32. Glorie en Verval - Elia vervult zijn opdrachten (1 Koningen 19:19-21)

32. Glorie en Verval - Elia vervult zijn opdrachten 

1 Koningen 19:19-21

 

Een profeet op weg

Weer moet de oude profeet Elia een eindeloos lange tocht naar het noorden afleggen. Waar hij op de heenweg op wonderlijke wijze werd versterkt door brood dat door een engel op gloeiende stenen was gebakken, weten wij niet hoe hij zich op de lange weg terug heeft gevoed. Zijn knecht was immers niet meer bij hem om hem te helpen, want die had hij achtergelaten in Berseba.

Dat leidt ons tot de conclusie dat óf dat hemelse voedsel van de engel nog steeds effectief was, óf dat God hem op een andere manier van leeftocht heeft voorzien.

Als hij eindelijk weer in de bewoonde wereld aankomt, is de woede van koning Achab en zijn vrouw Izebel kennelijk bedaard. De profeet wandelt immers vrij rond. Hij is op zoek naar de opvolger voor zijn profetenambt, die God hem met naam en toenaam heeft aangewezen.

Hij moet naar de plaats Abel-Mehóla, en daar het huis zoeken van een man met de naam Safat. Deze heeft een zoon, genaamd Elisa. Die jonge man moet hij tot zijn opvolger zalven. Elisa zou hem ook op zijn laatste dagen op aarde vergezellen, zodat hij het ambt van profeet zou kunnen leren.

 

Een schatrijke boerenzoon wordt een arme profeet

Op het moment dat Elia zijn toekomstige opvolger ontmoet, is deze bezig met het ploegen van het land van zijn vader. Die vader moet schatrijk zijn geweest, want in die tijd was je al gefortuneerd als je één span ossen bezat. Gewoonlijk werd zo’n span zelfs gedeeld door meerdere boeren. Elisa loopt als boerenzoon achter het twaalfde span. Twaalf span ossen op het land van één man, haast niet te geloven!

Wanneer Elia bij deze jonge man aankomt, werpt hij hem zijn mantel toe, een teken van profetische roeping. Elia doet alsof hij door wil lopen. Maar dan hoort hij snelle voetstappen achter zich en de roep: "Wacht! Laat mij eerst afscheid nemen van mijn vader en moeder."

Het antwoord van Elia is: "Ga maar weer terug." Maar Elisa aarzelt niet. Hij slacht de ossen waarmee hij aan het ploegen was en offert ze als een vredeoffer. Het ploeghout gebruikt hij als brandhout om het vlees te koken. Dan wordt er een groot afscheidsfeest gevierd. Alle knechten die bij hem waren, nemen deel aan deze maaltijd.

Als het feest ten einde is, maakt Elisa zich gereed en volgt zijn nieuwe meester. Of hij ook werkelijk afscheid heeft genomen van zijn vader en moeder, kunnen wij uit de tekst niet opmaken. Maar als je de tijd hebt om zo’n groot feestmaal te bereiden, dan zal hij zeker ook de tijd hebben genomen om zijn ouders in te lichten over zijn toekomstplannen.

 

Als God ons roept, kun je maar beter niet weigeren

De roeping van Elisa kunnen wij gebruiken als type van de roeping van mensen in het Nieuwe Testament. Waar in het Oude Testament Elisa de profeet Elia opvolgt, daar zien wij in het Nieuwe Testament Jezus, die Johannes de Doper opvolgt. Waar Elisa de boodschap voor zijn tijd met de dubbele kracht verkondigt, waar hij ook om had gevraagd, daar verkondigt Jezus de boodschap voor Zijn tijd met een nog grotere kracht.

Johannes de Doper werd al geroepen als profeet vóór zijn geboorte, toen zijn moeder nog niet in verwachting was. Van hem werd geprofeteerd door de profeet Maleachi: er zou een profeet komen die in de geest en de kracht van Elia zou optreden.

Als Johannes de Elia van zijn tijd was, dan was Jezus de Elisa, die met veel grotere macht en invloed Zijn boodschap verkondigde.

Wij zouden hetzelfde kunnen zeggen van de discipelen die later apostel werden. Zij deden hun werk met grote kracht en hadden veel invloed. Maar het was Paulus die hen opvolgde, en een veel groter en invloedrijker werk verrichtte. Waar de discipelen vooral werkten voor het heil van het Joodse volk, daar bracht Paulus deze boodschap naar de hele wereld.

 

De roepstem van nu

Nu zijn wij aangekomen in onze tijd. Hoe is de roeping nu te vergelijken met de evangelieboodschap die verkondigd zou worden tot aan het uiterste der aarde? Waren Luther, Calvijn, Zwingli en met hen vele anderen niet ook door God geroepen om uit de duisternis van het middeleeuws geloof een nieuw licht te laten schijnen?

Het is te betreuren dat de geweldige boodschap dat alle gelovigen behouden kunnen worden door geloof alleen, zo vaak weer is verloren geraakt. De protestantse kerken zijn door satans toedoen uiteengespat in duizenden elkaar bestrijdende geloofsgemeenschappen. Zij zijn als in een Babylonische spraakverwarring het ware evangelie kwijtgeraakt. Ze verstaan elkaar niet meer. En steeds luider klinkt de roep in hun rijen: “Terug naar de moederkerk, home to Rome.”

Ik ben ervan overtuigd dat ook in onze tijd God mensen roept. Eerst, net als bij Johannes de Doper, om de Elia-boodschap te verkondigen. Maar zoals Elisa Elia opvolgt en zijn boodschap met dubbele kracht brengt, zo zullen ook in de eindtijd mensen opstaan die deze boodschap met dubbele kracht zullen verkondigen.

Is het niet opmerkelijk dat juist ná 1840 al die internationale zendingsgenootschappen werden opgericht? Zij zorgden ervoor dat het evangelie alle volken bereikte.

 

Een oproep aan jou en mij

Ik vraag mij weleens af: kunnen wij wachten totdat wij net als de profeten door een hemelse boodschapper worden geroepen? Kunnen wij rustig blijven zitten totdat wij een ervaring meemaken als Paulus op de weg naar Damascus?

Ik zeg niet dat God dat niet zou kunnen doen, Hij is almachtig, maar ik geloof dat wij, die wandelen in het licht van Gods evangelie, dat licht helder moeten laten schijnen. Voor je het weet, gaat je lamp uit en verdwaal je in de Egyptische duisternis van deze wereld.

 

Piet Westein

 

P.S.
Ik ben benieuwd hoe het verder moet met die oude en die nieuwe profeet. Uiteindelijk zijn die zondige koning Achab en zijn spiritistische Izebel er nog steeds op gebrand om de profeten van de God van Israël uit te moorden... Spannend hoor!