Jozef 11

Op herhaling

 

Als wij aan het verhaal van Jozef de zoon van Jakob denken dan is het vaak dat wij hem uitgedost zien in zijn veelkleurige mantel, andere vertalingen zeggen pronkgewaad. Jakob had Jozef lief boven zijn andere kinderen, en dat liet hij ook blijken. Die mantel zette hem apart van zijn broeders, Jozef werd geboren uit de vrouw die Jakob liefhad. Het lijkt erop, dat juist door die mantel, zowel zijn broers alsook Jozef zelf ervanuit gingen dat Jozef zijn vader op zou volgen als koning (stamhoofd.) Wij moeten niet vergeten dat Jakob net als zijn vader Izaäk en zijn grootvader Abraham herdersvorsten waren. Dit gevoegd bij het feit dat Jozef twee door God gegeven profetische dromen kreeg, maakte hem onder zijn broeders gehaat. Die twee profetische dromen worden door zijn broeders heel goed begrepen. Of zij geloofd hebben dat Jozef die dromen ook werkelijk gehad heeft, of dat hij ze verzonnen had om zijn claim op het koningschap te versterken, weten wij niet. Maar als zij geloofd hebben dat Jozef deze twee profetieën van God gekregen heeft, dan komt het verkopen van hun broer in een nog schriller daglicht te staan. Dan is het niet alleen hun vader en Jozef die willen dat hij het leiderschap over de stam krijgt, maar dat het Gods wil is dat hij het wordt. In die tijd was de koning ook gelijk priester en profeet. Dus als Jozef al een koninklijke mantel droeg en hij was ook profeet, dan moesten zij hem wel erkennen als de opvolger van hun vader.

 

 

Koningskinderen

 

Jozef wordt door de mantel die hij van zijn vader gekregen heeft aangewezen als kroonprins. Zo is het ook met iedereen die in Jezus gelooft. Ook wij krijgen van God een koningsmantel op het moment dat wij belijden dat Hij onze Vader is. Wij kunnen die bijzondere mantel hier op aarde nog niet waarnemen omdat dat kleed bestaat uit een door Christus toegerekende gerechtigheid. Die mantel die wij van Hem krijgen is zonder vlek of rimpel, alsof wij nooit gezondigd hebben. Jozef kreeg die mantel ook niet van zijn vader om de goede dingen die hij gedaan had, maar om wie zijn vader was.

 

Als wij nu zien wat de broers tegen elkaar zeggen als zij het plan beramen om hem te doden, dan is dat niet alleen een opstand tegen de wil van hun vader en een afrekenen met een broer die zij haten, maar het is een opstand tegen God, die geprofeteerd heeft dat zij voor hun broer zouden buigen. Zij denken hiermee de profetie onwerkbaar te maken. In Genesis 37: 18-20 staat: En zij zagen hem van verre, zo is het ook met de meeste gelovigen, zij kennen God en Zijn Messias van verre. Toen Jezus later net als Jozef door zijn eigen uitverkoren volk verraden was en hij naar het kruis werd geleid, werden zijn kleren verdeeld onder een groep heidense soldaten. Is dat geen mooi beeld van ons zondaars die naakt staan voor Gods rechterstoel en gekleed worden met Zijn koningskleed terwijl wij Hem zojuist gegeseld en gekruisigd hebben. Maar voordat Jozef bij zijn broers gekomen was, smeedden zij een aanslag tegen hem om hem te doden. Zij zeiden tot elkaar: Zie, daar komt die aartsdromer aan. Nu dan laten wij hem doden en in één van de putten werpen, en laten wij dan zeggen een wild dier heeft hem verslonden. Dan zullen wij zien wat er van zijn dromen terechtkomt.                                                                                                                     

Óf zij denken dat zij de plannen van God kunnen dwarsbomen, óf zij geloofden niet dat de dromen van hun broer van God kwamen. Inplaats van hem te doden besluiten zij hem als slaaf te verkopen, dat leverde meer op. Zij nemen zijn mantel en dopen die in het bloed van een bokje dat zij slachten. Zij laten deze mantel aan hun vader brengen, die het herkent en denkt dat zijn zoon door een wild dier is gedood. Vader Jakob neemt zijn eigen mantel en verscheurt hem en doet een rouwgewaad aan. Hier zien wij dat én de vader én de zoon hun kleed verliezen en daarvoor een ander kleed krijgen. Als wij in deze wisseling van kleding een profetie willen zien, dan kunnen wij de mantel van Jozef zien als het kleed van gerechtigheid dat Christus droeg, is Jezus niet de zondebok die de zonde van de wereld droeg, werd ook niet zijn mantel afgenomen en zijn niet onze klederen gewassen in het bloed van die bok? Ik denk dat de hemelse Vader van Jezus net zo geleden heeft om de dood van zijn Zoon, als Jakob dat deed om Jozef.

