30. Oordeel en Genade - Pascha voor het hele volk
2 Kronieken 30
Hizkia had nauwelijks de tempel van de Heer gereinigd, of het idee kwam bij hem op om het Pascha in ere te herstellen. Hij vond het niet genoeg om alleen een feest voor het koninkrijk van Juda uit te roepen, nee, ook de andere tien stammen werden uitgenodigd om het lang verwaarloosde feest mee te vieren. Hiertoe zond hij boden door heel Juda en Israël met de uitnodiging aan alle familiehoofden om naar de tempel te komen en dat grote Bijbelse feest te herstellen.
Nu kun je nog wel eens Pasen willen vieren, maar het probleem is dat dit feest gebonden is aan een bepaalde datum. Het was te kort dag om op die datum genoeg priesters bijeen te krijgen die zich geheiligd hadden. Het was ook te kort dag om alle stammen vóór de veertiende nisan uit te nodigen. Daarom besloot het hele volk om het feest een maand later te vieren. In het kader van: beter laat dan nooit.
Maar toen de ijlboden in het tienstammenrijk kwamen met hun uitnodiging, werd men uitgelachen. De oproep om alle afgoden te verlaten en een feest voor de Heer te vieren, klonk hen wereldvreemd in de oren. Slechts een handvol uit enkele stammen luisterde naar de oproep tot levensheiliging.
Hoe anders ging dat in Juda. Hier kwamen duizenden bijeen. Zij gingen zelfs zover dat alle altaren die aan andere goden gewijd waren, in het dal van Hinnom werden geworpen in de beek Kidron. Zo reinigde men Jeruzalem van de afgoden, vóór dit grote feest.
Men hield zich ook aan de voorschriften om geen gezuurd brood te eten. Ieder huis werd gereinigd van alles wat gezuurd was en naar de zonde verwees. Zo kwam er toch nog een talrijke menigte bijeen om het feest van de ongezuurde broden samen te vieren.
De priesters en de Levieten schaamden zich dat zij zich niet geheiligd hadden, en deden dat achteraf toch nog, zodat er genoeg priesters waren om al de slachtoffers te brengen voor deze grote menigte.
Nu waren er bij deze grote menigte ook mensen die als vreemdelingen tussen de Israëlieten woonden. Ook zij waren gekomen om het Pascha te vieren. Kennelijk was in die tijd een barbecue net zo populair als nu. De koning had duizend stieren en zevenduizend stuks kleinvee gegeven. Tegen de regels in mochten ook de mensen uit het tienstammenrijk die zich niet geheiligd hadden, net als alle vreemdelingen, meedoen in dit grote feest ter ere van de God van Israël.
Koning Hizkia realiseerde zich dat dit in overtreding was met de daarvoor gegeven regels. Hij verootmoedigde zich voor God en deed voorbede voor al die mensen die deelnamen aan het feest terwijl zij niet rein waren. En zoals wij God kennen, vergaf Hij hun zonden en het volk vierde het Pascha ter ere van Hem, zoals het in jaren niet was gevierd.
Het volk was zo verheugd dat zij spontaan besloten het feest nog eens een week te verlengen. Dat was dus veertien dagen in plaats van de voorgeschreven zeven. Al die tijd loofden de Levieten de God van hun vaderen met muziek en zang. De psalmen van David werden weer tevoorschijn gehaald en op de daarvoor bestemde muziekinstrumenten gespeeld.
Er kwam een geweldige bekeeringsgolf over Juda en Israël. Het is verbazingwekkend hoe het voorbeeld van één man, in dit geval koning Hizkia, een heel volk op andere gedachten kan brengen.
Welke rol speelt Pasen voor ons in de eindtijd?
Wij weten dat het Pascha terugziet op de dag dat het volk van Israël uit Egypte werd bevrijd door de hand van de almachtige God. Maar het was tegelijkertijd een vooruitzien naar de komst van het Lam van God, dat ons zou verlossen van de Egyptische duisternis waarin wij als mensen ronddoolden.
Maar is het niet zo dat het tevens een vooruitzien is naar het moment dat datzelfde Lam zal komen om ons te verlossen van deze planeet, die door de hand van satan, de tegenstander van de Schepper, ook nu weer in een Egyptische duisternis ronddoolt? Wanneer Jezus wederkomt, zal Hij komen als Koning der koningen om de Zijnen met Zich te nemen en hen naar het hemelse Kanaän te brengen, waar wij een eeuwig tehuis hebben, door Hem bereid.
Hoe bereiden wij ons daarop voor?
Waar het volk van Israël alle zuurdesem , als beeld van de zonde, uit hun huizen moest verwijderen, moeten ook wij in onze tijd de ons bekende zonden uit ons leven wegdoen. Wat onze zonden en afgoden precies zijn, weten wij als individu maar al te goed.
Voor het geval dat u het niet weet, vraag het aan God. Het is mijn ervaring dat Hij dat zeker zal openbaren. Wij zullen schrikken van wat er nog in ons leven aanwezig is, wat kan worden verbeterd.
Maar vergeet niet dat het Paasfeest vooral een feest is. Het is én een terugzien én een vooruitblikken naar de grote daden van God voor Zijn volk. Zowel in de uittocht uit Egypte, de kruisdood op Golgotha als de wederkomst. Onze bijdrage is slechts een loflied op de verlossing door het Lam.
Laten wij vooral niet tekortschieten in die dankbaarheid voor een verlossing waaraan wij geen bijdrage kunnen of moeten leveren. Laat de studie van het Lam van God dan ook het centrum zijn van onze studie wanneer wij de Bijbel openen.
Wij kennen koning Hizkia als een grote koning, niet om de oorlogen die hij voerde, maar om de bekering die hij bewerkte onder zijn volk. Laten ook wij deelnemen aan het wegdoen van het zuurdesem van de zonden uit ons leven, zodat wij bij de wederkomst er niet door gehinderd worden. Het zal misschien even pijnlijk zijn, maar het heeft eeuwigheidswaarde. Ik zou er maar een begin mee maken, nu er nog tijd is.
Piet Westein
P.S.
Toen waren er nog de tienden en de offers. Hizkia herstelde ook de tempelbelasting en de tienden. Maar daarover hebben wij het in een volgend stukje.