Studie over de doop in vijf delen in één document
Deel 1: Inleiding
Deel 2: Veel water in de bijbel, Ark van Noach, doortocht door de rode zee, profetie in Zacharia
Deel 3: Priesters en Koningen, Koperen wasvat, Pilippus en de kamerheer, Lydia de purperverkoopster
Deel 4: Johannes de doper, Jezus wordt gedoopt, Doop of besnijdenis
Deel 5: Doop is een verbond met God, Doop volgt op geloof, Onderdompeling, watergraf, Conclusie en bemoediging
01. Gedoopt in Waarheid
De volwassendoop als Bijbelse keuze na bekering
Inleiding
In de kerk waar ik als kind kwam, was de doop van baby’s een belevenis. In die zin: er gebeurde eindelijk eens wat in de kerk. Dat de dienst dan ook langer duurde, nam ik voor lief. Al die keurig geklede ouders met een baby in een lange, witte doopjurk, dat vond ik prachtig. De baby’s bedoel ik dan. Het geheel was een plechtige gebeurtenis, waar we met eerbied naar keken. De sfeer was, zoals altijd, zwaar en beladen. Iets van vrolijkheid of blijdschap, dat kenden we niet in de kerk.
De kinderdoop, of zoals ik nu zou zeggen: besprenkeling, hoorde er gewoon bij. Dat deed je, daar werd niet over nagedacht. Of je het als ouder wel wilde, speelde geen rol. Als ouders moest je weer een belofte doen waarvan je bij voorbaat wist dat je die niet zou kunnen nakomen. Inmiddels heb ik wat meer Bijbelkennis, en ik weet nu dat de kinderdoop niet Bijbels is. Voel je je nekharen overeind gaan staan? Blijf vooral lezen.
In de Bijbel zien we verschillende rituelen: offers brengen, feesten vieren, besnijdenis en de doop. Al deze dingen zijn eigenlijk voorlopers of schaduwen van het offer van Jezus.
Het Pesachlam stond voor Jezus, die zich als het ware Lam van God zou geven om onze zonden weg te nemen.
De besnijdenis liet zien dat God het oude, zondige in ons wil wegnemen en ons hart wil veranderen.
De doop betekent dat je met Jezus sterft aan je oude leven en opstaat tot een nieuw leven met Hem.
De tabernakel was een tent waarin God dichtbij Zijn volk woonde, en dat laat zien dat Jezus Zelf bij ons wil zijn.
Alle rituelen in het Oude (of Eerste) Testament waren tekenen die Jezus in de toekomst zou vervullen. In Hem worden deze symbolen werkelijkheid en krijgen ze een diepere, geestelijke betekenis.
De doop is een symbolisch beeld van Jezus aan het kruis: sterven aan het oude leven (zoals Jezus stierf), begraven worden (onder water), en weer opstaan tot een nieuw leven (zoals Jezus is opgestaan). In deze studie serie neem ik je mee op reis door de Bijbel.
In deel 02 van deze serie kijken we naar plaatsen in de Bijbel waar veel water was.
Greetje Jansen
02. Gedoopt in Waarheid
De volwassendoop als Bijbelse keuze na bekering
Veel water nodig voor de doop
In de Bijbel wordt er veel water gebruikt bij de doop of bij rituelen die een schaduwbeeld zijn van de doop. In dit deel van de studie kijken we naar plaatsen in de Bijbel waar veel water was.
De aarde in het watergraf
Ga met me mee naar Genesis 1:1 dan zien we de aarde. Nou ja, "zien"... Het is donker, er is geen licht. Maar in gedachten “zien” we de aarde: een bol water. Misschien hier en daar wat zand of bergen, zand en stenen. Zelf denk ik dat het een waterbol was, omdat de Bijbel zegt in
Genesis 1:2: “De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag op de vloed; en de Geest van God zweefde boven het water.”
Het lijkt erop dat de aarde dood is, begraven in haar watergraf. Dan komt God naar de aarde… en vervolgens “ziet” de aarde licht. God maakt scheiding tussen licht en duisternis. Als Gods Geest in ons werkt, zien wij ook het verschil tussen licht en duisternis.
