02. Hosea - Echtscheiding en hertrouwen (Hosea 2 en 3)

02. Hosea - Echtscheiding en hertrouwen (Hosea 2 en 3)

 

Israël als moeder in Hosea

In het tweede hoofdstuk van Hosea wordt Israël “moeder” genoemd. Een vrouw in de profetie verwijst altijd naar een kerk of geestelijke macht; hier is het een overspelige vrouw. GOD dreigt haar haar kleren te ontnemen en haar naakt heen te zenden, omdat zij zegt dat de afgoden haar gezegend hebben en dat alles wat zij heeft van de afgoden afkomstig is.

 

Geestelijke betekenis van de beelden

De opgesomde dingen hebben naar mijn mening ook een geestelijke betekenis. Het gaat om brood en water, wol en vlas, olie en wijn. Brood en water zijn eerste levensbehoeften. Maar het brood des levens is CHRISTUS, zonder Hem geen eeuwig leven. Water wijst op de afwassing van de zonden. Wol en vlas waren de materialen die men destijds gebruikte om zich te kleden. Deze aardse dingen zijn nodig om ons lichaam te bedekken, maar ons geestelijk lichaam heeft een kleed nodig dat geweven is op de weefgetouwen van de hemel.

 

Dat is de mantel van JEZUS’ gerechtigheid; daarin zit geen draad van onze eigen werken. Als laatste worden olie en wijn genoemd. Olie staat voor het werk van de Heilige Geest, en de wijn is een beeld van het bloed van het Lam dat geslacht is voor onze verlossing. Dat er zes dingen genoemd worden, betekent dat het naar de mens verwijst, want hij is op de zesde dag geschapen. Op die dag trad Adam ook in het huwelijk. Kort daarna pleegde Eva overspel met de slang door naar hem te luisteren. Hierdoor verbrak zij het verbond met zowel haar man Adam als met GOD, die een verbond met de mens gesloten had.

 

Dorens en het geblokkeerde pad

Na vers vier, waar deze dingen genoemd worden, merkt GOD op dat Hij haar weg met dorens zal versperren. Dit gebeurde ook na de val van de mens; toen kregen zij dorens en distels als gevolg van hun zonde. Hier, in Hosea, gebruikt GOD dit beeld om aan te geven dat Hij de weg naar de afgoden zou versperren, met als gevolg dat Zijn vrouw, Israël, hopelijk weer tot Hem zou terugkeren. Noch Israël, noch wij beseffen dat het GOD is die alles wat wij nodig hebben in Zijn hand heeft.

 

Volledige afhankelijkheid van God

Wij, in onze tijd, moeten beseffen dat wij totaal van GOD afhankelijk zijn voor zowel onze tijdelijke als onze eeuwige behoeften. Het leven van iedere vrucht en iedere groente die wij eten komt van GOD, die dat erin geschapen heeft. Ook ons eeuwig leven heeft Hij in Zijn hand. Het is typisch menselijk om dit te vergeten en te denken dat wij het zelf wel kunnen. Vanaf vers zeven gebruikt GOD het woord “Ik” meerdere keren achter elkaar. Hij zou het koren, de wijn, de wol en het vlas wegnemen. Alle feesten zouden stoppen. Het hele land zou een wildernis worden.

 

Herstel in de woestijn

Wij die nu leven, weten dat al deze profetieën zijn uitgekomen. Vers dertien zegt dat GOD haar naar de woestijn zal lokken en haar weer zal verleiden om het huwelijksverbond te herstellen. Dan zal zij GOD als haar man zien, niet als een van de afgoden die zij eerder diende. Hier zien we dat GOD Zijn volk steeds opnieuw in de woestijn brengt om daar het verbond te bekrachtigen. De mens mag telkens afdwalen van de rechte weg, maar GOD zal Zijn verbond met ons nooit verbreken. Het is goed om dat te onthouden als wij ons geestelijk in de woestijn wanen en menen dat de hemel van koper is en GOD ons niet hoort.

 

Piet Westein