10. David - Hoe bouw je een huis waar God in past
2 Samuel 7
GOD had voor David een huis gebouwd. Dat wil zeggen: een dynastie die eeuwenlang zou blijven bestaan. Alle beloften die GOD aan David had gedaan, waren letterlijk vervuld. Nu woonde David in een paleis, maar de ark van GOD stond nog steeds onder een tentdoek. Daar wilde koning David verandering in brengen. Hij wilde een huis voor GOD bouwen.
Maar het huis dat GOD voor David gebouwd had, was geen letterlijk huis. Het paleis waar hij in woonde, was voor hem gebouwd door Ghiram, de koning van Tyrus. GOD vroeg David ook niet om voor Hem een huis [de tempel] te bouwen. Sterker nog: toen David zijn plannen voorlegde aan de profeet Natan, die daar aanvankelijk enthousiast over was en hem aanmoedigde omdat GOD met hem was in alles wat hij ondernam, kwam GOD tussenbeide.
In een nachtelijk visioen verscheen GOD aan de profeet Natan. In dat visioen maakte GOD duidelijk dat Hij anders is dan afgoden. Sinds de uittocht uit Egypte had Hij in een tent gewoond en zich daar nooit over beklaagd; ook nu verlangde Hij er niet naar anders. GOD liet zien wie David van de schapen had geroepen en wie al de vijanden van Israël had verslagen. Hij, de Scheppende GOD, waarschuwde David hiermee om hoogmoed te vermijden.
Dat David deze profetische waarschuwing goed begreep, blijkt uit het gebed dat hij zond nadat Natan hem dit bericht had overgebracht. Er staat dat David zich nederzette toen hij tot GOD sprak (2 Sam. 7:18). Meestal bad een gelovige staande, soms knielend, maar hier zit David terwijl hij bidt. Dit is een dankgebed waarin David GOD looft om Zijn grote daden. Dit is de enige keer dat iemand zittend bidt, wat aangeeft dat David rust in het volbrachte werk van GOD.
In zijn gebed prijst David GOD om al Zijn grote daden, erkent zijn afhankelijkheid en zijn eigen kleinheid. Hij dankt ook voor de beloften aan toekomstige generaties uit zijn geslacht, die op de troon van Israël zullen heersen. Tot zover geen vuiltje aan de lucht. David had de verzekering gekregen dat een van zijn zonen een tempel voor de GOD van hemel en aarde zou bouwen. Hijzelf zou zorgen voor genoeg goud en zilver om dat grote werk te kunnen uitvoeren.
Waar woont die GOD dan wel?
Dat lijkt een vreemde vraag, maar een GOD die de hemel en aarde schiep, is groter dan Zijn schepping. Hoe zou een mens, het werk van Zijn handen, Hem kunnen vangen in een tent, tempel of ander gebouw? Hoe zouden wij GOD kunnen verblijden met een onderkomen vervaardigd door onze onvolmaakte handen?
NEE, GOD openbaarde aan Mozes hoe de draagbare tabernakel moest worden gemaakt. Op de berg Horeb liet GOD hem zien wat de bedoeling was. Elk onderdeel van die tabernakel en alle gebruiksvoorwerpen verwezen naar delen van het verlossingsplan. Het was voor Israël een studieobject om te leren wie GOD was en wat Zijn wetten betekenden.
Ja, Gods troon was tussen de twee cherubs op de ark van het verbond, daarom zouden wij kunnen zeggen dat Hij in het heilige der heiligen was. Tegelijkertijd leidde Hij Zijn volk als een wolkkolom overdag en een vuurkolom in de nacht. Hij, de Schepper, kan ons als individu en volk in Zijn hand houden, maar het is hoogmoedig te denken dat wij Hem kunnen opsluiten in een gebouw of vorm.
De eerste drie geboden verbieden ons een afbeelding van Hem te maken. Het vierde gebod gaat over het onzichtbare gedenkteken dat de Schepper in de tijd plaatste: de sabbat. Door de eeuwen heen is de betekenis daarvan alleen maar gegroeid.
Adam kon GOD op de sabbat loven als Schepper van hemel en aarde. Israël kreeg daaraan toegevoegd dat GOD hen uit de Egyptische duisternis had geleid tot Zijn wonderbaar licht, een extra reden om Hem te loven. Voor de kerk is daar de verlossing in Jezus bijgekomen. Het is niet toevallig dat Jezus na Zijn kruisdood op de sabbat rustte in het graf.
Als gelovigen mogen wij altijd rusten in de volbrachte daden van GOD en Hem daarvoor loven. Maar omdat Jezus een persoonlijke relatie met ons wil, gaat het Hem vooral om onze ervaring met Hem. Als wij weten dat wij verlost zijn dóór Hem en rust vinden ín Hem, wordt het tijd dat wij een plaats vrijmaken in ons hart vóór Hem. Ik denk dat die oneindig grote GOD het liefst in ons hart wil wonen. Daar past Hij als enige.
Piet Westein
P.S.
Zou het niet mooi zijn als de geschiedenis van David hier was afgesloten? Dit dankgebed verwarmt het hart van iedere gelovige en zou de kroon van zijn leven zijn geweest. Maar zijn leven ging door, en net als bij ons lag satan op de loer. Ik hoop dat David zich daartegen kan wapenen. Spannend, hè?
