22. Elisa als C.I.A. agent (2 Kon. 6: 8-23.)

 

Er was weer eens oorlog tussen de koning van Aram (Syrië) en de koning van Israël. Keer op keer legde de koning van Aram een hinderlaag, om de Israëlieten te verrassen en zo een gemakkelijke overwinning te behalen. Dan leren wij de profeet Elisa kennen als geheim agent, in dienst van een derde macht, die van de Koning van het universum. God openbaart Elisa iedere keer weer, wat de koning van Aram voor plannen heeft. Na een aantal vergeefse pogingen om Israël te verrassen, is de koning van Aram zo ver, dat hij begint te twijfelen aan zijn eigen mensen, hij gelooft dat er verraders  in zijn eigen leger zijn, die zijn plannen verraden aan de vijand. Lees 2 Kon. 6: 8-23.

Er zijn kennelijk mensen in het gevolg van de koning van Aram, die de profeet Elisa kennen, en ook het werk wat hij doet voor het leger van Israël. Zij melden aan hun meester dat Elisa zijn meest intieme gedachten kent. Letterlijk zeggen zij: Neen, mijn heer de koning, er is geen verrader in uw kamp, maar de Profeet Elisa deelt alles mee aan de koning van Israël, zelfs de woorden die u in uw slaapkamer spreekt.

 

Ogen open of dicht?

Als de koning van Aram dat eenmaal weet, zint hij op een manier om Elisa gevangen te nemen. Er wordt hem verteld dat hij in de plaats Dothan is, hij stuurt er een heel leger op af. Zij omsingelen in de nacht de stad, met soldaten, paarden en wagens. Als de knecht van de profeet dat ziet, roept hij uit: Ach, mijn heer, wat moeten wij doen? Maar Elisa zegt tegen hem : Wees maar niet bang, want degenen die bij ons zijn, zijn veel machtiger dan die bij hen horen. Toen bad de profeet tot God om de ogen van zijn knecht te openen, zodat hij kon zien, wat de profeet zelf allang gezien had. Dan als God de knecht toestaat om achter de waarnemingshorizon te kijken in het domein van de engelen, ziet hij een groot leger van hemelse soldaten, die vurige paarden en strijdwagens berijden.

Als dat leger van Aram in de morgen naderbij komt, om de stad in te nemen en de profeet en zijn knecht gevangen te nemen, bidt de profeet een ander gebed. Dit maal bidt hij niet voor geopende ogen, maar voor een bepaalde vorm van blindheid. Als God dat gebed ook heeft verhoord, weten de soldaten niet meer wie ze zoeken of waar ze zijn. Elisa gaat daarna naar ze toe en zegt: Beste mensen jullie zijn aan het verkeerde adres, de man die jullie zoeken is hier niet, ga maar met mij mee, dan zal ik jullie brengen waar je moet zijn. Elisa neemt het leger van de koning van Aram mee en leidt ze naar de hoofdstad, Samaria, naar de koning van Israël.

Op het moment dat zij in de stad zijn aangekomen, en hij ze voor de koning heeft geleid, bidt de profeet weer een gebed. Hij vraagt God de ogen van deze soldaten weer te openen, zodat zij kunnen zien waar ze zijn. De koning van Israël is zeer enthousiast, hij vraagt of hij ze allemaal mag doodslaan. De profeet zegt : Nee, je mag ze niet neerslaan, want je hebt ze niet zelf gevangen genomen in de strijd. Maak maar een groot feest, geef hen maar te eten en te drinken. Als ze gegeten en gedronken hebben, laat ze dan weer terug gaan naar hun land. Sinds die tijd, was het afgelopen met die overvallen van de Arameeërs. 

 

Waarom al die oorlogen?

