04. De volwassendoop als Bijbelse keuze

04. Gedoopt in Waarheid
De volwassendoop als Bijbelse keuze na bekering

 

In de vorige delen hebben we gezien dat er veel water nodig is voor de doop en water dat het water een krachtig beeld is in de bijbel van reiniging. Denk onder andere aan de zondvloed en de profetie van de fontein. We hebben de rituelen van de priesters in de tempel gezien met koperen wasvat. We weten nu dat wij in het nieuwe verbond zijn als priesters hier op aarde. Daarna hebben we gelezen dat de mensen die gedoopt werden, eerst tot geloof gekomen zijn.

In dit deel gaan we verder, we gaan op zoek naar Johannes de doper die Jezus doopte. We kijken naar de doop in plaats van de besnijdenis en de uitstorting van de Heilige Geest.

 

Johannes de Doper doopte in diep water

Johannes de Doper stond niet met een waskom mensen te besprenkelen. Nee, hij doopte in de Jordaan, een rivier, en dus diep en stromend water. In Jozua 3:15 lezen we dat de Jordaan in de oogsttijd buiten zijn oevers trad, dus het was geen beekje of modderplas, maar een serieuze rivier. Ook Naäman daalde af in de Jordaan en waste zich zeven keer door onderdompeling (2 Koningen 5:14). Dat bevestigt dat onderdompeling in deze rivier goed mogelijk was en de norm vormde.

Johannes was er maar druk mee. In Mattheüs 3:5 staat:

“Toen liep Jeruzalem, heel Judea en de hele omgeving van de Jordaan naar hem uit.”
Dat zijn grote aantallen mensen! En waar deed hij dit? In het openbaar, in de Jordaan, zichtbaar voor iedereen. In Lukas 3:2 lezen we dat het woord van God kwam tot Johannes in de woestijn. Zoals Noach gehoorzaam begon te bouwen aan de ark, begon Johannes te dopen. Hij handelde niet op eigen initiatief, maar op goddelijke opdracht. En iedereen die langskwam kon het zien en horen.

In Mattheüs 3:6 staat:
“… en zij werden door hem in de Jordaan gedoopt, terwijl zij hun zonden beleden.”
Opnieuw zien we hier het patroon: eerst belijdenis van zonden,  bekering en geloof, en daarna de doop.

 

De doop van Jezus

Mattheüs 3:13-17 vertelt hoe Jezus naar Johannes kwam om gedoopt te worden. Niet omdat Hij zondig was, maar om de wet te vervullen. Hij daalt in het water, stijgt weer op en de hemel opent zich. De Heilige Geest daalt neer als een duif. Dit laat zien dat de doop Gods zegel draagt en een nieuw begin markeert.

 

Johannes wilde Jezus weerhouden van de doop maar Jezus zegt:

“Laat het nu gebeuren, want op deze wijze past het ons alle gerechtigheid te vervullen.” Jezus laat hier zien dat hij alles doet wat God van ons verlangt. Hij vervult hierin de schaduwen van het oude- of eerste testament. Let op dit stukje van deze tekst: “…past het ons…”  Jezus heeft het hier niet alleen over zichzelf, maar ook over Johannes. Letterlijk staat er: "…want zo is het passend voor ons..."

Jezus zegt; het is juist, het hoort zo. Samen vervullen ze de gerechtigheid, “…alles wat God als juist beschouwt.”

 

De doop is niet in de plaats van de besnijdenis

Soms wordt beweerd dat de doop de besnijdenis van het oude verbond heeft vervangen. Maar als dat werkelijk zo zou zijn, dan zouden baby’s op de achtste dag besprenkeld moeten worden, net zoals jongetjes besneden werden. Toch lezen we nergens in de Bijbel dat baby’s worden besprenkeld ter vervanging van de besnijdenis.

De besnijdenis was het teken van het verbond met Abraham. Het was lichamelijk, blijvend, en gold voor elke mannelijke nakomeling van Israël. De doop daarentegen is een getuigenis van persoonlijk geloof in Jezus. Het is geestelijk van aard, en vrijwillig, een keuze die iemand bewust maakt uit geloof en bekering.

Hierover valt nog veel meer te zeggen, maar de kern is volgens mij duidelijk: de doop is geen voortzetting of vervanging van de besnijdenis, maar een geheel nieuw teken van een nieuw verbond.

 

Kolossenzen 2:11-13

11 In Hem bent u ook besneden met een besnijdenis die niet met handen plaatsvindt, door het uittrekken van het lichaam van de zonden van het vlees, in de besnijdenis van Christus.
12 U bent immers met Hem begraven in de doop. In Hem bent u ook met Hem opgewekt door het geloof van de werking van God, Die Hem uit de doden heeft opgewekt.
13 En Hij heeft u, toen u dood was in de overtredingen en het onbesneden zijn van uw vlees, samen met Hem levend gemaakt, door u al uw overtredingen te vergeven

 

Geen besnijdenis met handen, maar van het hart. In Deut. 30:6 spreekt Mozes al van een besnijdenis van het hart. Geen ritueel zoals de offers in de tempel, maar een innerlijke besnijdenis. Het oude afleggen en opstaan tot een nieuw leven in Christus.

 

Na bekering en doop de uitstorting van de Heilige Geest?

Het is niet altijd zo dat de Heilige Geest direct na de doop ontvangen wordt. De volgorde verschilt in de Bijbel.

Neem bijvoorbeeld de Samaritanen in Handelingen 8. Zij geloofden en werden gedoopt, maar ontvingen de Heilige Geest pas later, nadat de apostelen hen de handen hadden opgelegd. In Handelingen 10, bij Cornelius en zijn huis, komt de Heilige Geest eerst over hen, nog vóór de doop in water. En in Handelingen 19 vraagt Paulus: “Hebt u de Heilige Geest ontvangen nadat u tot geloof gekomen bent?”

We zien dus dat de volgorde kan verschillen. Soms komt de Heilige Geest vóór de doop, soms erna, en soms pas na handoplegging of gebed. Het belangrijkste is geloof in Jeshua, en een hart dat Hem wil volgen. Toch blijkt uit deze voorbeelden ook dat er soms meer nodig is om de Heilige Geest te ontvangen: handoplegging, gebed, onderwijs vanuit de Schrift.

De belofte is er echter wél. Paulus (Petrus in Handelingen 2) zegt:
“Bekeer u, en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jeshua Messias, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.” (Handelingen 2:38)

Die volgorde, bekering, doop, vervulling met de Geest, is een norm, maar geen vaste wet. God is soeverein, en Hij werkt in mensenlevens op de manier die Hij nodig acht.

 

Greetje Jansen