We lezen verder in Genesis: de aarde komt uit haar watergraf, ze wordt zichtbaar en haar vruchten worden ook zichtbaar. De aarde brengt zaaddragend gewas en vruchtdragend gewas voort. Zoals wij mensen: als wij ons naar God wenden, brengen we geestelijke vrucht voort.
De ark van Noach
In Noachs tijd was het niet veel beter dan in het begin. Er was opnieuw chaos. In Genesis 6:5 staat: “De HEERE zag dat de slechtheid van de mens op de aarde groot was, en dat de gedachtespinsels van zijn hart elke dag alleen maar slecht waren.”
Een andere soort chaos dan in het begin, maar ook deze mensen brachten geen goede vruchten voort. Jezus zegt in Matteüs 15:19: “Want uit het hart komen voort: kwaadaardige overwegingen, moord, overspel, ontucht, diefstal, valse getuigenissen, lasteringen.”
Weer reinigt God de aarde met water (Gen. 6-9), waarop een nieuw begin volgt. Genesis 9:13: “...die zal dienen als teken van het verbond tussen Mij en de aarde.”
De zondvloed was een doop van de schepping zelf. Na de doop kwam de aarde tot nieuw leven. Ook Petrus verbindt dit met de doop:
1 Petrus 3:20-21: “Ook het water dat toen de wereld overspoelde, symboliseert de doop die u nu redt… door de opstanding van Jezus Christus.”
De doop staat voor oordeel én redding: sterven aan het oude, opstaan tot nieuw leven.
In de ark van Noach zien we een beeld van redding door Jezus. Noach bouwt de ark volgens de blauwdruk van God. Hij werkt in opdracht van God. De ark had maar één deur. Jezus zegt van zichzelf dat Hij de deur is (Joh. 10:9). Als we door die deur naar binnen gaan, zijn we behouden. Blijven we buiten, dan wacht ons de dood.
De doortocht door de Rode Zee: een type van de doop
Het volk Israël, en “…een grote groep van allerlei soort volk…” (Ex. 12:38) trok uit de slavernij van Egypte naar de vrijheid. Mozes leidde het volk door muren van water naar de overkant:
Ex. 14:22: “Toen gingen de Israëlieten midden in de zee op het droge; het water was hun als een muur aan hun rechter- en linkerzijde.”
Ook Paulus bevestigt dit:
1 Kor. 10:1-2: “…zij zijn allen in Mozes gedoopt in de wolk en in de zee.”
De wolk als Geest van God, het water als beeld van het bloed van Jezus.
Een profetie die nog niet vervuld is
Zacharia profeteert in hoofdstuk 13 vers 1 over de toekomst:
“Te dien dage zal er een fontein geopend zijn voor het huis van David en voor de inwoners van Jeruzalem, tegen de zonde en tegen de onreinheid.”
“Te dien dage…” verwijst naar de tijd dat Jezus terugkomt. In Zacharia 12:10 staat: “Zij zullen Mij aanschouwen, Die zij doorstoken hebben...” Israël zal Jezus herkennen. Zij zullen spijt krijgen van hun daden.
Dan komt de fontein in beeld: om zich te wassen en rein tot God te naderen. Zacharia verbindt dit met het verwijderen van afgoden en leugenprofeten (Zach. 13:2-3).
In deze profetie zien we eerst de schuldbelijdenis: het besef en berouw van zonden. Daarna volgt een reiniging met veel water om tot God te komen.
Conclusie
De Bijbel laat zien dat er voor reiniging veel water nodig is. Eerst leert God ons het verschil tussen licht en duisternis. Vervolgens worden we door de doop verlost uit slavernij, en daarna kunnen we naderen tot God.
In het volgende deel gaan we verder en kijken we naar het koperen wasvat in de tempel, Lydia de purperverkoopster en de cipier.
Greetje Jansen
03. Gedoopt in Waarheid
De volwassendoop als Bijbelse keuze na bekering
In deel 1 hebben we iets gezien van de rituelen die er waren in de de bijbel. Die rituelen zagen op Jezus. In deel 2 hebben we gezien dat er veel water nodig is voor de doop. In dit deel gaan we verder. Ik neem je mee naar de tempel. We stappen het voorhof in, wat waarschijnlijk 50 bij 100 meter was, dat is een flinke ruimte. In het voorhof stond het koperen wasvat, daar moesten de priesters zich wassen.
