09. Mattheüs' Waarheid - Jezus en Zijn wet
Mattheus 5:17:48
Inleiding
Dit hoofdstuk laat zien hoe Jezus de wet niet afschaft, maar haar ware bedoeling onthult. Hij verdiept de geboden tot in het hart, waar ware gehoorzaamheid begint.
Licht en zout
Jezus zit nog steeds, met die grote schare die Hem volgt, op de berg. Zij luisteren ademloos naar deze grote Leraar der gerechtigheid. Als Hij hen heeft verteld dat zij het licht der wereld en het zout der aarde zijn, gaat Hij verder en vertelt hen hoe belangrijk de Wet van God is en waarom die gegeven is.
Vervulling van de wet
Denk nu maar niet dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten haar kracht te ontnemen; Ik ben niet gekomen om ze krachteloos te maken, maar om ze te vervullen. Met andere woorden: om ze in het juiste licht te stellen. Jezus moest naar deze, in zonde gehulde, aarde komen, juist omdat de eeuwige wet van God niet van haar kracht kon worden beroofd. Daar de wet een uitdrukking is van Gods wezen, kan zij niet veranderd worden zonder God Zelf te veranderen. Wie, buiten satan, zou dat nu willen dat onze God een veranderlijk God zou zijn? Jezus is volgens Zijn eigen woorden gekomen om ons de Vader te leren kennen. Zonder een eeuwig onveranderlijke wet is er geen rechtvaardig oordeel. Het is volgens onze Schepper eerder mogelijk dat de hemel en de aarde verdwijnen dan dat de wet van God haar kracht verliest.
De Farizeeën en de Schriftgeleerden hielden de wet, in hun geval de Thora, zeer secuur naar de letter, maar wel zoals uitgelegd naar wat de ouden ervan vonden.
Uitleg van het zesde gebod
Nu begint Jezus te vertellen hoe Hij als wetgever daartegen aankijkt. Hij begint niet met een uitleg over het eerste gebod, maar met het zesde gebod. Gij zult niet doodslaan, want anders kom je voor de rechtbank en die veroordeelt je tot de dood, zeiden de Schriftgeleerden. Dat is nogal logisch, zou je zeggen, dat is vandaag de dag nog steeds zo. Maar goed dat de doodstraf is afgeschaft. Jezus stopt daar niet mee. Hij zegt: Als je een blijvende haat hebt tegen je broeder, zul je voor dezelfde rechtbank van God worden gedaagd. Zelfs al zeg je maar tegen je naaste leeghoofd (dwaas), kom je al in het Gehenna [een eeuwig brandend vuur, daar waar de lijken van de misdadigers worden verbrand].
Als wij naar Gods huis gaan om Hem te loven en te prijzen en wij realiseren ons dat een broeder boos is op ons (terecht of onterecht), moeten wij eerst deze zaak herstellen, ook al moeten wij op onze knieën, zodat wij met een schone lei voor God kunnen verschijnen.
Laten wij voorkomen dat wij in een situatie terechtkomen waarin wij een rechtszaak met één van onze broeders moeten uitvechten voor een aardse rechter, want zij zijn streng. Hoeveel te meer moeten wij niet, met schuld beladen, voor Gods rechtertroon willen verschijnen terwijl wij nog met onze broeders en zusters kibbelen. Als het van ons afhangt, moet onze vriendelijkheid alle rechtszaken oplossen voordat zij voor een rechter of de Rechter komen. Wij leven dan niet alleen langer, maar ook veel gelukkiger.
Uitleg van het zevende gebod
Nu gaat Jezus verder met het zevende gebod. Het gaat over de relatie binnen het huwelijk. Je hebt gehoord: Gij zult niet echtbreken. Jezus legt de lat veel hoger. Hij zegt: Als je je aandacht te lang op een andere vrouw richt en naar haar verlangt, is dat al even erg. Je kan dan maar beter je oog uitrukken (pijnlijk hoor), want anders kon het je weleens je eeuwige leven kosten.
Dan gaat Hij plotseling over op handamputatie. Indien uw hand u tot zonde verleidt, hak hem dan af, het is beter dat u één van uw ledematen kwijtraakt dan dat u in het Gehenna terechtkomt. Is dit een verdere uitleg op gij zult niet stelen?
Maar wacht, Jezus is nog niet uitgesproken over echtbreuk. Mozes had een ontsnappingsclausule gegeven. Als je niet meer met je vrouw kon of wilde samenwonen, was je verplicht om dat op schrift te stellen in het bijzijn van getuigen, zodat zij, gewapend met dit document, met een andere man kon trouwen. Hiermee kon echtscheiding worden gelegaliseerd. Zo werd de wet van God mooi omzeild. Maar Jezus gaat hierin niet mee. Hij zegt: Iedereen die zijn vrouw wegstuurt anders dan om overspel pleegt echtbreuk en scheidingsbrief of niet, het blijft zonde om met zo’n vrouw te trouwen. In onze tijd hebben wij wel meer redenen bedacht, allemaal even onbijbels.
Over het afleggen van eden
Laten wij nu eens zien wat Jezus van het afleggen van een eed denkt. De ouden hadden gezegd dat als je een eed had afgelegd, je die niet mocht breken. Niet slecht, ook vandaag de dag is meineed een zonde waar een zware straf op staat.
Maar Jezus kent het hart van Zijn kinderen, altijd de waarheid spreken ligt niet zo in onze aard. Door een blik in onze ogen of het ophalen van een schouder kunnen wij net zo goed een leugen vertellen als met onze tong. Jezus raadt ons aan ons niet op een eed te beroepen. Hoe vaker wij een eed afleggen om de waarheid van onze woorden te benadrukken, hoe groter de kans dat wij de kracht van die eed misbruiken. Laten wij, als wij ja zeggen, gewoon ja bedoelen. Je moet niet alleen de waarheid vertellen, maar ook de hele waarheid en niets anders dan de waarheid. Als je de waarheid zo benadert, blijkt dat nog niet zo makkelijk te zijn. Voordat je het weet, zeg je het ene en bedoel je het andere. Daarom, als je dit leest, doe het met een zekere coulance, want ook dit wat ik hier schrijf, kan net iets minder dan de hele waarheid zijn.
Liefde voor vijanden
Volgens de ouden moest je je naasten liefhebben en je vijanden haten. Dit gaat ons goed af, vooral dat vijanden haten zijn wij goed in. Maar nu begint de Meester te vertellen dat wij ook onze vijanden moeten liefhebben. Dat is toch onnatuurlijk? Waar moeten wij dan met onze frustratie heen? Hij zegt zelfs dat wij moeten bidden voor die ons vervolgen. Wij mogen zelfs niet tot de avond boos blijven op onze vijanden. Dat betekent dat voordat wij gaan slapen onze zonden beleden moeten zijn en er geen woede in ons hart mag blijven tot de morgen.
Dit is nog net allemaal bij te benen, maar dan sluit Hij af met dat wij volmaakt moeten zijn net als God. Het is maar goed dat wij behouden worden door wat Hij vóór ons gedaan heeft. Wij krijgen dat goddelijke karakter als een gift. Het is een toegerekende gerechtigheid.
Piet Westein
P.S.
Jezus is nog lang niet klaar met lesgeven op die berg. Ik ben benieuwd wat er nog meer komt. Ik vermoed dat iedere gedachte, woord en daad onder de hemelse loep wordt gelegd.

-edit-20251123121505.png)