02. Adderengebroed. Mattheus 3
Matthéüs gebruikt het derde hoofdstuk van zijn evangelie om het werk van de voorloper van de Messias te beschrijven. Hij doet dat in telegramstijl. Niets over zijn geboorte en hoe hij opgroeide. Hij gaat direct naar de essentie. De boodschap van Johannes de doper was er één van bekering. Bekeer u want het koninkrijk van God is nabij gekomen. Hiermee verkondigde Johannes de Eliaboodschap voor zijn tijd. Dat zijn boodschap effect had blijkt wel uit het feit dat hele scharen zondaars kwamen om zijn boodschap te horen, zich bekeerden en zich lieten dopen.
Van deze boodschapper van God hadden de profeten Jesaja en Zacharia al geprofeteerd dat hij komen zou. Jesaja zei: De stem van één die roept in de woestijn, “Bereid de weg des Heren, maakt recht Zijn paden”. Zacharia noemt hem zelfs de door God gezonden Elia. Nu droeg Johannes ook een kleed zoals de oudtestamentische profeten. Een kamelenharen mantel en een leren gordel. Zeker niet de opzichtige kleding van de rijken, noch ook de kleding van de priester waar hij vanwege zijn geboorte toch recht op had. Hij was immers de zoon van een priester. Merk op dat Johannes niet naar de mensen toegaat zoals Jezus dat zou doen, maar dat de mensen naar hem toe kwamen om zijn boodschap te horen.
Niemand van de mensen die gedreven door hun zondenlast tot hem kwamen wees hij af, zolang zij hun zonden beleden en zich bekeerden. Maar als er mensen (Farizeeën) kwamen die dachten dat zij geen zonden hadden en geen bekeringsdrang voelden, maakte hij hen duidelijk dat hun afstamming, noch wetsbetrachting hun zouden kunnen redden. Zij brachten wel vruchten voort maar volgens Johannes niet de juiste. Hij schuwt het niet om hen adderengebroed te noemen. Dit betekent dat zij niet het Lam als afstamming hadden maar de oude slang of de satan. Hiermee stelde hij zich tegenover de belangrijke leiders van het volk. Dit waren ook degenen die vertrouwden op hun eigen goede daden om behouden te worden. Johannes legt hun zonden bloot en roept hen op om zich te bekeren. Ik hoop dat zij deze boodschap begrepen hebben.
EEN KAMELENHAREN MANTEL?
Ik vraag mij af waarom hij juist dit kledingstuk kiest? Wij weten dat de kameel onrein is, want hoewel hij wel herkauwt, heeft hij geen gespleten hoeven. Daarom lijkt hij vanbuiten wel onrein, maar vanbinnen is hij rein. Zo ook de mens die Jezus als zijn verlosser aanneemt, uiterlijk lijkt er geen verandering, maar de inwendige mens is veranderd. Hij herkauwt het woord van God als het ware. Wij als bekeerde christenen verkeren ook in dezelfde toestand. Wij lijken uiterlijk misschien nog op onze onbekeerde buurman, maar naar de inwendige mens hebben wij de bedekking van onze zonden door de toegerekende gerechtigheid van de Zoon van God.
Als wij nu weten dat die Eliaboodschap door twee mannen is gebracht en dat het een eeuwige boodschap is, een boodschap, die het volk oproept tot bekering, is het dan niet zo dat wij ook voor deze tijd een Elia moeten hebben die deze boodschap verkondigt?
Lijkt die boodschap niet sprekend op de boodschap van de drie engelen uit Openbaring 14, die zegt: vrees God en geeft Hem eer? Zijn wij niet degenen die deze laatste evangeliboodschap moeten brengen? Iedere generatie heeft immers recht om de evangeliboodschap luid en duidelijk te horen? Mijn oproep aan iedereen die dit leest is dan ook: Koop een kamelenharen mantel en een leren riem, leer en accepteer die boodschap voor uzelf, trek dan de wereld in en verkondig deze boodschap. U begrijpt natuurlijk dat ik dit overdrachtelijk bedoel. Die mantel mag {moet} ook bestaan uit de bedekking van Christus gerechtigheid. Geef deze mantel vooral weg aan anderen om u heen.
DE WAN IS IN ZIJN HAND OM ZIJN DORSVLOER TE ZUIVEREN.
De tweede helft van de boodschap van Johannes was dat de Messias zou komen om de zonden van de wereld weg te doen en hij gebruikt daartoe het beeld van de oogst, het kaf (de zondaar) wordt verbrand en het graan (de gelovigen) worden behouden. Een wan is een grote waaier waarmee men het kaf en het stof van het graan kan scheidden. Dit is overigens niet ons werk wij hoeven slechts te getuigen.
Piet Westein.
P.S. Laten wij die boodschap van een Elia en Johannes op onszelf toepassen voordat wij andere mensen de maat nemen. Het is zeker waar dat wij geroepen zijn deze boodschap wereldwijd te verkondigen maar niet voordat wij zelf dat kleed van Christus gerechtigheid hebben verkregen.