02. Uitverkoren of Vrij om te kiezen?

Deel 2. Uitverkoren of Vrij om te kiezen

In dit deel wordt uitgelegd wat de Bijbel zegt over uitverkiezing, en of mensen zoals de farao van Egypte of Judas die Jezus verried, zelf een vrije keuze hadden.

 

Wat zegt de Bijbel over uitverkiezing

De uitverkiezingsleer houdt in dat God van tevoren heeft bepaald wie Hij uitverkoren heeft, en wie niet. Ik ben opgegroeid met het idee: God kiest jou als Hij dat wil. Dan kun je alleen maar hopen dat je erbij hoort, anders wacht een eeuwig brandend vuur. Dat is geen hoopvol vooruitzicht. Er werd gepredikt dat je je moest bekeren, maar hoe dan? En als je niet bent uitverkoren, heeft geloven dan überhaupt zin?

 

Nu voel ik medelijden met mensen die onder dit juk leven. Ook in de Bijbel was dit al zo. In Mattheüs 23:4 zegt Jezus,

“Ze binden lasten samen, zwaar en bijna niet te dragen, en leggen die op de schouders van de mensen, maar zelf willen ze die met geen vinger verroeren.”

Hier doelt Jezus op de schriftgeleerden en Farizeeën.

 

Wat een verschil met wat Jezus ons aanbiedt! We lezen in Mattheüs 11:28-30,

“Kom tot Mij, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven. Neem Mijn juk op u en leer van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en u zult rust vinden voor uw ziel. Want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.”

 

Hoe bijzonder: is het juk te groot en de last te zwaar, dan mogen we naar Jezus gaan en alles aan Zijn voeten neerleggen, tradities, leerstellingen, alles wat ons belast. Dan zullen we diepe innerlijke rust ervaren.

 

Wat betekent uitverkiezing in de Bijbel?

Als we Romeinen 9 lezen zonder de achtergrond te begrijpen,  het Oude Testament lijkt immers vaak moeilijk en zwaar, dus wordt het door velen niet gelezen, dan lijkt het alsof God Ezau heeft gehaat en Jakob heeft verkozen. Jakob werd uitverkoren, Ezau niet. Einde verhaal.

 

Of toch niet?

 

Het ligt genuanceerder. Het is belangrijk om verder te zoeken in de Bijbel. God voorspelde aan Rebekka dat haar oudste zoon Ezau de jongste, Jakob, zou dienen. Dit patroon zien we vaker,

 

Abel in plaats van Kaïn, Isaak boven Ismaël, Jakob boven Ezau, David boven zijn broers.

 

Steeds eerst de natuurlijke mens, daarna, na bekering, de geestelijke mens.

 

In Romeinen 9 zegt Paulus dat God Ezau haatte. Vast stond dat de oudste de jongste zou dienen. Maar dat betekent niet dat Ezau nooit tot God kon komen; Hij maakte verkeerde keuzes en diende God niet oprecht. Gods verkiezing sloot Ezau niet uit van genade, maar zijn eigen keuzes zorgden voor afstand tot God. De uitnodiging stond open, maar zijn weigering kwam uit hemzelf. Ruim 1400 jaar later, in Maleachi, wordt gezegd, “Ezau heb Ik gehaat.” De nakomelingen van Ezau werden vijanden van Israël. De zonde van Ezau zette zich voort in zijn nageslacht.

 

Had Judas een keuze?

Judas kreeg een kans van Jezus. Zelfs tijdens het Laatste Avondmaal bood Jezus hem nog de mogelijkheid tot bekering. “Satan voer in hem” (Johannes 13:27) betekent niet dat Hij werd gedwongen, maar dat Hij zich openstelde voor het kwade.

 

Na zijn verraad was Judas wanhopig. Ook toen had Hij zich nog kunnen bekeren en oprecht berouw tonen. In plaats daarvan pleegde Hij zelfmoord.

