Na Pinksteren

Na Pinksteren

Na Pinksteren

De gemeente zoals die bestond direct na de Pinksterdag zag zichzelf niet anders dan een sekte binnen het Joodse geloof. Zij hadden grote en wonderlijke dingen meegemaakt, maar die gebeurden allemaal binnen de context van de profetieën uit de Bijbel zoals zij die kenden.

De afgelopen twee maanden waren hectisch geweest. Eerst hadden zij gedacht dat Jezus koning zou worden in Jeruzalem toen Hij Zijn intocht hield. Toen zagen zij hoe Hij met Pasen werd gekruisigd, maar,  wonder boven wonder,  werd Hij ook weer opgewekt uit de dood. Daarna heeft Hij veertig dagen lang de profetieën die naar Hem verwezen aan hen uitgelegd. Ook hebben zij Hem met eigen ogen ten hemel zien varen, en de belofte gehoord dat Hij op dezelfde wijze ook weer zou terugkomen.

 

De grote ervaring

Op de Pinksterdag hadden zij allemaal in zichtbare vorm de uitstorting van de Geest ervaren. Het was iets wat hen, naar eigen gevoel, apart zette van de andere mensen. De groep groeide explosief. Alleen al op de eerste dag werden er drieduizend gedoopt. En dit bracht direct een probleem met zich mee: wat moesten zij met al die mensen doen?

Voorlopig konden zij in groepen bij elkaar komen in de huizen van een paar leden die wat ruimer woonden. Door die stormachtige groei was dit echter niet meer dan een tijdelijke oplossing. De synagogen, waar zij allemaal deel van uitmaakten, stonden hen niet altijd toe om daar als vergaderplaats gebruik van te maken.

Men begon dagelijkse vredemaaltijden te houden om de band van de gemeente te versterken. Er werden diakenen aangesteld om de apostelen te helpen. Met andere woorden: men begon zich te organiseren.

 

De opdracht

Daar zit je dan, met een grote menigte mensen in een vijandige stad, wat moesten zij hiermee? Maar er was toch de opdracht van de Heiland dat zij de boodschap van Zijn Koninkrijk over de hele wereld moesten brengen?

Had de Meester niet gezegd dat zij heel Israël niet rond zouden komen voordat Hij weer zou verschijnen? Zij namen die opdracht serieus. Zij reisden door het hele land, verkondigden het evangelie, doopten de mensen, gaven onderricht, stichtten groepen. Bij dat alles keken zij naar de Bijbelse kalender, want daarop kon je zien dat de dag van de wederkomst steeds dichterbij kwam.

 

De Bijbelse feesten

De Bijbelse feesten waren nooit bedoeld als slechts een tijd van vermaak. Zij zagen óf terug op de grote daden van God voor Zijn volk, óf zij waren profetieën van wat God nog voor Zijn volk zou doen. En hoewel er tussen het Wekenfeest (Pinksteren) en Grote Verzoendag een aantal maanden ligt, was dat voor de eerste gemeente een snel afnemende tijd. Grote Verzoendag was profetisch een beeld van het eindoordeel.

Met Pasen was hun Heer gekruisigd. Met Pinksteren had Hij de Trooster gezonden. Daarom verwachtten zij dat met het volgende grote feest, Grote Verzoendag, Hij zou wederkomen om hen mee te nemen naar Zijn hemel. Het klonk zo logisch, en er was Bijbels gezien geen speld tussen te krijgen.

 

De gemeente

Er was wel een geweldige drang om vóór die tijd zoveel mogelijk van hun volksgenoten te bereiken. Maar er was geen plan om een organisatie op te bouwen die een blijvende structuur kon vormen binnen deze groeiende groep gelovigen.

Hoe zag die groep er trouwens uit? Wij lezen dat zij alle goederen gemeenschappelijk hadden, en dat niemand zei dat iets van hem of haar was. Mensen die land bezaten, verkochten dat en stortten het geld in de kas. Veel van de liefdemaaltijden werden gemeenschappelijk gehouden, en de weduwen en wezen kwamen niets tekort.

Dit oefende vooral een grote aantrekkingskracht uit op de armen onder het volk. Zij hadden niets te verliezen, en stroomden met drommen de gemeente binnen. De rijken daarentegen,  moeilijk van hun bezit te scheiden, werden maar mondjesmaat lid.

De Grote Verzoendag naderde steeds meer. De voorraden binnen de gemeente begonnen af te nemen, maar niemand maakte zich zorgen. De wederkomst was zeer nabij. Nog een paar dagen... en Hij zou komen!

Maar Hem die zij verwachtten kwam niet. Wat een teleurstelling moet die eerste Grote Verzoendag zijn geweest. Hun principe van profetie-uitleg leek gefaald te hebben. Wat nu?

Had het wel gefaald, of hadden zij de profetie in de Bijbelse jaarcyclus verkeerd uitgelegd? Zij dachten dat alle profetieën in één jaar vervuld zouden worden, Pasen en Pinksteren hadden hen immers op dat spoor gezet.

 

Nogmaals de feesten

De Bijbelse feesten zijn door God gegeven als een profetische duiding van de wereldgeschiedenis.

De eerste vervulling vindt plaats met Pasen, bij het offer van Jezus als het Lam van God, direct gevolgd door het Beweegoffer, het beeld dat Jezus naar de Vader gaat om Zijn offer aan te bieden. Vijftig dagen daarna volgt de uitstorting van de Heilige Geest.

Deze voorjaarsfeesten waren gekoppeld aan de eerste oogst. In het najaar krijgen we vier feesten:

  • De dag van de Bazuinen – het volk wordt opgeroepen zich te bekeren. Dit is een beeld van de tijd vóór de wederkomst, de tijd waarin wij nu leven.
  • De Grote Verzoendag – een beeld van de wederkomst en het eindoordeel. De gemeente gaat Jezus tegemoet in de lucht en verblijft duizend jaar in de hemel.
  • Het Loofhuttenfeest – een terugzien op de tijd dat het volk in de woestijn verbleef, en een vooruitzien naar de tijd dat de gelovigen bij hun Verlosser in de hemel zullen zijn.
  • De Vreugde der Wet (Simchat Thora) – een vooruitblik naar de tijd dat wij de wet van God in ons hart dragen, en ons erin verheugen.

Wij, de gelovigen, zullen eeuwig de wet van God in ons meedragen: Simchat Thora, een werkelijke Vreugde der Wet.

 

Piet Westein

 

P.S.
Ik kan haast niet wachten totdat die realiteit daar is... u ook?