02. Israël – Jezus herstelt Abrahams belofte
Deze studie gaat over het moment waarop Jezus zegt: het gaat er niet om wie je ouders zijn, wat je afkomst is, maar om wat je in je hart gelooft.
Dus: Het gaat niet om bloed óf geloof, maar om geloof als voorwaarde binnen een blijvend verbond.
Deze studie is geen vervangingstheologie!
“Heeft God Zijn volk verstoten? Volstrekt niet!”
Romeinen 11:1
Israël struikelt maar valt niet definitief. Er is een rest, er komt herstel. Heidenen worden ingeënt, niet als vervangers, maar als deelnemers
Het gaat om de besnijdenis van het hart
Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik elke besnedene en die de voorhuid heeft, zal straffen, namelijk
Egypte en Juda, Edom en de Ammonieten, Moab en allen die kaalgeschoren zijn aan hun slapen, die in de woestijn wonen. Want alle heidenvolken zijn onbesneden, maar heel het huis van Israël is onbesneden van hart.
Jeremia 9:25-26
"En de HEERE, uw God, zal uw hart besnijden…"
Deutrenonium. 30:6
Het moment dat alles verandert
Stel je voor dat je een eerste-eeuwse Jood bent. Je hele leven heb je gehoord: jij bent Israëliet. Je bloed is je paspoort naar Gods hart. Abraham is jouw voorvader. Jij hoort erbij. Prachtig toch.
En dan zegt Jezus tegen de leiders: "Uw huis wordt aan u overgelaten"
(Mattheüs 23:38).
Simpel gezegd: jullie tempel, jullie macht, jullie systeem, het verdwijnt. Waarom? Omdat jullie Mij hebben verworpen. Dat komt hard aan.
Jezus verklaart niet dat Israël als volk is afgeschreven; Hij kondigt het oordeel over een ongehoorzaam religieus systeem aan. Het oordeel komt niet op etniciteit, maar op ongeloof.
Maar Jezus stopt daar niet. Hij zegt iets dat werkelijk schokkend is:
"Velen zullen komen van oost en west en aan tafel zitten met Abraham… maar de zonen des koninkrijks zullen buiten worden gezet."
Mattheüs 8:11-12
Laat dit tot je doordringen. Dit betekent: gelovige heidenen aan het feest, ongelovige joden buiten.
En waarom? Omdat ze dachten dat Jood-zijn genoeg was. Ze vertrouwden op hun bloed in plaats van op het geloof.
Wat dit werkelijk betekent
In de Joodse traditie was het grote eindtijdfeest altijd duidelijk: Abraham en alle trouwe Joden, samen. Het was de ultieme belofte.
Nu zegt Jezus: nee. Heidenen zullen daar zitten. En waarom? Omdat zij geloven. En wie buiten staan? Zij die denken dat hun erfrecht hen redt
Let op, dit is geen antisemitisme!
Dit zegt dat niemand gered wordt door wie hij of zij is. Alleen door wat je gelooft word je gered.
Eén Herder, Alle Schapen
Jezus zegt in Johannes 10:16:
"Ik heb nog andere schapen… ook die moet ik brengen, en zij zullen mijn stem horen, en er zal één kudde en één herder zijn."
Wat zegt Jezus hier?
Schapen in de omheining (Joodse gelovigen)
Schapen erbuiten (heidenen en anderen)
Maar het sleutelwoord: één kudde.
En wie is die herder? Jezus zegt: “Ik ben de goede Herder”. En wie was de herder van Israël in het Oude Testament? God zelf. Jezus zegt dus: Ik ben de herder van allen wie geloven, Jood of heiden. Etnische grenzen verdwijnen. Geloof bepaalt wie erbij hoort.
Abraham's Geheim
Paulus ontdekt dit later en schrijft het op in Romeinen 4:11-12:
"Abraham is vader van allen die geloven."
Abraham had twee soorten erfgenamen geen "echte" en "nep", maar:
Zijn bloedskinderen (etnische Joden)
Zijn geloofsverwanten (iedereen die gelooft)
En hier zit het kernpunt: de belofte aan Abraham ging nooit om bloed. Die ging om geloof. Paulus schrijft:
"De belofte… is niet door de wet, maar door de gerechtigheid des geloofs."
Hoor je dat? De eigenlijke belofte was altijd: "je gelooft, dus je erft". Jezus herinnert ons daar alleen aan.
Wat telt echt?
In Mattheüs 21:43 zegt Jezus:
"Het koninkrijk Gods zal gegeven aan een volk dat de vruchten ervan voortbrengt."
Wat zijn die vruchten? Niet: "je bent Jood". Maar: "je dient God uit liefde, je gehoorzaamt, je gelooft".
Dit volk kan iedereen zijn. Joden die geloven. Heidenen die geloven. Gemengde groepen die geloven.
Ware Identiteit
Paulus schrijft in Romeinen 2:28-29:
"Een mens is geen Jood omdat hij het uitwendig is. Maar hij is Jood die het inwendig is, in zijn hart."
Dit zegt niet dat Joden niet meer Jood zijn. Dit zegt: ware Joodse identiteit zit in je hart, niet in je bloed.
Dit is wat Jezus probeert te zeggen. Het is niet tegen Joden. Het is eigenlijk een teruggrijping naar wat Abraham al wist: geloof, niet bloed, bepaalt wie je bent.
De Joodse traditie ondersteunt dit
Rabbijnen spreken van "de vromen der volkeren" niet-Joden die Gods weg volgen en gerechtvaardigd zijn. Dit bewijst dat zelfs diep in Joodse denken, geloof en trouw altijd zwaarder hebben gewogen dan erfenis.
Dit laat zien dat in het Jodendom geloof altijd boven afkomst stond.
Voor ons vandaag
Jezus zegt hier niet: ik verander Gods plan omdat jullie mij verwerpen. Jezus zegt: dit was altijd al zo, en ik herinner jullie eraan.
Je hoort bij Gods volk door één ding: je persoonlijke geloof in God.
Of je Jood bent of niet. Of je van een christelijk gezin komt of net begonnen bent. Of je familie naam beroemd is of niet. Dat maakt allemaal niet uit.
Wat telt: je hart, jouw keuze.
En dat is tegelijk zwaarder en bevrijdender dan bloed:
Zwaarder omdat je je niet kunt verstoppen achter je familie
Bevrijdender omdat niemand buiten kan staan, tenzij ze zélf dat kiezen.
Dit is niet afbreken, dit is herstellen
Hier is het belangrijkste: Jezus verwerpt Israël niet. Hij herstelt Israël naar haar grondslag.
Abraham werd niet gerechtvaardigd door erfrecht. Abraham werd gerechtvaardigd door geloof. Jezus zegt: laten we teruggaan naar dat moment. Daar waar het alleen om geloof ging.
Joden kunnen volledige erfgenamen van de belofte blijven. Maar, zoals Abraham, moeten ze door dezelfde deur: geloof in hun Messias.
En dan worden zij, samen met alle andere gelovigen van alle volkeren. Wat God altijd wilde: één kudde, één herder, één familie.
Conclusie
Niet door welk bloed je hebt, maar door je geloof word je behouden.
Greetje Jansen

-edit-20251123121505.png)