33. David - Terug op je troon, David (2 Samuël 19:9-23)

33. David - Terug op je troon, David (2 Samuël 19:9-23)

 

Verdeeldheid in het land

Terwijl David, ver weg van Jeruzalem en over de Jordaan, afwacht hoe de twaalf stammen zullen reageren op de dood van zijn zoon Absalom, is er grote verdeeldheid in het volk. Nu pas beginnen de Israëlieten zich te realiseren wat David voor hen gedaan heeft toen hij nog koning over hen was.

Was hij het niet die keer op keer die nare Filistijnen uit het land verdreef? Was hij het niet die van Jeruzalem een schitterende hoofdstad had gemaakt? En waren het niet hun vijanden die nu voor Israël beefden, in plaats van andersom?

Langzaam begint het volk te beseffen dat ze er niet beter aan zouden doen dan hun oude koning weer op zijn troon te zetten. Hij was immers de door God aangewezen en gezalfde koning! Zodra dit besef doordringt, ontstaat er haast: wie zal de eerste zijn om de koning van over de Jordaan terug te halen naar zijn land?

De stam van Juda, onder leiding van de priesters Sadok en Abjatar, stuurt de familiehoofden om opnieuw trouw aan David te zweren.

Trouw en trouweloosheid

David heeft intussen nog een zware persoonlijke kwestie op te lossen: zijn opperbevelhebber Joab heeft namelijk tegen zijn uitdrukkelijke bevel in zijn zoon Absalom gedood. Absalom had op zijn beurt Amasa, de zoon van een halfzus van David, tot opperbevelhebber van zijn leger benoemd.

Nu Absalom dood is, zou Amasa een bedreiging kunnen vormen voor David. Maar David bedenkt een slimme zet: hij slaat twee vliegen in één klap. Hij belooft Amasa de functie van opperbevelhebber over het verenigde leger van Israël. Daarmee straft hij Joab, die zijn positie verliest, en neutraliseert hij Amasa, die nu onder David staat.

 

Simi zoekt genade

We herinneren ons nog Simi, de Benjaminiet, die David vervloekte toen hij op de vlucht was voor Absalom. Hij had grote invloed in zijn stam en had velen overgehaald om de opstand te steunen. Maar nu David weer in aantocht is, ziet Simi de bui al hangen.

Zijn kansen om in leven te blijven lijken klein, dus besluit hij het gevaar tegemoet te gaan. Hij overtuigt eerst de stam van Benjamin om zich opnieuw achter David te scharen. Daarna trekt hij, met duizend Benjaminieten, naar de Jordaan om David te verwelkomen.

Zodra hij de koning ziet, werpt hij zich op de grond en belijdt zijn zonde en opstand. Hij wijst erop dat hij als eerste van de stammen naar de koning is gekomen om hem trouw te betuigen. De brandende vraag op zijn lippen is: “Kunt u mij mijn zonde en dwaasheid vergeven?”

Voordat David kan antwoorden, komt Abisai tussenbeide: “Moet Simi hier niet voor sterven? Hij heeft de gezalfde des HEREN vervloekt! Daar is toch geen vergeving voor mogelijk?”

Maar David antwoordt: “Vandaag zal niemand in Israël sterven.” Daarmee maakt hij ook duidelijk: “Ik ben opnieuw rechter over heel Israël.”

 

De terugkeer van David als type van de wederkomst van Jezus

We hoeven niet ver terug in de geschiedenis om parallellen te ontdekken met onze eigen tijd. Waar David eerst vrijwel absolute macht had over Israël, brokkelde die steeds verder af. Zo ook met het christelijk geloof: waar nog geen honderd jaar geleden bijna iedereen tot een kerk behoorde, zien we nu een massale leegloop.

David kon ooit honderdduizenden onder zijn banier verzamelen; op het laatst bleef er slechts een klein, trouw groepje over. En kijk eens rond in onze tijd: wat is er overgebleven van die miljoenen gelovigen? Zijn ze niet weggesmolten als was? Zoals de Openbaring voorzegt: de hele wereld gaat met verbazing achter het beest aan. Geen wonder dat Jezus vraagt: “Als Ik wederkom, zal Ik dan nog geloof vinden op aarde?”

Was dit onvermijdelijk? Moeten wij dit zomaar laten gebeuren zonder iets te ondernemen? Nee, wij zijn geroepen om de geestelijke wapens op te nemen en de vijand een halt toe te roepen.

“Ja maar,” hoor ik u zeggen, “de vijand is met zovelen! Ze willen helemaal niet luisteren naar het evangelie dat ik breng. De evolutietheorie heeft hen doof gemaakt voor een Schepper-God.”

Dat lijkt waar. Maar als we terugkijken naar de tijd van David, zien we dat bijna het hele volk zich achter de opstandige Absalom schaarde. Toch was het dat kleine, trouwe groepje rondom David dat de overwinning behaalde. Net als toen komt ook nu de opstand niet alleen uit het volk, maar vooral uit de hoek van de machthebbers en de intellectuelen – zij sluiten zich aan bij die briljante gevallen engel Lucifer.

De verleidingen van satan en zijn gevallen engelen zijn eindeloos. Hij heeft ons overladen met afleidingen – elektronica, schermen, amusement – zodat we nauwelijks nog de rust vinden om geestelijk contact met God te onderhouden.

Om satan te dienen hoef je weinig moeite te doen. Maar om God te dienen moeten we bewust, dagelijks, in gebed en Bijbelstudie onze geestelijke wapens scherp houden.

En vergis je niet: als het goed met je gaat, je gezond bent, een fijne baan hebt, lieve kinderen en geen geldzorgen, dan is dat geen wapenstilstand met satan. Integendeel, hij verleidt velen juist in tijden van voorspoed om hun afhankelijkheid van God te vergeten. Misschien wel meer dan in tijden van nood.

Wees waakzaam, gelovige van deze tijd! Ook als je oud en moe bent, als je denkt dat je mag rusten van de geestelijke strijd, zal de vijand proberen je tot zijn bondgenoot te maken. De wapenrusting van God past je nog steeds – ook als je oud en versleten bent.

Blijf uitzien naar de komende Koning.

 

Piet Westein

 

P.S.

Nog is de strijd voor David niet voorbij. Wie kan hij nog vertrouwen? Wie moet hij straffen, en wie belonen?
Ik wens hem veel wijsheid toe.