Israël in het plan van God
Inleiding: Waar blijft Gods trouw?
Veel christenen denken dat het moderne Israël niet zo belangrijk is in Gods eindtijdplan. Ze zeggen: God heeft Zijn plan met Israël afgemaakt. Het volk verloor alles toen het de Messias verwierp. Nu werkt God alleen nog met de kerk, dat nieuwe volk, “het geestelijke Israël."
Maar is dat echt wat de Bijbel leert?
Het maakt verschil in hoe we Gods plan begrijpen, daarom wil ik het goed onderbouwen vanuit een Messiaans/Joodse visie.
Laten we starten.
1. Het verbond van God is eeuwig en dat staat duidelijk in de Schrift
Laten we beginnen bij het fundament. Wat zegt God zelf over Zijn verbond met Israël?
"En Ik zal Mijn verbond oprichten ... tot een eeuwig verbond ... En Ik zal u en uw zaad na u het land van uw vreemdelingschappen, heel het land Kanaän, geven tot een eeuwig bezit."
Genesis 17:7-8 (HSV)
Merk op: niet "totdat Israël me teleurstelt" of "zolang ze gehoorzaam zijn." Nee een eeuwig verbond. Eeuwig bezit.
"Hij gedenkt Zijn verbond voor eeuwig, ... het verbond dat Hij sloot met Abraham, ... bevestigd aan Jakob als een verordening, aan Israël als een eeuwig verbond, zeggende: 'Aan u zal Ik het land Kanaän geven als het erfdeel van uw erfenis.'"
Psalm 105:8-11 (HSV)
Weer hetzelfde woord: eeuwig. Het gaat niet alleen om de persoon Abraham. Het gaat om zijn nageslacht Israël en het gaat om het land.
Dus als iemand zegt: "God heeft Zijn plan met Israël afgemaakt," dan strijd dat met het allereerste wat God zelf zegt over Zijn verbond.
02. Is het verbond echt voorwaardelijk?
Over Jeremia 18 en wat het werkelijk betekent. Veel christenen beroepen zich op Jeremia 18:9-10. Daar zegt God: "Soms spreek Ik over een volk of koninkrijk dat Ik zal bouwen en planten. Maar als dat volk doet wat kwaad is in Mijn ogen en niet luistert naar Mijn stem, dan zal Ik berouw hebben over het goede dat Ik hun dacht te doen."
Ze trekken daaruit de conclusie: Alle beloften voor Israël zijn voorwaardelijk. Als Israël ongehoorzaam is, vervallen de beloften.
Maar wacht even. Laten we in dezelfde boek Jeremia kijken letterlijk een paar hoofdstukken verder.
Jeremia zelf zegt: "Nee, niet voor Israël. Bij hen is het anders."
"Zo zegt de HERE, Die de zon stelt tot licht bij dag, de gevolge der maan en sterren tot licht bij nacht, Die het zee beweegt, zodat haar golven bruisen, HERE der heerscharen is Zijn naam: Indien deze ordeningen van Mij zouden wijken vóór Mijn aangezicht, luidt het woord der HERE, dan zou ook het nageslacht van Israël ophouden een volk te zijn vóór Mijn aangezicht, voor altijd."
Jeremia 31:35-37 (HSV)
Lees dat goed. God zegt hier: Israël zal pas ophouden Mijn volk te zijn als de zon, maan en sterren ophouden met bestaan. Met andere woorden: nooit.
Joodse uitleggers wijzen hierop. Aish.com, een belangrijk joods educatief platform, benadrukt juist dat Jeremia 18 over algemene waarschuwing gaat, hoe God met volken omgaat in het algemeen, maar dat Jeremia 31 de specifieke belofte aan Israël geeft: ondanks alles, ondanks ballingschap en ongehoorzaamheid, zal Israël blijven.
03. Eerstgeboorterecht
Individueel verloren, natie behouden
Vergelijking Israël met Esau, Ruben en Saul. Ze verloren hun eerstgeboorterecht, dus ook Israël verliest het, voltooid verleden tijd.
Einde studie? Nee
Dat is niet hoe het werkt in de Bijbel.
Esau verliest zijn recht, maar blijft Izaks zoon.
Esau verachtte zijn eerstgeboorterecht. Jakob nam het over. Maar Esau? Die blijft tot in de rijen van Edom een apart volk, apart van God's plan echter wel erkend als Izaks nageslacht.
