25. David - Vlucht jij voor je zoon, David?
2 Samuël 15:13-37
Toen bij David het bericht binnenkwam dat zijn zoon Absalom zich tot koning had laten kronen, en dat hij met een heel leger naar Jeruzalem marcheerde, maakte David zich gereed om halsoverkop te vluchten. Zelfs de vrouwen van zijn harem nam hij mee. Slechts tien bijvrouwen liet hij achter om voor het paleis te zorgen. Zo begint een burgeroorlog, waar niemand gelukkig van wordt.
David trekt, aan het hoofd van dat deel van het leger dat hem nog trouw is, door de stadspoort van Jeruzalem. Als hij over de Kidronbeek is getrokken, blijft hij staan. Hij kijkt om en ziet wie er met hem meegaan.
Daar zijn de keurtroepen, de Krethi en de Plethi, zijn persoonlijke lijfwacht. Ook zijn er dappere mannen uit de stammen van Israël die partij kiezen voor hun oude koning. Hij heeft hen immers hun hele leven geleid. Ja, daar zijn ook de Levieten. Zij hebben zelfs de ark uit de tabernakel gehaald om die mee te nemen op deze tocht. Maar dat kan David niet verdragen. Hij stuurt hen terug en zegt dat zij de ark van God weer op haar plaats moeten zetten. Hij vraagt hen als spionnen in Jeruzalem achter te blijven onder het nieuwe regime.
Maar dan ziet hij opeens zeshonderd Filistijnen voorbijtrekken. Zijn dat niet inwoners van Gat, die met hem zijn meegegaan toen hij het land van de Filistijnen verliet? Hij laat hen halt houden en vraagt aan hun leider, Ittai:
“Waarom trek je met mij mee? Je woont hier nog maar kort. Waarom sluit je je niet aan bij mijn zoon Absalom? Bij mij kun je alleen maar kommer en kwel verwachten, want ik weet niet wat er van mij zal terechtkomen.”
Maar Ittai antwoordt:
“Zowaar de HEERE leeft, ik verlaat u niet. Waar u heengaat, ga ik ook heen. Of wij nu leven of sterven, ik blijf bij u.”
“Goed,” zegt David, “ga dan maar mee.”
Zo trekt het hele volk, al wenend, met David mee de woestijn van Judea in.
De oude raadgever
Op het laatste moment komt daar nog een oude bekende aan. Is dat niet Chusai, Davids oude raadgever? Maar wat ziet hij er toegetakeld uit. Hij heeft aarde op zijn hoofd en zijn kleren gescheurd, als teken van rouw over het onheil dat David en Israël heeft getroffen.
Wanneer Chusai zijn diensten aanbiedt aan David, zegt deze:
“Ga terug naar de stad, je zou ons alleen maar tot last zijn. Maar doe alsof je mijn zoon dient. Probeer ondertussen de raad van Achitofel te verijdelen.”
Zo heeft David, zelfs terwijl hij op de vlucht is voor zijn zoon, al een netwerk van spionnen in Jeruzalem die hem op de hoogte houden van Absaloms plannen. De plannen van de nieuwe koning zijn duidelijk: afrekenen met het oude regime, en zijn vader uitschakelen.
Een koning zonder land
Daar gaat David dan, aan het hoofd van zijn getrouwen. De meeste mannen die bij hem gebleven zijn, zijn geharde soldaten, zijn elitetroepen. Absalom heeft dan misschien meer mensen aan zijn zijde, maar dat zijn vooral gelukzoekers, die bij hem blijven zolang het goed gaat. Ze zijn zeker niet allemaal ervaren strijders.
Er heeft een geweldige schifting plaatsgevonden onder het volk van Israël. Net als bij de tarweoogst is het kaf van het koren gescheiden.
Toen Jezus op aarde rondwandelde, was Hij net als David de Gezalfde van de HEERE. Duizenden luisterden naar Zijn onderwijs. Hij was geliefd bij het gewone volk. Maar toen ze zagen dat Hij geen aards koninkrijk zou oprichten, maar als een Lam ter slachting werd geleid, keerden de meesten zich van Hem af. Uiteindelijk bleven er slechts 120 over die op de Pinksterdag de uitstorting van de Heilige Geest meemaakten.
De tien bijvrouwen
Vindt u het ook niet vreemd dat David tien van zijn bijvrouwen in Jeruzalem achterlaat om zijn paleis te bewaken? Wat kunnen die tien vrouwen doen tegen het leger van Absalom, dat eraan komt om heel Israël te veroveren?
We worden bijna gedwongen om hier een profetische betekenis in te zien. In de profetie staat een vrouw voor een kerk of geloofsgemeenschap. Het getal tien wordt vaak geïnterpreteerd als “allemaal”. Zou dit voor onze tijd betekenen dat alle kerken op aarde de luxe van deze wereld zullen verkiezen boven het delen in de verdrukking van de ware bruid van Christus?
Zij zullen gevonden worden in de paleizen van deze wereld.
In de komende weken zullen we zien wat er met deze tien bijvrouwen gebeurt. Het is geen fraai verhaal. Toch is het waardevol om dit te lezen, als we het begrijpen in profetisch licht.
De zeshonderd Filistijnen
Dan nog even over die zeshonderd Filistijnen die met David meetrekken de woestijn in. Het getal 6, 60 of 600 verwijst in de Bijbel naar de schepping, Adam werd op de zesde dag geschapen, maar ook naar het moment waarop ieder mens rekenschap zal moeten afleggen.
Laten we niet vergeten dat toen Israël uit Egypte trok, er ook een menigte vreemdelingen met hen meeging.
Als Jezus straks terugkomt, kan het zomaar zijn dat er opnieuw een grote schare, die niemand tellen kan, met ons meetrekt, uit dit donkere Egypteland.
Piet Westein
P.S.
Ik weet niet wat ik moet hopen voor deze twee legers. Het ene leger volgt David, hij is nog steeds de gezalfde van de HEERE. Het andere volgt Absalom, hij heeft het koningschap gestolen. Hier is hij een beeld van satan. Maar toch volgt heel Israël die briljante, mooie jonge man, terwijl de oude van dagen, David, zijn zoon probeert te redden.
Donkere wolken pakken zich samen. Zet je maar schrap.