat Hizkia deze zoon als bijzonder heeft gezien, omdat hij in blessuretijd was verwekt en geboren. Hoe dan ook, deze zoon van Hizkia wordt op zijn twaalfde jaar ook een zoon van de wet, bar mitswa. Zijn moeder heet Hefsiba, “mijn wil.” Van hem staat geschreven dat hij vijfenvijftig jaar lang regeert. Hij leidt een zeer zondig leven. Al de altaren die onder de regering van zijn vader Hizkia waren afgebroken, herbouwt hij, en er is geen afgod die hij en zijn volk niet dienen.
Hij aanbidt de zon, de maan en de sterren. Hij misbruikt de voorhof van de tempel om daar altaren van deze afgoden op te richten, naast het altaar van de Schepper God. Hij gaat zo ver dat hij zijn eigen zoon offert aan deze afgoden door hem in het vuur te werpen. Hij hield zich ook bezig met tovenarij en waarzeggerij. Hij stelde ook geestenbezweerders aan die de geesten van doden moesten raadplegen. Ook laat hij een groot beeld van de Astarte oprichten op de voorhof van de tempel, waarmee hij God zeer krenkt.
Deze Manasse was zo wreed en bloeddorstig dat hij Jeruzalem vulde met het bloed van iedereen die niet meedeed aan zijn afgodendienst, zodat hij de stad vulde met het bloed van de onschuldigen, van het ene eind tot het andere. Er was niemand meer die de ware God durfde te belijden.
Ondanks dit grote gevaar stuurt God zijn profeten naar Jeruzalem om hen tot bekering op te roepen. Zij waarschuwen het volk voor wat er zal gebeuren als zij zich niet bekeren. Maar wat God ook probeert, het heeft geen effect.
Dit had allemaal niet kunnen gebeuren als God Hizkia’s gebed om genezing niet had verhoord. Dan was deze Manasse nooit geboren geworden. Maar toch is ook hier licht in deze duisternis. De koning van Babel komt naar Jeruzalem en neemt Manasse gevangen en zet hem in Babel in de gevangenis. In deze gevangenis komt deze grote zondaar tot bekering. God luistert naar zijn gebed en verlost hem uit zijn gevangenschap. Groter wonder van Gods liefde en vergevingsgezindheid ken ik niet, of het moet de vergeving van mijn eigen zonden zijn. Ook deze zondige Manasse krijgt, net als zijn vader Hizkia, extra jaren in vrijheid om God zijn dankbaarheid te tonen.
Hieruit blijkt de liefde van God
Deze en soortgelijke geschiedenissen in het Oude Testament geven ons de moed om, ondanks onze zwakheid en zonden, te blijven geloven dat God ook u en mij kan, wil en zal vergeven, ondanks dat wij dagelijks overtreden in veel dingen. Als de Bijbel slechts een boek vol heiligenverhalen was, dan zou ons de moed ontzinken. Nu kunnen en durven wij tot God gaan, beladen met onze zonden en tekortkomingen, wetende dat Hij bij machte is onze zonden te vergeven en ons te reinigen van alle kwaad.
Maar hoe zit dat met al die tijd dat Manasse geen goede daden heeft gedaan, vóór zijn bekering en misschien ook wel daarna. Wij zijn toch geroepen om goede daden te verrichten. Zou het misschien zo zijn dat de goede daden die Jezus in Zijn leven heeft gedaan ons ook toegerekend worden? Dan is Hij niet alleen voor onze zonden gestorven, maar heeft Hij ook het goede leven geleefd waar ik nooit aan toegekomen ben. Die goede daden die van mij worden gevraagd, worden mij door Hem ook toegerekend. Ik ben daarom niet alleen vrij van de zonden, omdat die op Hem zijn gelegd, maar ik heb ook een blaamloos leven geleid doordat Zijn leven en goede daden mij worden toegerekend.
Wat een geweldige God hebben wij, die onze zonden op Zich neemt en ons Zijn zondeloos leven toerekent, alsof wij dat geleefd hebben. Alleen zo kan ik met absolute zekerheid weten dat ik een behouden kind van God ben, en dat ik dat eeuwige leven reeds nu heb, omdat het een gave is van God die het ons toerekent in Zijn Zoon Christus Jezus. Alleen deze wetenschap neemt de angst voor het oordeel van ons weg en geeft ons de zekerheid dat wij behouden kinderen van God zijn.
Als deze zondige koning Manasse door God kan worden gered en zijn zonden vergeven worden, dan kan dat voor u ook zo zijn als u Zijn liefde wilt aanvaarden en uw zonden wilt loslaten en Hem dienen.
Piet Westein.
P.S.
Ik hoop u allemaal op die eeuwige sabbat te ontmoeten. Daar kunnen wij zelf aan Manasse vragen hoe hij tot bekering is gekomen en waar hij de euvele moed vandaan heeft gehaald om, zo beladen met een leven lang van ernstige zonden, voor God te verschijnen in de hoop vergeving te krijgen. Hij moet een moedig man geweest zijn. Het werk van de Heilige Geest in de zondige mens is onnaspeurbaar.