Ruben verliest zijn functie, maar blijft lid van Israël.
Ruben werd ontrouw en verliest de voorrechten van de eerstgeborene. Die gaan naar Jozef. Maar de stam Ruben? Die is nog steeds één van de twaalf stammen. Ze blijven deel van Israël.
Saul verliest het koningschap, maar het verband met Israël blijft.
Saul faalt. David krijgt de troon. Maar Saul? Hij blijft een Israëliet. God verwerpt Saul als koning, niet als Israëliet.
In alle drie gevallen gaat het om een functie of titel, niet om het volkschap zelf.
Israël is een volk, met een eeuwig verbond. Dat is fundamenteel anders.
04. Mattheüs 21:43 is dit echt een vervanging van Israël?
Jezus zegt: "Het Koninkrijk van God zal van u weggenomen worden, en gegeven worden aan een volk dat de vruchten daarvan voortbrengt."
Kijk, dat is duidelijk. Jezus zei zelf dat het Koninkrijk van Israël naar de kerk gaat.
Is dan nu het einde van het letterlijke Israël?
Nee, let op tot wie Jezus spreekt!
"En toen de overpriesters en de Farizeeën Zijn gelijkenissen hoorden, begrepen zij dat Hij van hen sprake."
Mattheüs 21:45 (HSV)
Jezus spreekt tot de slechte leiders, de priesters en Farizeeën die de wijngaard slecht beheren. Die verdoen hun werk. Dat zijn de "pachters" in de gelijkenis.
Wanneer Jezus zegt "van u," zegt Hij het tot die corrupte leiders, niet tot het hele Joodse volk als zodanig.
En "een volk dat de vruchten voortbrengt" wat betekent dat? Messiaanse uitleggers wijzen erop: het betekent een volk dat wél gehoorzaam is. Dat wél de vruchten draagt.
Dat zou kunnen zijn: het gelovige overblijfsel van Israël plus de heidenen die in Christus geloven. Samen vormen zij een nieuw, vruchtdragend volk.
Maar het betekent niet: de ethnische Joden zijn voorbij, de kerk neemt alles over, einde verhaal.
Mattheüs 21:43 kan niet eerlijk gebruikt worden als "bewijs" dat het hele Joodse volk door de kerk vervangen is. Het gaat om de leiders die falen, niet om de toekomst van het volk Israël.
05. Paulus en Romeinen 11:
God heeft Zijn volk NIET verstoten
In Romeinen 9-11 zegt Paulus veel over dit onderwerp. Laten we goed luisteren wat hij zegt, niet wat anderen zeggen dat hij zegt.
"Zeg ik nu: God heeft Zijn volk verstoten? Allerminst! Want ook ik ben Israëliet, uit het zaad van Abraham, uit de stam van Benjamin. God heeft Zijn volk niet verstoten, dat Hij tevoren gekend heeft." Romeinen 11:1-2 (HSV)
Paulus zegt glashelder: Nee. God heeft Israël NIET verstoten.
Dat is niet uit te leggen. Dat is niet voorbijgaan. Dat is: Nee.
Vervolgens zegt Paulus iets heel moois. Hij gebruikt het beeld van een olijfboom:
Romeinen 11:16-24: De boom is Israël. Sommige takken (ongelovige Joden) worden afgebroken. Maar heidenen (andere takken) worden ingeplant in dezelfde boom.
Dezelfde boom.
Niet: er komt een nieuwe boom. Niet: de oude boom is klaar. Nee, dezelfde boom, dezelfde wortel (de aartsvaders), maar met een nieuw mengsel van takken.De volken worden ingeplant in Israëls olijfboom, niet omgekeerd.
Maar het mooiste komt nog:
"Ik wil u namelijk niet verborgen houden, broeders, dit geheim, opdat gij niet eigenwijze wezen moogt: dat verharding ten dele over Israël gekomen is, totdat de volheid der heidenen ingegaan zal zijn, en zo geheel Israël zalig zal worden… Want de genadegaven en de roeping Gods zijn zonder berouw."
Romeinen 11:25-29 (HSV)
Zonder berouw. God heeft geen spijt van Zijn roeping.
God zegt dat Israël tijdelijk verhard is, maar dat die verharding voorbijgaat als "de volheid der heidenen ingegaan" is. En dan? "Geheel Israël zal zalig worden."