Als wij naar het volgende hoofdstuk gaan dan lijkt het erop of dat hoofdstuk niet op de goede plaats staat, het lijkt het verhaal van Jozef te onderbreken, maar als wij goed kijken zien wij dat dit verhaal een gevolg is van wat met Jozef gebeurde.

 

 

Juda, wat doe je nou toch

 

Het is Juda die zijn broers aanzet tot het verkopen van Jozef, inplaats van hem te redden. Hij is daarom de hoofdschuldige dat zijn vader een zoon verliest. En het is juist hij die zijn twee oudste zonen verliest. Zowel Er, zijn eerstgeboren zoon, alsook Onan, de tweede, trouwen met Tamar, en zij sterven beiden. (Lees Genesis 38) Als wij het zo lezen dan lijkt het wel oorzaak [verkoop van Jozef] en gevolg [verlies van twee kinderen]. Sommigen zouden zover gaan dat zij zouden zeggen dat het een straf is op zijn zonden. Juda neemt zijn vader Jakob een zoon af en nu neemt God hem twee zonen af. Als wij God hebben leren kennen dan weten wij dat dat niet de manier is hoe God handelt met Zijn kinderen. Als God al Zijn kinderen zo strafte dan bleef niemand in leven.

 

Het is vreemd dat geen van de zonen van Juda een kind verwekt bij zijn schoondochter. Toch wordt juist door die schoondochter, Tamar, zijn nageslacht geboren. De derde zoon van Juda wordt niet aan Tamar gegeven, terwijl het haar wel beloofd was. Het lijkt in deze geschiedenis wel of het geslacht van Juda [de Joden] uit moet sterven. Daarna neemt Tamar het heft in eigen handen, legt haar weduwenkleed af, en doet een kleed aan dat door publieke vrouwen gedragen werd [een boerka] dat haar onherkenbaar maakte. Ook hier zien wij dat een verandering van kleding een verandering van maatschappelijke status en functie inhoudt. Zij wordt van weduwe, hoer.

 

Tamar verleidt haar schoonvader Juda, en zij schenkt hem twee kinderen.

De parallel die wij hier zien is dat waar Juda de oorzaak is van het verlies van Jacobs zoon die hij dood waant, maar die hij later weer terug krijgt, daar verliest Juda twee zonen die hij ook weer terug krijgt via zijn schoondochter, wanneer zij een tweeling krijgt. Ook hier zien wij weer een bokje, Juda geeft dat bokje als betaling aan zijn schoondochter voor de seksuele handelingen die hij bij haar verricht.

 

Jozef is inmiddels aangekomen in Egypte en verkocht aan Potifar een hoveling van de Farao. Hij weet de hoogste positie te bereiken in dat huis, direct onder Potifar. Hier draagt Jozef het kleed van een hoveling. Maar de vrouw van Potifar vindt hem zo aantrekkelijk dat zij hem wil verleiden. Hij weigert, maar zij grijpt zijn mantel, en hij laat die in haar hand achter. Als haar man thuiskomt beschuldigt zij Jozef van een zonde die zij zelf heeft begaan, en hij belandt daardoor in de gevangenis. Ook hier zien wij dat het verlies van de mantel gelijk staat met een verandering van maatschappelijke status.

 

Maar ook in de gevangenis, waar hij gevangeniskleding draagt die bij zijn status hoort, is God met Jozef, ook hier klimt hij op tot tweede in rang, en als na een aantal jaren twee hovelingen van de Farao die daar gevangen zitten een profetische droom hebben, dan is het Jozef die van God de oplossing krijgt en die aan hen door geeft.

De schenker droomt dat hij een wijnstok ziet die terwijl hij er naar kijkt uitloopt en bloesems en vruchten draagt, er waren drie ranken aan de wijnstok die volgens de uitleg drie dagen betekenden. Na drie dagen zou de schenker zijn oude positie herkrijgen.

De bakker droomt dat hij drie manden met brood op zijn hoofd heeft. De uitleg die Jozef daaraan geeft, is dat ook hij na drie dagen uit de gevangenis zal worden gehaald. Alleen zal hij niet weer in zijn functie worden hersteld maar worden opgehangen.

De profetie is duidelijk voor de drie mensen die het aangaat. En hij lijkt na drie dagen te zijn vervuld. De vraag is wat betekent die profetie voor ons? Als wij hem Christocentrisch uitleggen, dan zouden de symbolen van het brood van de bakker en de wijn van de schenker kunnen staan voor het lichaam en het bloed van Christus zoals wij dat gebruiken bij het avondmaal.

