16. Oordeel en Genade - Een buitenlandse reis voor Elisa
(2 Koningen 7-15)
Wat het doel was van de reis naar Damascus die Elisa maakte, weten wij niet precies. Wij weten alleen dat zijn voorganger, Elia, die opdracht ook van God kreeg op de berg Horeb. Elia moest daarheen om Hazaël tot koning over Aram, of Syrië, te zalven. Nu zien wij hier ook Elisa op dezelfde plaats. Niet zo verwonderlijk: hij ontmoet Hazaël, die hem zoekt in opdracht van Benhadad, die nog steeds koning was. Benhadad lag echter ernstig ziek op bed en wilde graag weten of hij zou genezen.
Benhadad had waarschijnlijk gehoord van de genezing van Naäman en van de grote macht van de God van Israël en Zijn profeten. Daarom zendt hij zijn dienaar en vertrouweling naar de profeet met de vraag: “Zal ik genezen van deze ziekte of niet?”
Wanneer Hazaël uiteindelijk Elisa ontmoet, gebeurt er iets wat wij niet zo snel van een profeet van God verwachten: hij spreekt een welbewuste leugen. Op de vraag van Hazaël of koning Benhadad zal genezen, antwoordt Elisa dat hij moet zeggen dat de koning zeker beter zal worden. Maar daar voegt hij aan toe: “Ik weet dat hij zal sterven.”
Dan barst de profeet uit in wenen. Wanneer Hazaël vraagt waarom, vertelt Elisa hem dat hij weet wat Hazaël in de toekomst het volk van Israël zal aandoen: hij zal een groot deel van de Israëlieten uitmoorden en de steden in brand steken. Hazaël reageert verbaasd: “Ik ben geen hond dat ik zoiets zal doen.” Hij keert terug naar Benhadad met de boodschap dat de koning zal genezen.
De volgende dag echter neemt Hazaël een deken, doopt deze in water en legt het op het gezicht van de ernstig zieke Benhadad totdat deze stopt met ademhalen. Zo wordt de profetie van Elia vervuld: Hazaël wordt koning terwijl Benhadad nog regeert.
Dit roept de vraag op: wat zou er gebeurd zijn als Hazaël niet had ingegrepen en zijn heer had gedood? Was deze moord nodig om de profetie te laten uitkomen, of werd uit deze daad duidelijk wat het karakter van Hazaël was? Hij was duidelijk te ongeduldig om te wachten tot de ziekte haar werk deed. Elisa had hem immers duidelijk meegedeeld dat Benhadad in ieder geval aan de ziekte zou sterven. Hazaël had geen moord hoeven plegen en zichzelf met zonde beladen.
Profetieën gaan toch in vervulling
Het verhaal van Hazaël lijkt op de profetieën over de dood en opstanding van Jezus. Zo staat er in de psalmen dat Jezus verraden zou worden door één van Zijn naaste vrienden (Psalm 41:10). Maar dat betekent niet dat Judas geen keuze had of minder schuldig was omdat het geprofeteerd was. Wij blijven altijd verantwoordelijk voor onze keuzes, goed of kwaad.
Ook in de eindtijd ligt diezelfde verantwoordelijkheid voor ons. Hoewel Jezus profeteert dat het geloof schaars zal zijn, is dat geen vrijbrief om ons bij de ongelovigen aan te sluiten. Het moet een waarschuwing zijn om als gewaarschuwd mens ons te wapenen tegen de zee van onrecht die ons dreigt te overspoelen. Het koninkrijk van God is juist gebouwd op vrijheid van keuze. Wij kunnen voor of tegen Jezus kiezen en worden afgerekend op die keuzes.
Tegenwoordig proberen mensen nog steeds in te grijpen in Gods plannen, denkend dat zij die kunnen veranderen. Toch wordt alles vervuld zoals God heeft bepaald. Hazaël werd gewaarschuwd door Elisa en was afschuwig over de gruweldaden die hij zou plegen. Toch gebeurde alles zoals voorspeld. Hij werd het instrument van God om Israël te treffen en hen terug te brengen tot het dienen van Hem. Dat dit effect niet volledig werd bereikt, was niet Gods schuld. Eerst had God Zijn profeten gezonden, hen overvloedig gezegend en gewaarschuwd. Pas toen Israël ongehoorzaam bleef, vielen de plagen en later de ballingschap.
In onze tijd, zo kort voor de wederkomst, is het niet anders. Overstromingen, aardbevingen, droogtes en oorlogen treffen de wereld, maar de mens wil noch in overvloed, noch door rampen tot bekering komen. Wat blijft er dan voor God over om hen te overtuigen zich oprecht tot Hem te keren? Ik denk dat wij de profetenmantel van Elia en Elisa moeten aantrekken en hun taak van evangelieverkondiging op ons moeten nemen. Zo kan de oproep tot bekering nog eenmaal over de hele wereld worden gehoord, zodat hun bloed niet op onze handen komt.
Slotwoord
Let wel: met de profetenmantel komt ook vervolging. Die evangelieboodschap is onverminderd impopulair. Maar het is de enige oproep die God nog voor deze wereld heeft. Petrus en Johannes vonden het een eer om te lijden voor het evangelie. Neem daarom uw kruis op, als u een overwinnaarskroon wilt ontvangen.
Piet Westein