06. Jeremia 31 en het Nieuwe Verbond
Geen vervanging, maar vernieuwing.
Gaan de beloften over op het "geestelijke Israël" de kerk.
Laten we Jeremia 31 lezen, waar Gods "Nieuwe Verbond" besproken wordt.
"Zie, de dagen komen, luidt het woord van de HERE, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal maken, niet naar het verbond dat Ik met hun vaderen maakte..." Jeremia 31:31-34 (HSV)
Met wie sluit God dit verbond? Met het huis van Israël en het huis van Juda.
Niet: met de kerk in plaats van Israël.
Niet: met de heidenen.
Met diezelfde twee huizen maar dan met een vernieuwd, ingeprent verbond.
De Torah zal in hun harten geschreven staan.
Messiaanse theologen zeggen: dit is geen vervanging, dit is heling en terugkeer. God biedt aan hetzelfde volk, op hetzelfde moment, een ververde inwendige relatie met Hem.
En Paulus in het Nieuwe Testament? Die benadrukt dat dit Nieuwe Verbond nu open is voor beide volken tegelijk Jood én heiden. Maar het is niet weg van Israël, het is uitgebreid.
07. Galaten 3:29
Deelgenoot, geen vervanging
"Indien u van Christus bent, dan bent u Abrahams nageslacht en naar de belofte erfgenamen."
Galaten 3:29
Ze zeiden: dat bewijst dat etniciteit voorbij is. De kerk ís nu Israël.
Dan vers zegt dat heidenen mede-erfgenamen worden van de geestelijke zegeningen. Het zegt niets over opheffing van Gods concrete beloften aan het fysieke nageslacht van Abraham.
Er is verschil tussen:
De spirituele zegen (rechtvaardiging door geloof) die gaat naar iedereen die gelooft.
De territoriale en nationale belofte (het land, het volk) die blijft gebonden aan het nageslacht van Abraham.
Genesis 17 en Psalm 105 zeggen uitdrukkelijk dat God land geeft aan de fysieke nageslacht.
Dat is niet opgeheven in Galaten 3.
Wat wel opgeheven is, is het idee dat enkel Joden in Gods plan zitten. Nu krijgen ook heidenen deel.
Maar niet door Israël eruit te gooien, door de heidenen toe te voegen.
08. Dezelfde roeping, niet dezelfde uitwisseling
"Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk ten eigendom..."
1 Petrus 2:9 (HSV)
Maar kijk naar wat 1 Petrus eigenlijk zegt: Wie zijn "gij"? Joden en heidenen samen die in Christus geloven.
Ze krijgen dezelfde roeping als Israël ooit had. Dezelfde woorden, ja. Dezelfde verantwoordelijkheid: priesterlijk zijn, het karakter van God weerspiegelen, een licht zijn voor de wereld. Maar dit is toevoeging, geen vervanging.
Israël en de kerk hebben dezelfde Messias, dezelfde geest, maar ze zijn twee onderscheiden groepen met elk hun eigen roeping in Gods plan. De gemeente wordt priesters. Maar Israël blijft Israël.
9. Openbaring 21
De poorten dragen nog steeds de namen van Israëls stammen
"En die muur had twaalf poorten, en op de poorten twaalf namen, namelijk de namen der twaalf stammen van de kinderen van Israëls... En de muur der stad had twaalf grondslagen, en op die de twaalf namen van de twaalf apostelen des Lams."
Openbaring 21:12-14: (HSV)
Hier is iets heel moois. De stad, het Nieuwe Jeruzalem, heeft poorten met de namen van Israëls stammen. Wie woont in die stad? Openbaring 7:9-10 zegt: "Een grote schare, welke geen mens tellen kon, uit alle naties en stammen en volken en talen, staande voor de troon en voor het Lam..." (HSV)
Dus: de namen van Israël blijven, voor altijd, zelfs in de hemel. Maar wie binnengaat? Iedereen die in het bloed van het Lam is gewassen. Dit is een mooie combinatie. Het zegt: Israëls erfenis blijft voorbijgaan. Het is niet uitgewist, maar dat erfenis is nu open voor iedereen die gelooft.
Niet: Israël vervangen door de kerk, maar: Israëls belofte uitgebreid naar de wereld.