 

Petrus verloochende Jezus driemaal, kreeg berouw, en zocht Jezus juist weer op. En wees Jezus hem af? Nee. In Johannes 21:7 zien we dat Petrus niet kon wachten tot de boot aan land was; Hij wilde zo snel mogelijk naar Jezus. Drie keer vraagt Jezus vervolgens of Petrus van Hem houdt (Johannes 21:15-17).

 

En de farao in Egypte?

De farao koos er zelf voor zich niet te bekeren,

Exodus 7:13, “Maar Farao’s hart bleef verhard, en Hij hoorde niet naar hen, zoals de Heere gezegd had,”

Exodus 8:15, “Maar toen Farao zag dat er verlichting was, verhardde Hij zijn hart en luisterde niet naar hen,”

Exodus 8:32, “Maar ook dit keer verhardde Farao zijn hart, en Hij liet het volk niet gaan.”

 

Drie keer verhardt de farao zijn eigen hart; Hij wil niet buigen voor de God van hemel en aarde. Pas nadat farao zich herhaaldelijk had verzet, liet God hem over aan zijn eigen keuze, en werd Gods oordeel bevestigd. In Exodus 9:15–16 zegt God,

 

“Had Ik Mijn hand uitgestrekt en u met de pest getroffen, dan waart gij van de aarde weggevaagd. Maar juist hierom liet Ik u bestaan, om Mijn kracht te tonen en Mijn Naam te verkondigen op de hele aarde.”

 

God liet de farao leven om te laten zien dat Hij de Schepper is van hemel en aarde. Zijn geschiedenis staat als waarschuwend voorbeeld, Gods geduld is groot, maar wel begrensd. Het is een oproep om nu te kiezen (Hebreeën 3:7-15).

 

Voorbeelden van uitverkiezing in het Oude Testament

Het Hebreeuwse werkwoord voor kiezen, (bachar), betekent “uitkiezen met een doel.” God kiest, daar ben ik van overtuigd, nog steeds mensen om een taak te vervullen.

 

In het Oude Testament kiest God personen voor een specifieke opdracht,

 

Abraham, geroepen om tot zegen te zijn voor alle volken (Genesis 12:1–3), Mozes, uitverkoren om Israël te bevrijden (Exodus 3), David, gekozen als koning en stamvader van de Messias (1 Samuel 16:1–13), de profeten, geroepen om Gods woord te spreken, vaak tegen hun eigen wil (Jeremia 1:5).

 

Ook regeringen en wereldleiders worden door God geplaatst waar Hij het nodig vindt,

 

Daniël 2:21, “Hij verandert tijden en seizoenen, Hij zet koningen af en stelt koningen aan; Hij geeft wijsheid aan de wijzen en kennis aan wie inzicht hebben,”

 

Spreuken 21:1, “Het hart van de koning is als water in de hand van de HEERE; Hij keert het overal waar Hij wil.”

 

Deze teksten onderstrepen Gods actieve rol in het sturen van koningen. God heeft de wereld nog steeds in Zijn hand. Mensen denken vaak dat ze zelfstandig op hun positie komen, maar het blijft Gods soevereine werking. Dit is óók een waarschuwing aan machthebbers, de God van hemel en aarde regeert, en zij doen er goed aan Hem te erkennen.

 

God is soeverein, en wij mogen kiezen

 

De Bijbel leert dat God soeverein is: Hij bepaalt de loop van de geschiedenis. Toch roept Hij ons om tot Hem te komen. Wij zijn vrij om te kiezen, dat is ware liefde. Niet gedwongen, maar uit vrije wil.

 

God is soeverein betekent dat Hij de allerhoogste, almachtige Heer is over alles wat er is. Hij beslist wat er gebeurt, want alles is in Zijn hand. Niemand kan Hem tegenhouden of zeggen wat Hij moet doen. Hij is vrij en krachtig, en doet altijd wat goed en rechtvaardig is. Omdat Hij zo machtig is, kunnen wij op Hem vertrouwen dat Hij voor ons zorgt en alles leidt zoals het goed is voor ons en Zijn grote plan.

 

In deel drie gaan we verder met bestuderen wat het betekent te leven vanuit zekerheid en een actief geloof.

 

Greetje jansen