13. Glorie en Verval - Luister naar God, Profeet (1 Koningen 13:7-34)

13. Glorie en Verval - Luister naar God, Profeet 

1 Koningen 13:7-34

 

De uitnodiging van de koning

Nadat de profeet uit Juda de arm van koning Jerobeam had genezen, vroeg de koning hem om met hem mee te gaan naar zijn paleis om een feestmaal te houden. Jerobeam wilde hem zelfs overladen met geschenken.

Het antwoord van de profeet was afwijzend:

"Al gaf u mij de helft van uw koninkrijk, o koning, ik zou niet met u meegaan om bij u te eten."

God had hem namelijk vóór zijn reis naar het noorden verboden om daar een maaltijd te houden of zelfs maar water te drinken.

 

Je kan toch wel even rusten?

Onze profeet houdt zich letterlijk aan de bevelen van zijn Opdrachtgever. Totdat hij, terwijl hij op weg is naar huis, een mooie, schaduwrijke eik ziet staan. Daar er niets in het gebod van God werd gezegd over rusten onder een eik, vleit hij zich daar neer.

Pas nu op, profeet, je bent op het gebied van de vijand,  satan rust nooit uit!

In Bethel woonde een oude profeet, die, nadat hij van zijn zonen hoorde wat de profeet uit Juda bij het altaar van het gouden kalf had gedaan, meteen in actie kwam. Hij liet zijn ezel zadelen en ging de profeet achterna. Hij haalde hem in, precies terwijl deze genoot van de schaduw onder zijn bladerrijke boom.

 

Een leugenprofeet?

Deze oude profeet vertelt aan zijn ambtgenoot dat God zich heeft bedacht. Hij zegt dat hij bezoek heeft gehad van een engel, gezonden door God, die hem zou hebben bevolen de profeet uit Juda mee terug te nemen naar Bethel om bij hem een maaltijd te gebruiken.

Wat doe je als een collega-profeet je uitnodigt in de Naam van de God die je beiden dient?

Onze profeet vertrouwt een mens boven de God die hem zelf geroepen had. Hij gaat mee naar Bethel en gebruikt de maaltijd, tegen het duidelijke bevel van God in.

 

Het oordeel van God

Terwijl de profeet nog aan tafel zit, komt het woord van God tot de oude profeet. Deze roept:

"Omdat je opstandig bent geweest tegen je Opdrachtgever, zal je lichaam niet worden begraven in het graf van je vaderen."

Na de maaltijd zadelt men de ezel van de profeet, en hij gaat op weg naar huis. Maar hij komt niet ver. Een leeuw treedt hem tegemoet, trekt hem van zijn ezel en doodt hem. Opmerkelijk is dat de leeuw de ezel niet aanraakt en het lichaam niet opeet. Hij blijft gewoon bij het dode lichaam op de weg staan.

 

Een les voor het profetisch volk

Als hier voor ons, als profetisch volk, geen les voor deze tijd in ligt, dan zouden wij dit verhaal misschien slechts zien als een vreemde anekdote uit het verleden. Maar dan missen we mogelijk een ernstige waarschuwing.

 

Waar mag het profetisch volk eten en rusten?

Dat wij een profetisch volk zijn, is duidelijk. Wij verkondigen immers dat er nog onvervulde profetieën zijn, en dat de komst van Jezus op de wolken aanstaande is. De opdracht van God aan Zijn volk is om die boodschap luid en duidelijk te verkondigen — aan ieder die het horen wil.

De opdracht die Jezus bij Zijn heengaan gaf was dringend:

"Gaat dan heen, onderwijs alle volken..."

Nergens staat dat wij af en toe een rustpauze kunnen inlassen,  buiten de sabbat. En zelfs die heilige dag is bedoeld voor actieve rust: een dag van lofprijzing en getuigenis.

 

Oude en jonge profeten

De leugenprofeet wordt "oud" genoemd, wat ons doet denken aan een oude kerk, één die al vele eeuwen bestaat. De profeet uit Juda is wellicht jong,  een beeld van een nieuwere beweging, geroepen om een boodschap voor deze tijd te brengen.

Maar laten wij niet alleen naar anderen wijzen. Het is gemakkelijk om andere kerken te beschuldigen van luiheid of compromis. Maar hoe zit het met onszelf? Hoe zit het met onze eigen kerk?

 

De kerk van Rome... de protestanten... en wij?

Is het nu zo dat wij de kerk van Rome kunnen zien als een type van de leugenprofeet? Het is tenslotte een oude kerk, vol beelden, die bovendien de wet van God heeft aangepast. En zijn wij, als protestanten, die jonge kerk die een zuivere boodschap moet brengen?

Maar ook binnen de protestantse kerken is het protest grotendeels verstomd. En dan moeten wij ons afvragen: hoe actief zijn wij nog, als kerk? Wij hebben een duidelijke opdracht van God ontvangen. En toch... zijn wij niet allemaal moe geworden?

 

De slaap van de tien meisjes

Was het niet zo dat alle tien de meisjes in de gelijkenis van Jezus sliepen toen de bruidegom kwam?
Wie zal er in de eindtijd wakker zijn om die luide roep te laten horen:

"De Bruidegom komt, gaat uit Hem tegemoet!"

De profetie is duidelijk: er zal een groep zijn die niet slaapt, maar waakt. Zij zullen de tekenen van Zijn komst herkennen en juist interpreteren.

 

Geestelijke slaap is dodelijk

Het gaat hier niet om letterlijke slaap, maar om geestelijke. Wij zien onszelf als christenen, maar hebben wij het vuur nog in ons om met kracht de boodschap van het evangelie en de spoedige wederkomst te verkondigen?

Zouden wij liever de brandstapel trotseren dan een dag niet van Hem te getuigen?

Vergeet niet: het was een brullende leeuw,  satan,  die deze profeet verslond.

Laten wij daarom waken, opdat de leeuw ons niet verslindt!

 

Piet Westein

 

 

P.S. 

Trek u niets aan van deze vermaningen. Ze zijn alleen bedoeld voor hen die in slaap zijn gevallen. Daar horen wij toch niet bij?