Geestelijke examens: Hoe staan we ervoor?
Voor veel jongeren in Nederland is het nu een spannende tijd: de examentijd. Na jaren op school, de één met meer inzet dan de ander, komt het moment van de waarheid. Ga ik het halen? Heb ik genoeg geleerd? Jarenlang in de schoolbanken, heb ik wel opgelet, geluisterd en begrepen wat de docent uitlegde? Was het genoeg?
Nog een oud examen oefenen, en nog één, want dat ene vak blijft lastig, daar sta ik niet zo goed voor...
Voor sommigen was school een veilige plek, beter dan thuis. Voor anderen was het elke dag een strijd om erheen te gaan. En weer een ander heeft juist de tijd van zijn of haar leven gehad. Zo verschillend als hun ervaringen zijn, zo verschillend zijn ook hun toekomstdromen. Sommigen gaan verder leren, anderen kunnen niet wachten om te gaan werken en zich in een baan te storten.
Ouders vinden het vaak belangrijk dat hun kinderen het goed doen. "Haal eruit wat erin zit," zeggen ze. Want met een diploma op zak kun je verder: naar een volgende opleiding, een goede baan. Begrijpelijk, je gunt je kind een mooie toekomst.
Maar stel je eens voor: hoe zou het zijn als we in de kerk ook examen moesten doen?
Velen zitten al jarenlang op hun plek week na week, onder het gehoor van de prediking. Wat als we, naar verhouding van die jaren, getoetst zouden worden? Hoe zwaar zou dat examen zijn? En zouden we slagen?
Mensen gaan jarenlang trouw naar de kerk, maar worden er niet echt door geraakt of groeien niet zo in hun geloof. Dan vraag ik me af: nemen we het Woord eigenlijk wel echt in ons op, of is het soms een gewoonte geworden? Dat zette me aan het denken: als we jongeren toetsen op hun kennis, zouden we dan ook niet eens stil mogen staan bij onze eigen geestelijke groei?
Een kerkganger, al zestig jaar trouw in de kerk, werd eens gevraagd:
"Wie is het eerste kindje dat in de Bijbel wordt genoemd als gedoopt?"
Zijn antwoord? "Ik ben zijn naam even kwijt. Hoe heet dat kindje ook alweer?"
Maar in de Bijbel staat helemaal niet welk baby’tje als eerste werd gedoopt. Sterker nog: de Bijbel spreekt niet expliciet over het dopen van baby’s.
Want als je er echt naar kijkt, zit de Bijbel vol rituelen die ons helpen om die grote verhalen en beloften beter te snappen. Denk aan offers, feesten, de tabernakel, de besnijdenis en natuurlijk de doop. Eigenlijk zijn het allemaal schaduwen, kleine voorproefjes die steeds weer wijzen op iets veel groters: Jeshua zelf. Neem die bijbelse feesten bijvoorbeeld, ze vertellen ons keer op keer over het grote offer dat Jeshua aan het kruis bracht. En de doop? Dat is veel meer dan zomaar een ritueel; het is een teken dat wijst naar iets diepers, een echte geestelijke vervulling.
Wil je hier dieper op ingaan? Houd dan onze website in de gaten voor de komende studie over de doop.
Maar wat ik je alvast wil meegeven is dit:
Doe wat Jeshua deed.
1 Johannes 2:6
"Wie zegt in Hem te blijven, behoort ook zelf te wandelen zoals Hij gewandeld heeft."
Greetje Jansen