03. Evangelie van Mattheüs - Doop en verzoeking
Mattheüs 3:13-17 en Mattheüs 4:1-11
Jezus had net Zijn 30ste verjaardag gevierd toen Hij besloot, net als vele anderen, naar Zijn neef Johannes te gaan om zich te laten dopen. Johannes was al een half jaar eerder begonnen met het werk waarvoor hij was geroepen: het volk van Israël voorbereiden op de openbaarwording van de Messias.
Jezus reisde van Zijn huis in Galilea naar de woestijn van Judea, langs de rivier de Jordaan, waar Johannes zijn werkgebied had. Toen Hij daar aankwam, zag Hij de mensenmassa die zich daar verzameld had om naar Zijn voorloper te luisteren en zich te laten dopen. Terwijl Hij tussen die mensen stond, hoorde Hij Johannes, door de Geest gedreven, roepen dat hij zijn volgelingen wel met water doopte, maar dat onder hen Iemand was die na hem zou komen om hen te dopen met de Heilige Geest en met vuur. Ook riep hij: “De wan is in Zijn hand om Zijn hele dorsvloer te zuiveren van alle ongerechtigheid.”
Het woord “wan” verwijst naar een soort waaier die vroeger werd gebruikt om het kaf van het koren te scheiden; dit werd wannen genoemd. Dit beeld wordt in de Bijbel ook gebruikt om het oordeel van GOD over de mensheid aan te duiden: in de eindtijd scheidt Hij de zondaars van Zijn kinderen. Wannen gebeurde op een dorsvloer, na het dorsen. Met genoeg wind werd het gedorste graan omhoog geworpen en blies de wind het kaf weg; zo bleef het schone koren over. Het Bijbelbeeld van de dorsvloer maakt het oordeel van GOD duidelijk. Johannes maakte hiermee een begin, door de ware gelovigen te onderscheiden van hen die wel kwamen, maar niet echt hun hart wilden veranderen.
Gedoopt door de Geest of met de Geest
Toen Jezus uiteindelijk naar Johannes kwam om gedoopt te worden, weigerde Johannes aanvankelijk: “Ik ben een zondaar en moet eigenlijk door U worden gedoopt.” Dit is een natuurlijke reactie van elke oprechte zondaar in Jezus’ nabijheid. Maar omdat Jezus gekomen was als de tweede Adam, wilde en moest Hij een voorbeeld zijn voor ons allen. Daarom was Hij ook hierin een voorbeeld, zodat wij Hem zouden volgen. Aangespoord door de Geest werd Hij naar deze doop geleid, zodat Hij niet alleen met water, maar ook met de Heilige Geest gedoopt zou worden. Hij die door de Heilige Geest was verwekt, kreeg bij Zijn doop ook de volledige uitstorting van die Geest. Diezelfde Geest wacht op ons als wij ons daarvoor openstellen.
Laten wij kijken wat gebeurde toen Jezus die Geest ontving, zodat wij weten wat ons te wachten staat als die Geest in ons werkzaam wordt. Wij lezen dit in Mattheüs 4:1-11.
Verzoeking van de nieuwe Adam
Toen werd Jezus door de Geest naar de woestijn geleid om te worden verzocht door de duivel, aldus Mattheüs. Let op dat de eerste Adam in een weelderige tuin door GOD werd geleid, de tweede Adam, Jezus, naar de woestijn. Aan de eerste Adam verscheen satan in de vorm van een slang, aan de tweede Adam als de gevallen engel die hij is.
De eerste Adam werd verzocht nadat hij van alle bomen in de hof had gegeten. De tweede Adam, Jezus, werd aan het eind van veertig dagen vasten verzocht om stenen tot brood te maken, iets wat Hij als Schepper van de wereld makkelijk had kunnen doen. Hij koos er echter voor Zich afhankelijk op te stellen van de Vader voor alles wat Hij nodig had, zoals geschreven staat: “Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van elk woord dat uit de mond van GOD komt.”
De tweede verzoeking deed zich voor toen satan Hem meenam naar het hoge dak van de tempel en Hem uitdaagde te bewijzen dat Hij Gods Zoon was, door zichzelf naar beneden te werpen, met het argument dat de engelen Hem zouden opvangen volgens Gods Woord. Jezus viel ook hier niet voor de verleiding om Zijn kracht te bewijzen.
De derde en grootste verzoeking was toen satan Hem op een berg bracht en alle koninkrijken van de wereld liet zien, en zei dat Hij ze kon geven zonder lijden, als Jezus Hem zou aanbidden. Dit ging over aanbidding en het stellen van iets of iemand in Gods plaats. Jezus bleef standvastig en wees satan resoluut af.
Nóóit is Jezus gevallen voor deze verzoekingen. Wij waren niet zelf in de woestijn, maar Jezus overwon voor ons. Zijn vasten en strijd waren waarschijnlijk zwaar, want na veertig dagen vasten zijn wij zwak. Satan probeerde Hem te verleiden, en het testen van Zijn identiteit was daarbij een zwaardere uitdaging dan bij Adam. Mijn advies is dan ook: bereid u nu al voor op de verzoekingen van de eindtijd. Laat uw devies zijn: “Er staat geschreven!”
Piet Westein
P.S.
Laat het Woord van GOD vooral in uw hart geschreven staan. Wanneer wij het Woord nodig hebben, is er misschien niet altijd tijd om teksten op te zoeken. Nu is het moment om ons te vullen met het Woord. Wanneer wij geroepen worden om te getuigen, is het te laat om nog te gaan zoeken naar de "olieverkopers" (of Bijbelleraren).