10. De rode draad
God werkt met wie Hem gehoorzaamt, maar geeft Zijn plan niet op
Dit is het hart van het verschil. De Bijbel leert: God werkt met wie Hem gehoorzaamt. Ja. Maar Hij geeft Zijn plan met hen niet op.
Met Israël ging het slecht. Heel slecht. Ongehoorzaam, profeten verworpen, Jezus gedood. Ja, Gods oordeel was zwaar. Oordeel betekent niet "einde." Het betekent: kastijding. Correctie. Met het doel van terugkeer. Deuteronomium 30 zegt dit prachtig: na vloek én verbanning belooft God dat Hij Israël zal verzamelen uit alle volken en in het land zal terugbrengen.
Niet: omdat Israël goed is, maar: omdat God trouw is aan Zijn verbond.
De aartsvaders waren niet perfect. Abraham loog. Jakob bedrog. Mozes zondige. Maar God zei: "Ik heb een verbond met hen. Dat is eeuwig. Dat ga ik nakomen." En nu, met de Messias, is dat verbond vernieuwd, niet opgeheven.
11. Voor ons vandaag
Wat betekent dit? Dit alles is niet zomaar theologie. Het raakt je hart en je hoop.
Veel christenen zijn verward:
"Wordt er nog gebeden voor Israël?"
"Zal Israël nog echt ingaan in Gods plan?"
"Speelt Jeruzalem nog een rol?"
De kerk zegt: God is klaar met Israël. Focus op de kerk.
Maar naar wat we gelezen hebben, zou het antwoord zijn:
Ja, bid voor Israël. Ze zijn nog altijd Gods volk.
Ja, Israël zal ingaan, niet omdat ze het verdiend hebben, maar omdat God trouw is.
Ja, Jeruzalem zal een rol spelen , niet als politieke macht, maar als symbool van Gods trouw.
Wij hoeven niet te kiezen tussen "Israël" en "de kerk."
Wij zijn een deel van Gods plan om beide samen te brengen. Als je in Christus gelooft, ben je deel van de ingepote heidenen in Israëls olijfboom. Je deelt in de belofte aan Abraham. Je bent erfgenaam van dezelfde beloften.
We zijn niet als vervanger van Israël. We zijn mede-erfgenaam. Samen met het gelovige deel van Israël. En dat is veel mooier.
12. Slot
De deur staat nog open
God sluit niet af. God biedt voortdurend aan.
"En ook zij, als zij niet in hun ongeloof blijven, zullen ingeënt worden. Want God kan hen inplanten."
Romeinen 11:23 (HSV)
Als zij niet in hun ongeloof blijven. Dat betekent: elke Jood die tot de Messias komt, wordt deel van Gods plan, niet als verdrongen, maar als herstelde. En elk heiden die gelooft, wordt ingeënt in diezelfde boom, dezelfde belofte.
Dit is het Evangelie in zijn volle glorie. Niet: één groep wint, de ander verliest. Maar: God werkt met beide samen, in dezelfde Messias, naar dezelfde hoop.
De vraag "Wie is Israël?" eindigt dus met een uitnodiging:
Wil jij deel zijn van dit plan?
Wil je erfgenaam zijn van de beloften aan Abraham?
Wil je burger zijn van het Koninkrijk, niet omdat je etnisch Jood bent, maar omdat je in Jezus gelooft?
De poorten van het Nieuwe Jeruzalem, nog steeds genoemd naar Israëls stammen staan open.
De belofte is niet voorbij, de belofte is voor nu.
Greetje Jansen
Bronnen
Joodse traditie: Rashi (11e eeuw) op Genesis 17; commentaren in Aish.com en Outreach Judaism over Jeremia 31 en het verbond.
Messiaans-Joodse uitleggers: David Stern (Jewish New Testament Commentary), Michael Brown (Answering Jewish Objections to Jesus), Arnold Fruchtenbaum (Israelology), en Messianic Apologetics.
Directe bijbelteksten: Vooral Genesis 17, Jeremia 18 en 31, Psalm 105, Deuteronomium 30, Romeinen 9–11, Galaten 3, 1 Petrus 2, en Openbaring 7 & 21.
Het belangrijkste is: neem de Bijbel en lees mee. Vraag de Heilige Geest je te leiden. De waarheid staat daar, niet in wat mensen er over zeggen, maar in Gods Woord zelf.

-edit-20251123121505.png)