29. David - Wat zoek je in Machanaïm, David? (2 Samuël 17:15-29)
Het complot tegen Absalom
Het is nu, nadat Chusai de goede raad van Achitofel heeft verijdeld, dat hij hoogverraad pleegt aan het hof van Absalom. Hij gaat naar de priesters Abjatar en Sadok, ook zij zitten in het complot, en vertelt hun welke raad hij aan Absalom heeft gegeven. David heeft nu wat tijd gewonnen om zich in veiligheid te brengen. Nu moeten er alleen nog snelle mannen gevonden worden, die als ijlboden naar David kunnen worden gestuurd om hem deze boodschap over te brengen.
Men zaagt aan de poten van je troon, Absalom!
David had er al voor gezorgd dat er een paar snelvoetige jonge mannen buiten Jeruzalem bij de waterput Rogel waren gestationeerd. Hun namen waren Jonathan en Achimaäs. Omdat zij bekend stonden als mannen van David, konden zij zich niet in de stad laten zien. De verbinding met hen werd onderhouden door een slavin. Zij bracht regelmatig informatie die Jonathan en Achimaäs vervolgens doorgaven aan koning David.
Maar er was een jonge jongen die hen daar buiten de stad zag. Hij ging met deze informatie direct naar het paleis van Absalom. Toen Jonathan en Achimaäs hem zagen wegrennen, wisten zij dat ze moesten maken dat ze wegkwamen.
In het dorp Bachurim – wat betekent: uitgezochte jongens – vonden zij een man die in zijn tuin een waterput had. Ze lieten zich in die waterput zakken. De vrouw des huizes legde een kleed over de put en strooide er graankorrels overheen. Als je ernaar keek, zag je niet dat er een put was.
Maar daar komen de soldaten van Absalom al aan. Ze vragen naar onze twee spionnen, bij naam: “Waar zijn Achimaäs en Jonathan?” De vrouw is kennelijk niet bang uitgevallen. Ze misleidt de soldaten en zegt: “Ik denk dat zij dat beekje daar zijn overgestoken.” Haastig rennen de soldaten naar de beek en beginnen daar te zoeken. Na enige tijd vruchteloos zoeken keren zij onverrichter zake terug naar Jeruzalem.
Toen de kust weer veilig was, konden de boodschappers van David uit de put klimmen en hun boodschap aan het legerkamp van hun koning brengen. Toen David en zijn soldaten hoorden dat Absalom een groot leger op de been bracht om hen te vernietigen, begonnen zij gezwind de rivier de Jordaan over te steken, buiten het bereik van Absalom en de zijnen. Zo kwamen koning David en zijn leger tenslotte in Machanaïm, twee legers.
Het einde van een briljante verrader
Toen Achitofel, de raadsheer van Absalom, zag dat zijn raad niet werd opgevolgd, besefte hij direct dat het met Absalom verkeerd zou aflopen. Hij begreep dat hij op het verkeerde paard had gewed. Hij zadelde zijn ezel en reed naar zijn huis. Daar aangekomen maakte hij zijn testament en hing zich op.
Dit is het einde van een man die een goede raad gaf in een verkeerde zaak. Hij werd een opstandeling tegen een door God aangestelde en gezalfde koning.
En het volk stroomt toe
Inmiddels stromen uit de wijde omgeving mensen naar het kamp van David. Ze komen met vrachten tarwe, gerst en linzen. Ook zien we alle soorten fruit en kaas. Nu zal het David en het volk dat hem gevolgd is aan niets meer ontbreken.
Waar wonen wij als kerk van Christus?
De stad waar David zijn toevlucht heeft gezocht heet Machanaïm, wat zoveel betekent als “stad van twee legers”. Deze plaats dankte haar naam aan Jakob. Op die plek had Jakob zijn leger in twee groepen verdeeld voordat hij zijn broer Ezau zou ontmoeten – voor wie hij doodsbang was. De ene groep bestond uit zijn bijvrouwen en hun kinderen, in de andere bevonden zich zijn vrouwen Rachel en Lea met hun kinderen.
Zo is het nu ook met David. Ook hij en zijn volk Israël zijn verdeeld in twee legers. De ene groep wordt geleid door de ware, door God aangewezen koning. Het andere leger door koning Absalom, die zichzelf deze waardigheid heeft aangemeten.
In het geval van Jakob was het Jakob tegen zijn broer Ezau. Hier zien we een vader, David, die moet strijden tegen zijn eigen zoon, Absalom.
Maar wij, in onze tijd, hebben ook gekozen voor één van de twee strijdende partijen in het universum. Aan de ene kant staan de ontelbare horden van satan. Aan de andere kant dat zielige hoopje dat nog over is van de ware kerk van Christus.
Wij moeten zelf uitmaken in welk legerkamp wij ons het meest op ons gemak voelen. Zijn dat de kerken waar men rijk en verrijkt is en aan geen ding gebrek heeft? Of is het dat kleine groepje dat niets meer van waarde heeft op deze wereld dan het geloof dat zij verlost zijn door wat God voor hen heeft gedaan, door het offer dat Hij bracht in Zijn Zoon Jezus, aan het kruis op Golgotha?
Piet Westein
P.S.
Of wij willen of niet: kiezen zullen wij. Want als wij niet bewust kiezen voor God, dan blijven wij in het kamp van de tegenstander.
Als wij naar Achitofel kijken, dan kunnen wij zien hoe dat afloopt.
Ik vraag mij af: wie van deze twee zal de oorlog winnen? Is het David, of die trotse zoon van hem, met dat grote leger?