Openbaring H1

Openbaring H1

Lees Openbaring H1

 

Als wij het over het boek de Openbaring hebben, dan noemen wij die meestal de Openbaring van Johannes. Maar is dat ook terecht? In de aanhef van hoofdstuk één staat, dat het de Openbaring van Jezus Christus is die God hem gegeven heeft. Dit moet ook wel de juiste volgorde zijn, want het is alleen God die de toekomst kent. Dat het niet Jezus Zelf is die die boodschap aan Johannes geeft, maar dat Hij het door middel van een engel doet, is in overeenstemming met de rest van de bijbel, waar profetieën meestal door engelen worden overgebracht. De boodschap blijkt niet alleen voor Johannes te zijn want hij zegt dat hij getuigd heeft van alles wat hij gezien heeft. Over iedereen die dit boek leest, voorleest of naar luistert wordt een zegen uitgesproken. Johannes zegt dat de tijd nabij is, dit zei hij 2000 jaar geleden, dat kan dus moeilijk op de wederkomst van Jezus (het onderwerp van dit boek) slaan. Waar het wel naar kan verwijzen is dat de vervulling van de profetieën in zijn tijd al een aanvang nam.

 

Onbegrijpelijk?

Als kind in de kerk kreeg ik nog weleens te horen dat de Openbaring een gesloten boek was. Dat gaat natuurlijk recht tegen de titel in, letterlijk heet het boek de bedekking weggenomen. De bedekking die lag op de boeken van het oude testament, waar het ging over de profetieën die op de Messias zagen is weggenomen. De evangeliën hebben duidelijk gemaakt waar de Messias voor moest komen. Zijn lijden en sterven voor de zonden van ons mensen staat daar duidelijk beschreven. Tot Zijn wederkomst hadden de mensen, inclusief Zijn discipelen daar geen duidelijk beeld van. Hoe zit dat nu met ons, wij hebben met dit boek een serie profetieën over die zelfde Messias, maar nu over Zijn tweede komst, en het lijkt wel of er weer een bedekking op ligt. Hoe moeten wij nu in onze tijd met die bedekking omgaan? Sommige dingen in het boek zijn in duidelijke begrijpelijke taal geschreven, andere in symbolen en beeldspraak. Wij moeten eerst de symbolen kennen voor wij ze toe kunnen passen. Alles wat wij er in lezen moet én in zijn onmiddellijke én zijn wijdere context begrepen worden. Het centrale thema is het werk wat God in Zijn Zoon Jezus voor Zijn gemeente deed, doet en zal doen hier op deze aarde, en in de hemel. Op de achtergrond zien wij constant de grote strijd die plaats vindt tussen Christus en de tegenstander, met als doel de onderwerping van en aanbidding door de mens, óf aan God óf aan satan. Als wij de Openbaring zo lezen, zullen in ieder geval de profetieën die al vervuld zijn, duidelijk begrepen worden, de onvervulde moeten wij voorzichtig mee omgaan, en zien in het licht van wat wij geleerd hebben uit de al vervulde profetieën van het oude testament, in het bijzonder die van de profeet Daniël.

 

Waarom die geheimtaal?

Johannes was tijdens de grote vervolging die er in die tijd woedde gevangen genomen, en gevangen gezet op het eiland Patmos, al zijn brieven werden door de geheime dienst van de keizer gecontroleerd. Hij moest uit hoofde daarvan alleen al zeer voorzichtig zijn wat en hoe hij schreef, hij kon moeilijk van de keizer schrijven dat hij de antichrist van zijn tijd was. Een andere reden is dat als wij als christelijke kerk de precieze tijd van de wederkomst hadden geweten, wij zeker niet zo actief waren geweest om het evangelie over de hele wereld te verkondigen. Dat gold voor de tijd van Johannes, en dat geldt ook nog voor onze tijd. De gelovigen van zijn tijd kende de symbolen waarvan Johannes zich bediende, ook wij, als wij de rest van de bijbel goed kennen, hebben geen moeite met de symbooltaal waarvan hij zich bedient.

