03. De profetische kracht van Elia en Elisa - De Armageddon

03. De profetische kracht van Elia en Elisa - De Armageddon

 

Als wij het woord Armageddon horen, schieten er allerlei beelden door ons hoofd. Wij denken aan oorlogen en veel geweld. Het is een dankbaar thema voor de filmindustrie, die er volop op los fantaseert en zo een standaardbeeld creëert voor iedereen. Het woord Armageddon komt maar één keer voor in de Bijbel, in het boek Openbaring van Johannes, hoofdstuk 16:16, als onderdeel van de zesde plaag. Het wordt genoemd in de context van een scheiding tussen mensen die God willen dienen en die Hem niet willen dienen. Om te begrijpen waar het echt over gaat, moeten wij terug naar het Oude Testament. Johannes ontleent vrijwel alle beelden in zijn boek aan het Oude Testament. Dit beeld haalt hij onder andere uit het verhaal van Elia, dat wij vinden in het Eerste Boek der Koningen, 1 Koningen 18:16-46.

 

Elia was een profeet van God voor het tien stammenrijk. Het volk van Israël was Baäl gaan dienen, onder het koningschap van Achab en Izebel. Zij dienden ook de God van hun vaderen, maar daarnaast hielden zij zich aan afgodendienst. Elia kreeg van God de opdracht om een droogte aan te kondigen die drieënhalf jaar zou duren. Het waren 1260 dagen waarin Elia in de woestijn verbleef, terwijl er jacht op hem werd gemaakt door de soldaten van koning Achab en de priesters van zijn vrouw Izebel. Na deze periode vond het Armageddon van die tijd plaats. Toen die tijd voorbij was, riep Elia het hele volk op zich te verzamelen op de berg Karmel. Daar waren niet alleen het volk, maar ook de koning en de afgodspriesters aanwezig. Wat heeft dit te maken met Armageddon? Armageddon komt van het Hebreeuwse Har en Meggido, waarbij Har berg betekent en Meggido een grote vlakte bij de stad Meggido is. De berg Karmel is de har, of berg, waarover hier wordt gesproken. Armageddon betekent ‘berg van Meggido’, en hier vindt de strijd plaats waar Johannes naar verwijst. Op deze vlakte werden veel oorlogen in Israël uitgevochten. De strijd in deze geschiedenis is vooral een geestelijke confrontatie tussen de profeet van God en de priesters van Baäl en Astarte.

 

De strijd wordt uitgevochten rond twee altaren. Eén is gewijd aan de Schepper God, het andere aan Baäl en Astarte. De vraag is wie van de twee zal antwoorden met vuur. Terwijl het hele volk toekijkt, proberen de priesters van Baäl hun god te vermurwen hun altaar te ontsteken, maar er gebeurt niets. Op het tijdstip van het avondoffer bidt Elia een kort gebed en God ontsteekt het offer met zoveel vuur dat zelfs het altaar verdwijnt. Zo laat Hij zien wie de ware God is. Op dat moment roept het hele volk: ‘De Here is God.’

 

Die geschiedenis uit het Oude Testament is een beeld van onze tijd. Ook nu leven wij in een crisissituatie. Er is geloof in de Schepper God, maar wij aanbidden ook mammon, de god van het geld. De oproep van Elia aan het volk was: ‘Hoelang blijven jullie nog op twee gedachten hinken?’ Diezelfde oproep geldt vandaag: als de Heer God is, aanbidt Hem dan, of aanvaard de consequenties. Bij Elia was dat de dood van alle priesters van Baäl, nu geldt dat voor iedereen die niet wil dat God over hem of haar regeert. De strijd waar wij nu mee te maken hebben is geen oorlog met bommen en granaten, maar een strijd met argumenten. Het gaat niet om óf wij God dienen, maar om hoe. Het is nu de tijd om te kiezen of wij Gods wetten, inzettingen en verordeningen als leidraad nemen, of onze eigen weg gaan. De strijd van Armageddon is niet in de toekomst, maar die is nu. U moet kiezen: óf de god van deze wereld, satan, óf de God die deze wereld schiep en Zijn leven voor u gaf.

 

Zesde plaag, zesde richter

Omdat Armageddon wordt genoemd onder de zesde plaag, is het nuttig om ook naar de zesde richter te kijken. De zesde richter (Barak) is de enige richter die met twee personen op pad ging. Wij tellen de richters vanaf Mozes, hij was de eerste richter van Israël. De profetes Debora riep Barak, in opdracht van God, op om te strijden tegen de vijanden van Gods volk. Hij ging naar het gebergte Karmel, naar de berg Tabor. De Tabor is een van de toppen van het Karmelgebergte, waarschijnlijk de berg der verheerlijking waar Jezus werd gesterkt door Mozes en Elia voor zijn lijden en sterven.

 

Barak trok met 10.000 man naar de berg Tabor, terwijl de vijand kwam met 900 ijzeren strijdwagens — de tanks van toen. Barak had menselijk gezien geen kans. Wat volgde was bijzonder. In Richteren 5:20 staat: ‘Vanuit de hemel streden de sterren…’ En in vers 21 wordt beschreven hoe de beek Kison hen meesleepte. Het moet zwaar geregend en gehageld hebben, want Sisera moest van zijn strijdwagen klimmen omdat hij in de modder wegzakte. Hij vluchtte te voet tot hij bij de tent van Jaël kwam, die hem doodde met een tentpin door zijn slapen. Zo stierf de vijand van Gods volk, met zijn kop vermorzeld, en werd zijn leger vernietigd — een waar Armageddon. Dit is één van de vele veldslagen op deze vlakte, met symbolen van de laatste en grootste strijd wanneer satan en zijn aanhang voorgoed worden verslagen. Toen was het een letterlijke slag, straks na de duizend jaar wordt het een geestelijke, wanneer het oordeel over allen die het beest gevolgd hebben wordt voltrokken.

 

Wij die nu leven kort voor de wederkomst, zijn deel van die grote strijd. Twee legers staan tegenover elkaar: het Jeruzalem van God en het Babel van satan. Ook nu moeten wij kiezen. Sinds 1844 gaat Gods oordeel over de aarde, een onderzoekend oordeel. Voor gelovigen is het offer van God in Zijn Zoon een vreugdevolle boodschap: hun zonden worden uitgewist uit de boeken in de hemel. Voor ongelovigen, die Christus’s offer verwerpen, betekent het dat hun naam wordt gewist uit het boek des levens. Wij kunnen nog steeds kiezen, doe het nu.

 

Piet Westein