16. Glorie en Verval - Nadab zoon van Jerobeam (1 Koningen 15:25-32)

16. Glorie en Verval - Nadab zoon van Jerobeam 
1 Koningen 15:25-32

 

Nu hij gestorven is, lijkt er een mogelijkheid voor zijn zoon Nadab om de zaak recht te zetten. In plaats van zich te bekeren, volhardt hij echter in de zonden van zijn vader. De gouden kalveren blijven, en zij krijgen zelfs gezelschap van de Baäls (mangoden) en de Astarte (godinnen) uit de omringende volken. Dit zijn de afschuwelijke vruchtbaarheidsgoden waar wij nog vaak mee te maken zullen krijgen in onze verdere studie van de koningen van Israël en Juda.

 

De samenzwering van Basa

Koning Nadab regeert, in tegenstelling tot zijn vader Jerobeam, slechts twee jaar. Wanneer hij een leger op de been heeft gebracht om tegen de Filistijnen te strijden en de stad Gibeton belegert, komt hij aan zijn einde. Basa, de zoon van Achia, iemand uit de stam van Issaschar, smeedt een samenzwering tegen hem. Deze samenzwering slaagt, en men pleegt een moordaanslag op koning Nadab.

Maar daarmee is de zaak nog niet afgerond. De familie van Jerobeam was omvangrijk. Er waren vele mannen die aanspraak konden maken op de troon. Basa wist dat maar al te goed. Daarom overspoelt een golf van bloed het huis van Jerobeam. Alle nakomelingen en verwanten van Jerobeam worden uitgeroeid. Dit was in die tijd de gebruikelijke methode bij de heidense volken wanneer er van koning gewisseld werd. En nu leren ook de afvallige tien stammen deze afschuwelijke praktijk overnemen.

 

Het einde van het huis van Jerobeam

Hiermee eindigt de zeer korte dynastie van het huis van Jerobeam. Waar het huis van David bijna vijfhonderd jaar zal regeren, is dat van Jerobeam met slechts twee koningen al ten einde.

Maar dat betekent niet dat God Zich niet meer met hen bemoeit. Integendeel, zoals wij zullen zien, stuurt Hij vele van Zijn profeten naar hen toe om hen te waarschuwen en op te roepen tot bekering. Het succes is wisselend. Zelfs wanneer het volk luistert, blijven die gouden kalveren in de tempels staan en worden zij nog steeds vereerd.

 

Kunnen wij van deze gruweldaad iets leren?

Om het bijbelse idee van collectieve verantwoordelijkheid te begrijpen, kunnen we het voorbeeld van Achan nemen. Tijdens de val van Jericho neemt Achan voorwerpen weg die onder de banvloek lagen. Daarmee overtreedt hij een uitdrukkelijk bevel van God, en brengt zonde over heel Israël. Het gevolg is dat het volk zelfs het kleine stadje Ai niet kan veroveren.

Wanneer uiteindelijk blijkt dat Achan de oorzaak is, wordt niet alleen hijzelf, maar ook zijn hele familie gestraft. De kinderen wisten van zijn zonde en deden niets om het te stoppen. In de bijbelse logica maakt hen dat mede schuldig.

Voor ons, in het Westen, is dat moeilijk te begrijpen. “Wat kan ik eraan doen als een familielid zondigt?”, redeneren wij. Maar in het Midden-Oosten is dit denken nog springlevend. Misschien begrijpen wij het beter in tijden van oorlog, wanneer bijvoorbeeld alle Duitsers als slecht worden bestempeld en alle Nederlanders als goed.

 

Het 'in Christus'-motief

Dit brengt ons bij het offer van de Messias. Jezus stierf voor ons, omdat Hij lid werd van ons menselijke ras. Zo werd Hij mede verantwoordelijk voor de zonden van al Zijn broeders en zusters. Omdat Hij de Schepper is van alle mensen die uit Adam geboren zijn, rustte op Hem ook de verantwoordelijkheid voor al hun daden.

Jezus heeft die verantwoordelijkheid op Zich genomen en in één daad alle zonden van al Zijn schepselen op Zich geladen. Daarom zijn wij allen, in Hem, gestorven aan die eeuwige dood die Adam en Eva over ons gebracht hebben. De eis van de wet, "De ziel die zondigt, die zal sterven", is daarmee voldaan.

Maar daar stopt het niet. Als wij allen in Christus gestorven zijn, dan zijn wij ook in Hem opgestaan. Het eeuwige leven is reeds in Hem beschikbaar voor ons.

 

Waarom worden dan toch mensen verloren?

Ja, zult u zeggen, er gaan toch ook mensen verloren? Dat is het meest pijnlijke punt voor God, die in Christus alle zonden vergaf. Waarom accepteren zo weinig mensen het evangelie dat Hij, in Zijn Zoon, aanbiedt?

Waarom zouden wij de dood kiezen, terwijl God ons het leven aanbiedt, om niet?

Dit blijft een mysterie. Toen Jezus uitriep: "Hoe vaak heb Ik u willen verzamelen zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels, maar gij hebt niet gewild", ligt daar de pijn van een afgewezen liefde.

 

Onze opdracht aan het einde van de tijden

Wij, die leven aan het einde van de eeuwen, kort voor de wederkomst, hebben de opdracht gekregen om die oproep opnieuw te laten horen. Er is nog tijd. Mensen kunnen nog luisteren naar Zijn roepstem en zich bekeren.

Verwacht niet dat deze boodschap populairder zal zijn dan in de dagen van Jezus. Toen luisterden zij niet naar de Schepper Zelf. Ook nu zullen velen niet willen luisteren. Maar dat ontslaat ons niet van onze roeping om het evangelie te verkondigen, ook als wij daarvoor worden uitgelachen.

 

Piet Westein

P.S. Als u vindt dat ik het “in Christus zijn” in dit stukje niet diep genoeg heb uitgewerkt, dan hebt u gelijk. Dit onderwerp zal ons vermoedelijk zelfs in de eeuwigheid blijven bezighouden. Vergeef mij dat ik er hier tekort in schiet. Misschien kunnen we hier samen een begin maken.NADAB ZOON VAN JEROBEAM. 1KON. 15:25-32.
16.