18. David - Ammon wordt verslagen {2 Sam. 12:26-31.)

2 Sam. 12:26-31.

Al de tijd, dat David en Bathseba met de nasleep van hun overspel worstelen, is Joab, de bevelhebber, met het leger in strijd gewikkeld met de Ammonieten. Hun hoofdstad Rabbah [grote stad] heeft al die tijd stand gehouden. Maar juist nu komt er een boodschap van Joab dat de stad bijna helemaal is ingenomen.

Het zou voor Joab nu een peuleschilletje zijn om de stad in te nemen. Hij heeft de watertoevoer naar de stad al in handen. In de woestijn, waar Rabbah ligt, is dat alles beslissend. Hij zou de kroon van de koning van Rabbah kunnen nemen en hem op zijn eigen hoofd zetten. Dat zou toch niet onredelijk zijn? Hij heeft er lang en hard voor gevochten.

Joab is echter kennelijk een eerlijk man. Hij weet die verleiding te weerstaan. In plaats zelf de eer op te strijken laat hij David overkomen om aanwezig te zijn bij de inname van de stad, zodat hij de eer kan claimen. Zodra David hoort dat Rabbah op het punt staat te vallen, verzamelt hij de rest van het leger en gaat naar het land van de Ammonieten. 

Bij de stad Rabbah aangekomen aarzelt hij geen moment. Tot nog toe heeft Joab een voorzichtige strategie gehad. Stap voor stap heeft hij het leven in de stad onmogelijk gemaakt. Hierdoor zijn er maar weinig slachtoffers onder de Israëlieten te betreuren. Maar nu, nu koning David er zelf is gaat het anders. Men neemt de stad stormenderhand in. Iedereen wil nu de koning te laten zien hoe dapper hij is. 

Nu kan David de kroon van het hoofd van de koning van Ammon nemen en die op zijn eigen hoofd zetten. Hij David die al die tijd in zijn hoofdstad Jeruzalem is geweest kan nu de overwinning voor zichzelf claimen. Deze kroon is gemaakt van een talent goud [26 kilo= 260.000 Euro]. In deze kroon zit ook een uiterst kostbare edelsteen. De buit uit de stad is overweldigend. Deze handelsstad verliest al zijn rijkdom aan David en zijn leger. 

DE DOOD VAN EEN STAD.

Je zou zeggen David heeft zijn zin. Hij heeft zich nu gewroken voor de misdaad die de Ammonieten tegen zijn ambassadeurs hebben begaan. Door de stad in te nemen en al hun schatten te roven heeft hij hen toch meer dan genoeg gestraft? 

Maar nee! David heeft andere plannen met de bevolking van deze stad. De hele bevolking laat hij naar buiten brengen. Hij verdeelt hen in twee groepen. Aan de ene kant alle jonge, gezonde, sterke mannen, aan de andere kant vrouwen, kinderen en oude mannen. Het grootste deel van de bevolking laat hij afslachten door ze met bijlen in stukken te hakken of met zagen doormidden te zagen. 

De jonge mannen mogen blijven leven. Zij kunnen de rest van hun leven doorbrengen in de steenovens in Israël. David heeft veel stenen nodig, voor al zijn vestingwerken, die hij in heel Israël laat bouwen. Al deze goedkope arbeidskrachten komen daarbij goed van pas. Niet alleen doet hij dit met de hoofdstad Rabbah, maar alle steden van de Ammonieten delen in dat lot. 

De generaties van de Ammonieten in later eeuwen hebben niet veel liefde voor het volk van Israël. Het is moeilijk om later nog bekeerlingen te maken voor de God van Israël.

ZACHTMOEDIGHEID MOET GELEERD WORDEN.

David heeft veel en zwaar tegen God en zijn medemens gezondigd. De Schepper heeft David zijn zonden vergeven en zijn leven gespaard. Maar nu zijn alle ogen in de hemel op deze David gericht. Hoe zal de koning omgaan met deze grote genade?

Helaas, er is grote teleurstelling bij de engelen die dit drama aan hun ogen zien voorbijgaan. Het zijn niet alleen de engelen die teleurgesteld zijn, wat denken wij wat het doet met de karakters van de soldaten die het bevel tot genocide uit moeten voeren? Nee, dit is nog geen voorbeeld van iemand die een geloofservaring met God heeft meegemaakt.

Als wij dan aan Jezus denken, die, terwijl de Romeinse soldaten de spijkers door zijn handen en voeten slaan, bidt om vergeving voor deze soldaten omdat zij niet beter weten. Nee, noch David noch ik hebben een vlekkeloos karakter opgebouwd wat wij zo mee kunnen nemen naar ons eeuwig tehuis. 

Wij zullen het net als koning David moeten hebben van de gerechtigheid van Jezus die God ons toerekent in zijn Zoon. Ik wil maar al te graag al mijn zonden en tekortkomingen inruilen voor de gerechtigheid van Christus die God ons toerekent als wij onze zonden bij Hem brengen. 

Voor ons, die in de laatste tijd van deze wereldgeschiedenis leven, is het essentieel om een goed begrip te hebben van het verlossingsplan. Zodat wanneer er geloofsvervolging komt, wij niet van ons geloof af zullen vallen. Wij zullen nog eenmaal geroepen worden om de boodschap van verlossing door het bloed van Christus luid en duidelijk te verkondigen. Vul uzelf dan met het woord van God, zodat, als de tijd daar is, u weet wat u moet zeggen.

                   Piet Westein.

P.S.       

              David heeft nog niet veel geleerd, noch van zijn zonden, noch ook van de vergeving van God. Maar David heeft veel vrouwen en die schenken hem veel zonen. Misschien kan hij iets van zichzelf herkennen in die kinderen, zodat zij hem een spiegel voorhouden? Daar is bijvoorbeeld zijn zoon Ammon.