13. Oordeel en Genade - Hoe neem je een profeet gevangen? (2 Koningen 6:8-23)

13. Oordeel en Genade - Hoe neem je een profeet gevangen?

2 Koningen 6:8-23

 

Oorlog tussen Aram en Israël

Er is opnieuw oorlog tussen Aram (Syrië) en Israël. Dat was nauwelijks iets nieuws, want deze twee landen lagen vaak met elkaar in de clinch. Toch heeft deze geschiedenis iets bijzonders. Zij maakt deel uit van de grote strijd tussen goed en kwaad die al zesduizend jaar woedt.

In dit verhaal gaan politiek en religie hand in hand. We zien de profeet Elisa die de koning van Israël telkens weer waarschuwt voor de hinderlagen van de koning van Aram. Het gaat zover dat de koning van Aram de wanhoop nabij raakt. Hij vertrouwt zijn eigen mensen niet meer en probeert te ontdekken wie de verrader in zijn midden is.

Dan komt een van zijn raadgevers naar hem toe en zegt dat er in Israël een profeet is die zelfs weet wat hij ’s nachts in zijn slaapkamer bespreekt. Zodra de koning van Aram dit hoort, geeft hij bevel om deze profeet gevangen te nemen. De geheime dienst ontdekt al snel waar Elisa zich bevindt: in Dothan, een ommuurde stad.

De koning stuurt een heel leger op hem af. Wanneer de knecht van Elisa ’s morgens de stadspoort uitkijkt en ziet dat zij volledig omsingeld zijn, raakt hij in paniek. “Wat moeten wij doen, mijn heer?” roept hij uit.

Maar Elisa antwoordt rustig: “Wees niet bevreesd, want die bij ons zijn, zijn talrijker dan die bij hen.”

Ogen geopend voor de werkelijkheid

Elisa bidt tot God en vraagt: “Heer, open toch zijn ogen, zodat hij ziet.” En de ogen van de knecht worden geopend. Hij ziet wat Elisa al die tijd zag: de bergen rondom de stad zijn vol vurige paarden en strijdwagens – een hemels leger van engelen.

Daarna bidt Elisa opnieuw, ditmaal voor blindheid van de vijand. Het leger van Aram wordt met een bijzondere blindheid geslagen: zij zien wel, maar interpreteren verkeerd wat zij waarnemen. Elisa gaat naar hun generaal toe en zegt: “U bent op de verkeerde plaats. Volg mij, dan breng ik u naar de man die u zoekt.”

En zo leidt hij het hele leger naar Samaria, de hoofdstad van Israël.

 

Een oorlog zonder bloedvergieten

Wanneer de koning van Israël ziet dat de vijand gevangen is, stelt hij voor om hen allemaal te doden. Maar Elisa heeft andere plannen: “Geef hun brood en water, richt een maaltijd voor hen aan.”

De koning volgt dit advies op. Nadat de vijandelijke soldaten gegeten en gedronken hebben, worden zij ongedeerd naar huis gestuurd. Dit maakt zo’n diepe indruk, dat de Arameeërs de daaropvolgende jaren afzien van vijandelijkheden tegen Israël.

Hoe zit dat met onze ogen?

De blindheid van de Arameeërs is een beeld van de geestelijke blindheid die lag over Israël toen Jezus onder hen wandelde. Hij noemde hun leiders niet voor niets “blinde leidslieden van blinden”. Zij kenden de Schriften, maar herkenden Hem niet als de Messias. Zelfs Zijn discipelen begrepen vaak niet waarvoor Hij gekomen was.

Laten wij niet denken dat wij beter zijn. Ook in onze tijd ligt er een blindheid over velen. Hoe vaak verstaan wij het Woord over de wederkomst van Jezus niet? God heeft Zijn Woord gegeven als een licht op ons pad, maar dat licht helpt ons niet als wij liever dwaallichten volgen.

Nog altijd voeren wij liever strijd met onze vijanden dan dat wij hen verzoenend tegemoet treden en het Brood des Levens met hen delen. Terwijl Jezus ons leerde: vergeef, heb lief, en laat het oordeel aan God. Hoe meer wij anderen vergeven, des te meer zal God ook ons vergeven.

 

Geestelijke strijd in ons hart

Onze grootste vijand is satan. Hij probeert haat en verdeeldheid te zaaien in ons hart. Haat groeit vanzelf, je hoeft er niets voor te doen – maar het brengt uiteindelijk de dood.

Daarom moeten wij onze geestelijke ogen helder houden. Niet verblind door haat en ongeloof, maar gevuld met liefde en geloof. Het vraagt inspanning: liefde moet onderhouden en gevoed worden, anders verdort zij snel.

Laten wij het voorbeeld van Elisa volgen. Zijn vertrouwen op God bracht vrede in plaats van oorlog. Zo mogen ook wij ervaren dat God Zijn engelen uitzendt om ons te beschermen.

 

Piet Westein

 

P.S.
Als u een schoffel zoekt om uw hart onkruidvrij te houden, heb ik er wel een te leen. Ik schoffel namelijk graag bij andere mensen. Mijn schoffel staat in Micha 6:8. Veel sterkte bij uw arbeid!