Het land wat hier wordt aangeduid met Aram, staat beter bekend als Syrië, of in die tijd als Assyrië. Het volk van Israël, is later door dit Assyrische rijk uit hun land weggevoerd in ballingschap. Ditzelfde land is later samengevoegd met het Babylonische rijk, dit wereldrijk heeft later het twee stammen rijk Juda vernietigd, en weggevoerd. De oorzaak dat Israël, de tien stammen in het noorden, en Juda, de twee stammen in het zuiden in ballingschap gingen, was volgens de profeten, het feit dat ze zich niet wilden bekeren. Door op afgoden te vertrouwen, in plaats van op de schepper God te zien voor hun heil, kon God hen niet helpen. Hij zond iedere keer weer profeten onder hen, die grote wonderen verrichtten, maar zij luisterden liever naar dwaalleraren, het uiteindelijke resultaat was, totale vernietiging. Als zij naar God hadden geluisterd, dan was Hij als een vurige muur rond hen geweest. Dit verhaal over deze oorlog geeft daar een goed beeld van. Dit is het soort oorlog, wat God voor de geest stond en staat. Hoewel het leger van Aram met kwade bedoelingen en tot de tanden gewapend aankomt, reageert de profeet met een gebed, bij de één (zijn knecht) vraagt hij om een geopend oog, voor de anderen voor een selectieve blindheid. Als de koning hen wil doden, een heel normale reactie in die tijd, stelt de profeet voor, hen in plaats daarvan een feestmaal te bereiden. Het verhaal eindigt met de verzekering, dat deze vijand hen nooit meer heeft aangevallen.

 

Heb uw vijanden lief?

De christelijk kerk, heeft door de eeuwen heen, altijd geleden onder vervolgingen. De eerste eeuw, was het vooral door de Joodse priesterklasse. Dan twee eeuwen door het Romeinse keizerrijk, en daarna twaalf honderd zestig jaar door de officiële staatskerk. Als die vervolging in 1798 stopt, lijkt er een tijd van rust aan te breken. Maar satan slaapt natuurlijk nooit! Hoe is de houding van de ware gelovigen in al die tijd geweest? Het centrale punt van het evangelie was altijd, de verkondiging van een liefhebbend God, die de zonden van de zondaar wilt vergeven. Die boodschap is bijna onmogelijk te brengen met een letterlijk zwaard in de hand. 

Als het volk van Israël uit het land Egypte wordt geleid, doen zij dat aan de hand van God. Zijzelf hadden zeker niet de kracht om van dat machtige Egyptische  rijk met militaire middelen te overwinnen. God beloofde hen: Ik zal voor u strijden, en jullie zullen stil zijn. Dit was het ideaal beeld wat God voor ogen stond, toen Hij het volk van  Israël apart zette onder de volken. Het is helaas anders gelopen, de mens, wil altijd zelf iets toevoegen aan het volbrachte werk van God. Keer op keer zien wij dat het volk zelf oorlogen voert, ook al is dat dan vaak onder het mom van een heilige oorlog. Ja, God geeft hen dan soms de overwinning, en zij danken God daar ook voor, maar of dit de beste oplossing was, mogen wij betwijfelen.

 

Ogen open of ogen dicht?

In deze geschiedenis zien wij een knecht van Elisa, hij verkeert in grote angst als hij het leger van de vijand ziet. De profeet zelf is een man met een geopend oog, hij ziet dat, wat voor ons gewone mensen achter een waarnemingshorizon plaats vindt. Hij ziet de engelen van God, die om hen heen zijn. Ik vermoed dat hij ook de gevallen engelen zag, die bij de tegenstanders waren. Dit hele verhaal staat net als alle andere bijbels geschiedenissen, in het teken van de grote strijd tussen Christus en satan. Wij als gelovigen hebben het voorrecht, om door de ogen van Elisa, in die andere werkelijkheid te kijken. Zoals het de angst van de knecht hier wegneemt, mogen ook wij, als satan en zijn trawanten het ons moeilijk maken, weten dat God Zijn heilige engelen om ons heen heeft gelegerd, niemand is in staat om ons kwaad te doen, als wij binnen de beschermende muur van Zijn wet wonen. Er zijn veel gevallen bekend, waar de vijanden van God met een vreemd soort blindheid worden geslagen, waar de gelovigen niet door hun vijanden worden herkend, of juist dat hun vijanden de beschermengelen zien die de gelovigen omringen, terwijl de gelovige zelf dat niet ziet. Op een meer geestelijk niveau, mogen wij ons afvragen hoe is het met ons geestelijk inzicht gesteld? Wij lezen de bijbel, toch zijn er gelovige mensen, die de meest vreselijke dingen aan God toeschrijven, of die Hem vragen hun wapens te zegenen, zodat zij tien duizenden kunnen doden. Ik wil dit stuk eindigen met het gebed dat onze ogen geopend zullen worden voor de werkelijke betekenis van wat God in Zijn woord wil openbaren.

                                                                                            Piet Westein.