03. Jezus - Daniël en zijn gruwel
Mattheüs 24:15; Daniël 12:11
Voor welke tijd?
Net als de discipelen van JEZUS mogen wij ons afvragen voor welke tijd de profetie van Daniël is gegeven en of zij eenduidig is. Omdat het gaat over de vernietiging van Jeruzalem en zijn heilige tempel, lijkt een letterlijke uitleg voor de hand te liggen. Wij moeten niet vergeten dat de profeet Daniël de letterlijke verwoesting van de stad en de prachtige tempel al één keer zelf heeft meegemaakt.
Eerst de letterlijke uitleg
Gewoonlijk zijn wij meer geïnteresseerd in Daniëls profetieën als zij gaan over de eindtijd, de tijd waarin wij leven. Toch was Daniël zelf primair bezorgd om de toekomst van zijn eigen volk, Israël, en de komst van de Messias. Wanneer hij spreekt over een gruwel, een afgod die verwoesting brengt, ziet hij vooral verdere verwoesting van stad en volk, nadat Jeruzalem in de toekomst weer zou zijn opgebouwd. Daarom pasten de discipelen, wanneer JEZUS in Mattheüs 24 naar Daniël verwijst, dit direct op hun eigen tijd toe. Dit is begrijpelijk en logisch, maar is het volledig?
70 n.Chr.: de vervulling
Ongeveer vijfendertig jaar na de dood en opstanding van JEZUS trok het Romeinse leger op tegen Jeruzalem en werd het letterlijke deel van de profetie vervuld. De Romeinse soldaten plantten hun krijgsbanieren rondom de stad en knielden ervoor neer. Die banieren toonden vaak een zonneschijf met een adelaar met gespreide vleugels en werden als afgoden vereerd. Daarom kon Daniël deze banieren een gruwel, een afgod, noemen. De soldaten vereerden met name de zonnegod. Bovendien gold de grond rondom Jeruzalem, kilometers buiten de muren, als heilig, zodat deze banieren stonden op een heilige plaats waar zij niet thuishoorden.
Vlucht naar Pella
Wanneer JEZUS zegt: “Wanneer gij de gruwel der verwoesting, waarover door de profeet Daniël gesproken is, ziet staan op de heilige plaats, waar hij niet behoort” (vgl. Marcus 13:14), “wie het leest, geve er acht op”, dan moeten zij vluchten naar de bergen. De gelovigen die in 70 n.Chr. nog leefden, begrepen dit terecht letterlijk. Toen de Romeinen de belegering kortstondig ophieven, vluchtten de christenen naar Pella. Niet één van hen kwam om tijdens het beleg en de val van Jeruzalem. Zo werd deze profetie tot een zeer zinvolle waarschuwing die vele levens redde, waar vroeger zoveel profetieën veronachtzaamd waren.
Wat betekent dit nu?
Kunnen, mogen of moeten wij deze waarschuwing ook toepassen op onze tijd? En zo ja, geldt dit dan letterlijk voor de stad Jeruzalem en haar inwoners, of slaat het op GODS volk in de eindtijd? Is de vijand nog steeds het Romeinse keizerrijk? Het antwoord is duidelijk: het keizerrijk is verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor kerkelijke macht, met de paus als leider die stelt plaatsvervanger van JEZUS op aarde te zijn. Is deze macht minder gevaarlijk omdat er een oude, ogenschijnlijk zwakke man zonder leger aan het hoofd staat? Zeker niet. Het gevaar schuilt niet in een groot leger, maar in een verleidelijke en verkeerde leer. Toch heeft de profetie ook een letterlijke component, omdat deze leer gepaard gaat met talloze afgodsbeelden, gruwelen, die staan waar zij niet thuishoren, in hun kerken.
Een dodelijke wond?
In Openbaring 12 en 13 ontmoeten wij de draak, de slang, die de vrouw, de gemeente van JEZUS, vervolgt. Wij zien hem opkomen uit de zee, uit de woelige volkerenwereld, met zeven koppen. Eén van die koppen ontvangt een dodelijke wond, maar sterft niet: de wond geneest. Juist daardoor volgt de hele wereld hem met bewondering.
De geestelijke belegering
Deze geestelijke macht met haar gruwelijke afgodsbeelden zal zich rondom de gemeente van GOD opstellen, om te belegeren, te infiltreren en uiteindelijk te vernietigen. Misschien zal er ook iets letterlijks gebeuren, maar de grootste dreiging is geestelijk: een verderfelijke leer die via duistere sluipwegen binnendringt op een heilige plaats, de kerk, waar zij niet thuishoort. Deze laatste aanval van satan om het overblijfsel van CHRISTUS’ kerk te verleiden, is groot. De keuze zal zijn: wie wordt gevolgd? De macht van de kerk met haar gruwelen en beelden, of de zachte stem van het Lam?
Waarschuwing uit twee valpartijen
Wij hebben als kerk en als individu twee voorbeelden voor ogen: de val van Jeruzalem en haar tempel in de dagen van Daniël, en opnieuw ongeveer vijf eeuwen later in de dagen van de discipelen. Laat dit ons waarschuwen. Richt de blik enkel op de verlossing door het bloed van het Lam van GOD, dat de zonde der wereld wegneemt, en laat geen leer toe die daarvoor in de plaats de leer van de draak stelt, hoe verleidelijk zij ook lijkt.
Waakzaamheid tot de komst
In Mattheüs 25 worden wij vermaand om wakker te blijven, want de Bruidegom zal zeker komen. Laat niemand slapen en zo het ongeëvenaarde gebeuren van Zijn wederkomst missen, om pas te ontwaken wanneer Hij met de Zijnen op weg is naar het Nieuw Jeruzalem.
Piet Westein
P.S.
Broeders en zusters, er is geen letterlijke draak met zeven koppen die ons belaagt. Helaas is er geen letterlijk Jeruzalem waar we kunnen schuilen. De enige werkzame weg is het hart en denken vullen met het Woord van GOD, zodat de kleinste afwijking onmiddellijk wordt opgemerkt. Bid dagelijks om bescherming door de Heilige Geest. De bescherming ligt in het kennen van de Verlosser.