 

Aanhef

Johannes adresseert zijn brieven aan zeven christelijke kerken in Klein Azië, wat nu Turkije is, uit de rest van de aanhef en uit de context van het boek, zien wij dat die zeven gemeenten staan voor de hele christelijke kerk door de eeuwen heen. Van de hemelvaart van Jezus tot Zijn wederkomst. Het getal zeven speelt een prominente rol in het hele boek, hier in het begin al de zeven gemeenten, en de zeven geesten die voor de troon van God zijn. Hij begint met een sjaloom (vrede) te wensen aan de vervolgde kerk. Het hele universum, voor zover dat aan de kant van God staat, wenst hen vrede, en Christus, die voor hen gestorven is en opgestaan uit de doden, is nu Koning over de koningen van deze wereld. Wat er ook gebeurt zijn kerk kan rusten in Zijn volbrachte werk, ook kunnen zij uitzien naar Zijn komst op de wolken. Op dat moment zullen de rollen omgedraaid zijn, dan zullen zij juichen, en de rest van de wereld zal weeklagen. Het zal geen geheime opname zijn, want, alle oog zal Hem zien, zelfs zij die hem doorstoken hebben, dat is letterlijk, voor die ene romeinse soldaat die dat deed, en figuurlijk voor degenen die niet willen dat Hij Koning over hen is.

 

Het eerste visioen

Johannes vertelt zijn lezers waar hij is en waarom en waardoor. Dan beschrijft hij dat hij in geestvervoering geraakte op de dag des Heren (vers 10). Dit vers wordt nog wel eens gebruikt om de heiligheid van de zondag, of de Sabbat te verdedigen, maar alles wat het zegt is, dat hij in de geest de dag van de wederkomst ziet. Zowel in het oude testament als ook in het nieuwe verwijst de dag des Heren altijd naar de jongste dag, de dag van het oordeel, de dag van de wederkomst, en dat is ook precies waar het boek over gaat. Johannes hoort achter zich een luide stem, die zegt dat hij het visioen op moet schrijven en naar zeven verschillende met namen genoemde gemeenten moet sturen. Wij zullen zien dat die namen gelijk een beschrijving zijn van de geestelijke toestand van die tijdsgewrichten waar die gemeenten voor staan. Ieder van de genoemde gemeenten staat dus ook voor een tijdseenheid in de kerkgeschiedenis, wij zullen dat later als wij de gemeenten wat nader bezien proberen duidelijk te maken. Als hij zich omkeert om te zien wie er tegen hem spreekt, dan ziet hij zeven gouden kandelaren, en daartussen iemand als een Mensenzoon. Uit de verdere beschrijving blijkt dat wij hier te maken hebben met Hem die door Daniël al omschreven werd als de Zoon des mensen.

 

Wij zien Jezus hier gekleed als hogepriester die dienst doet in het hemels heiligdom. De zevenarmige kandelaar vinden wij in het oude testament in de tabernakel en de tempel, in dat gedeelte wat het Heilige genoemd werd. In Zijn rechterhand, heeft Hij zeven sterren, en uit Zijn mond komt een tweesnijdend scherp zwaard. Het zwaard wordt hier niet uitgelegd maar verder in het boek zien wij dat het gaat om de woorden die Hij spreekt, daarom wordt Hij ook Het Woord genoemd (in de beginne was het Woord Joh. 1:1). Voor degenen onder ons die denken dat de sleutels van de dood in de handen van Petrus of zijn opvolgers gegeven zijn, kunnen we hier zien dat zij in handen zijn van Jezus Zelf (vers 18). Het laatste vers geeft uitleg over de sterren en de kandelaren. De zeven sterren zijn de engelen van de gemeenten, een engel is een boodschapper van God naar de mensen. De engel staat hier voor de boodschap die God iedere gemeente in zijn tijd wil laten brengen. De kandelaren zijn de zeven gemeenten. Iedere gemeente is in zijn tijdsgewricht als een kandelaar die de boodschap van het eeuwig evangelie, als een licht over de wereld verspreid. Op het moment dat de gemeente het licht van het evangelie niet meer laat schijnen, komt God en neemt hun kandelaar van zijn plaats (hst 2:5). Dat geldt niet alleen voor de gemeente maar ook voor ons als individu. Wij moeten de Openbaring in de eerste plaats tot onszelf laten spreken, en ons leven er door laten veranderen, voordat wij de boodschap op anderen toepassen!

 

Piet Westein