01. Esther - Inleiding

Het boek Esther is in veel opzichten een opmerkelijk boek. God wordt in het hele boek niet bij name genoemd. Maarten Luther dacht dat het boek Esther daarom geen plaats had binnen de canon van de bijbel. Wij zullen zien of hij daarin gelijk had. Het is slechts voor de opmerkzame lezer, dat wij verwijzingen zien naar een hogere macht. Wij moeten daarom opletten, of, verborgen in de tekst, er een verwijzing schuil gaat naar de Schepper God en Zijn verlossingsplan voor Zijn opstandige bruid.

 

De naam Esther kan op verschillende manieren worden vertaald. De eerste mogelijkheid is Ster. Een tweede is, zij die zichzelf verbergt. Als wij het verhaal lezen dan lijkt dat de meest voor de hand liggende vertaling. Zij neemt in het boek de naam Esther op zich, haar werkelijke naam luidde Hadassa. Ook het feit dat zij een Jodin is houdt zij geheim. Zo is het natuurlijk ook vandaag nog, niet iedereen die loopt te zwaaien met de kruisvlag van Jezus is een kind van God.

 

AHASVEROS EN ZIJN GROTE FEEST.

Ahasveros is drie jaar aan de macht als hij een groot feest geeft. Dat feest duurt maar liefst een half jaar. Alsof dat niet genoeg is wordt er in de burcht Susan nóg een feest gegeven van zeven dagen, waar iedereen van hoog tot laag wordt uitgenodigd. Laten wij eerst maar eens kijken naar wat de naam van Ahasveros precies betekent. Letterlijk kan het vertaald worden als Leeuwenkoning, maar ook als koning der koningen en tenslotte hoogste heerser. De meest voor de hand liggende is hier koning der koningen. Hij regeerde volgens vers één uiteindelijk over 127 gewesten of landen. Dat betekent dat hij ook 127 koningen onder zich had over wie hij regeerde.

 

Voordat wij verder gaan, moeten wij kijken naar de getallen die hier genoemd worden. Het hele boek zit vol met getallen die ons iets kunnen vertellen van die verborgen wijsheid waar de naam van het boek naar verwijst. Wij hebben hier te maken met iemand die zichzelf koning der koningen laat noemen. Die titel komt maar één iemand toe en dat is de Schepper van alle dingen. God heeft die titel van nature, want Hij heeft alles en iedereen gemaakt. De grote tegenstander van God, satan, wil deze titel voor zichzelf. Daarom regeert iedere wereldheerser óf in de naam van satan, óf in de naam van de Schepper God. De mens heerst slechts een korte tijd voordat hij sterft. Het zijn slechts Christus en de duivel die strijd voeren voor de macht op deze aarde door de hele wereldgeschiedenis heen.

 

Nu dat getal 127 van al die landen waarover Ahasveros regeert. Volgens Daniël zes werd het Medo-Perzische rijk verdeeld niet in 127 maar in 120 gewesten. Wat moeten wij met deze discrepantie? Laten wij het getal 127 eens opsplitsen in 120 en 7. Het getal 120 zien wij regelmatig als het gaat over het profetisch eindoordeel over deze aarde. Bijvoorbeeld bij Noach die 120 jaar profeteert voordat de zondvloed komt, of Mozes die 120 jaar oud is als hij het beloofde land bereikt. Het meest opvallende is misschien wel dat als wij 120 jubeljaren nemen, dat is 120x50 jaar dan komen wij aan 6000 jaar of wel de hele geschiedenis van de schepping tot onze tijd, ofwel de hele wereldgeschiedenis. 

Het getal 7 is het getal van Gods perfectie Hij schiep de aarde en zijn volheid, inclusief de sabbatsrust, in zeven dagen. Koning Ahasveros wordt daardoor een type van Christus, de ware Koning der koningen. Het feest wat Ahasveros aanricht wordt daarmee een beeld van de wederkomst als Jezus zijn bruidsgemeente roept om thuis te komen.

 

DRIE JAAR EEN HALF JAAR EN ZEVEN DAGEN.

De geschiedenis van Ahasveros begint met de mededeling dat hij drie en een half jaar geregeerd heeft als hij een feest aanricht voor de hele bevolking van zijn hoofdstad Susan. Nu vinden wij in de Bijbelse profetieën keer op keer deze tijdseenheid als drie en een half jaar, als tweeënveertig maanden, een tijd, tijden en een have tijd of twaalfhonderdzestig dagen.

 

EEN JAARWEEK IS TWEE MAAL DRIE EN EEN HALVE DAG. [DRIE EN EEN HALF JAAR].

Laten wij zien wat de Bijbel met dit getal doet. Eerst maar de toepassing op de meest belangrijke Persoon in de schrift, dat is natuurlijk de Messias, Jezus Christus. Als Jezus Zijn aards dienstwerk begint is Hij dertig jaar oud, als Hij gedood wordt is Hij drieëndertig en een half jaar. Jezus heeft dus twaalfhonderd zestig dagen als Evangelist Zijn werk gedaan voordat Hij werd gedood. Na de dood en opstanding van Jezus overkomt dat Zijn discipelen ook, ook zij evangeliseren drie-en-een-half jaar wanneer de eersten van hen worden gedood, te beginnen met Stephanus.

De Bijbel gebruikt deze tijdseenheid iedere keer om aan te duiden dat de verkondiging van het evangelie hier op aarde altijd vervolging met zich meebrengt. Als wij van die 1260 dagen 1260 Jaar maken, zoals de profeet Daniël dat ook doet, dan zien wij dat dat ook in vervulling ging met de vervolging van de gemeente van Jezus in de middeleeuwen, toen de pauselijke macht de gemeente vervolgde.

 

Als wij in het eerste hoofdstuk van Esther lezen hoe dat feest van die zeven dagen gevierd werd, dan zien wij allerlei verwijzingen naar de schittering van de tempeldienst. Er wordt gesproken over linnen en purperen gordijnen. Purper was de kleding voor koningen en linnen werd gedragen door de priesters, daarom hebben wij hier een verwijzing naar een koninklijk priesterschap zoals het in Jezus was. Daarbij wordt gesproken over koninklijke wijn die er in overvloed was. Wat is dit anders dan het bloed van Jezus, in het bijzonder omdat er in Esther 1:8 staat, dat bij het drinken van de wijn, geen dwang mocht worden uitgeoefend. Zo is het ook bij de verkondiging van het evangelie, de vrije wil van de mens moet intact blijven, men kan het bloed van Christus aannemen of men kan het afwijzen.

 

Piet Westein

 

P.S.

Op de zevende dag van het feest gebeurt er iets dramatisch. Er is een revolutie in het harem van de koning. Hoe hij dat aan gaat pakken horen wij volgende week.