Met name de droom van de schenker geeft daar aanleiding toe. Als wij tot Jezus komen met onze zonden, dan worden de zonden net als die van de schenker in eenmaal weggewassen, wij hoeven die vergeving niet te verdienen, het is daar direct als wij er om vragen.

Van het brood van de bakker wordt niet gezegd dat het er direct is, hij maakt het zelf. Als wij tot God komen met onze eigen daden en daardoor vergeving denken te krijgen dan komen wij bedrogen uit. Wij worden alleen behouden door wat God in Jezus voor ons heeft gedaan.

Als de schenker eenmaal weer bij de Farao in dienst is vergeet hij Jozef. Pas als Farao na twee jaar ook twee profetische dromen krijgt herinnert hij zich Jozef. Hij vertelt Farao van die bijzondere man die hij in de gevangenis ontmoet heeft en wat die voor hem heeft gedaan. Farao laat Jozef onmiddellijk halen. En dan staat er in Genesis 41:14 dat men hem andere kleding geeft. Weer zien wij dat hij bij zijn nieuwe functie nieuwe kleding krijgt.

 

Bij Farao aangekomen krijgt hij de twee dromen voorgelegd. De één gaat over zeven koeien die door zeven anderen worden opgegeten, de andere over zeven korenaren die ook door zeven anderen worden opgegeten.

De uitleg die Jozef van God krijgt luidt dat er zeven jaar van overvloed zouden komen en daarna zeven jaar van hongersnood. Zijn advies is om in de jaren van overvloed twintig procent opzij te leggen zodat zij een reserve hebben voor de hongersnood. Farao accepteert dat idee en maakt Jozef onderkoning van Egypte, nadat hij hem alweer een nieuwe mantel heeft gegeven. Ditmaal, en dit is de enige keer in deze geschiedenis wordt erbij gezegd van welke stof hij is gemaakt, namelijk van linnen. Linnen klederen waren in het oude testament gereserveerd voor de priesterklasse, hij wordt dus priester. Dat dat zo is wordt duidelijk uit vers 45 van hoofdstuk 41 want hij trouwt met de dochter van de priester van On.

 

Wij hebben nu iemand die drie verschillende functies in zich verenigt, dat van priester, profeet en die van (onder)koning. In het oude testament zien wij die drie functies ook bij de aartsvaders, Abraham, Izaäk en Jakob verenigen ook die drie functies in zich. Maar als wij verder in de bijbel komen zien wij dat die drie functies meestal aan verschillende mensen toebehoren. Het is zelfs zo dat alleen uit de stam van Juda de koning kon komen, en uit de stam van Levi kwamen de priesters, de profeten konden uit iedere andere stam komen. Het is pas in Jezus dat wij die drie functies weer verenigd zien.

 

Daarom is Jozef een beeld van de Verlosser die komen zou. Hij, Jezus, is de koning der koningen, Hij is de Hogepriester van een nieuw verbond, en Hij is de vervulling van alle profetieën, die Hij ook zelf aan de profeten heeft gegeven. Vergeet niet dat ook bij Jezus Zijn kleding wordt verwijderd voordat men Hem naakt kruisigt. Zijn mantel komt in handen van zondaars uit de heidenen. Ook wij zijn zondaars uit de heidenen, ook wij zullen eens de klederen van Zijn gerechtigheid dragen.

 

En waarom al die mantels? Ik denk dat zij uiteindelijk verwijzen naar de klederen van Christus gerechtigheid, die hij voor ons heeft verdiend. In het verhaal van Jozef wordt niet één van zijn mantels door hemzelf gekocht, zij zijn een gift, samen met de functie die daarbij hoort.  Zo zal het ook met ons zijn, als wij bij de wederkomst onze klederen die bezoedeld zijn door de zonden afleggen, en dan de bruiloftsklederen aandoen die wij van de bruidegom krijgen. Hij zal al ónze zonden nemen en wij krijgen al Zijn gerechtigheid. Dat lichtkleed dat de zondeloze Adam verloor in de hof zullen wij weer voor eeuwig kunnen dragen, de klederen die wij bezoedeld hebben door onze zonden zullen gereinigd worden in het bloed van het Lam. [Of is het toch een Bokje?]

Als dat de uiteindelijke boodschap is van het verhaal van Jozef, dan was het niet alleen belangrijk voor zijn tijd maar ook voor de onze. Dan is het een geschiedenis waar wij eeuwig van kunnen blijven leren.

 

Piet Westein

 

P.S.

              

Van Jozef kunnen wij zeggen: En hij leefde nog lang en gelukkig. Zonder dat het een sprookje is.