Priesters en koningen
Waarom als priesters? Omdat wij die Jezus aangenomen hebben, volgens 1 Petrus 2:5, levende stenen zijn, gebouwd tot een geestelijk huis, een heilig priesterschap, om geestelijke offers te brengen. In Openbaring 1:5-6 staat dat Jezus, ons gemaakt heeft tot koningen en priesters voor Zijn God en Vader.
De schapen (offerdieren) in de tuin van de buurman, kunnen we met rustlaten. Die hoeven wij niet meer op het altaar te leggen. Het offer is eenmaal en voor altijd gebracht door Jezus. Wij zijn geroepen tot een koningklijk priesterschap. In Openbaring 1:5:6 staat dat Jezus ons gemaakt heeft tot koningen en priesters. Wat moest een priester doen voordat hij in de tempel ging dienstdoen? Zich reinigen. Dat was niet alleen even je handen wassen in het kader van hygiene, dat was was een reiniging door onderdompeling. Daarvoor gebruikten ze het koperen wasvat.
Een koperen zee
Het wasvat in de tempel was heel groot. Het werd ook wel “een koperen zee” genoemd volgens 1 Koningen 7:23-26, of een “zee van gegoten brons” volgens 2 Kronieken 4:2-5. Het wasvat kon waarschijnlijk 44.000-66.000 liter wat bevatten. Het het had een diameter van ongeveer 4,5–5 meter, hoogte was ongeveer 2,2–2,3 meter en de omtrek ongeveer 13,5 meter. De wand was tussen de 7 en 10 cm. Dat is een flink zwembad, als je die in de tuin hebt. We begrijpen, als het alleen handen en voeten wassen zou zijn, dan hadden de priesters “de koperen zee” niet nodig.
Volgorde letterlijk en geestelijk
Het koperen wasvat stond tussen het brandofferaltaar en de ingang van het heiligdom. Eerst brachten de priester het offer, dan deden ze de reiniging en daarna konden ze door naar het heiligdom. In de bijbel is het altaar een plaats van openbare ontmoeting met God, een plaats van verzoening. Abraham bouwt een altaar en daar ontmoet hij God (Gen. 12:7-8).
In Romeinen 12:1 staat “Ik roep u ertoe op [...] om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer [...]”
Als wij tijd aan God besteden, aan bidden, bijbelstudie, evangeliseren en wat meer, dan geven we geestelijke offers. Jesaja 50:4 “Elke ochtend wekt Hij mijn oor om aandachtig te luisteren...” en ook Marta wordt in (Lukas 10:41) verteld dat ze zich niet te druk maakt over veel dingen. We moeten net als Maria “…het goede deel kiezen…” (vers 42). Paulus zegt dat de dagen vol kwaad zijn en dat we er op moeten letten dat we tijd aan God besteden. (Ef. 5:15-16)
Eerst geloven, dan dopen
Pilippus en de kamerheer
De kamerling had een boekrol van de profeet Jesaja. Een boekrol in die tijd was alleen voor mensen met geld. Hij had er dus veel geld voor over gehad om deze te bemachtigen. Even wil ik je erop wijzen dat deze man geen Jood was, geen Israëliet, maar een gelovige uit de heidenen.
De kamerling las hardop: "Hij werd verdrukt, maar Hij onderwierp Zich en deed Zijn mond niet open; zoals een lam dat naar de slachting geleid wordt..." (Hand. 8:32-33, verwijzend naar Jes. 53:7-8). Mijn eerste gedachte was: hoe wist de kamerling van de doop? Het is duidelijk dat óf Filippus hem een goede bijbelstudie heeft gegeven, óf hij heeft het gehoord in de tijd dat hij in Jeruzalem was geweest.
In ieder geval was het deze bekeerling duidelijk dat hij wilde gehoorzamen aan God door gedoopt te worden. Hij vraagt dan ook (Hand.8:36) “… wat verhindert mij gedoopt te worden?” Het antwoord was (vers 37): “… Als u met heel uw hart gelooft, is het geoorloofd.” Niet meer, niet minder. Eerst geloof, dan de doop.
Nu wil ik weten of het veel of weinig water was. Wat staat er in de Bijbel?
(vers 38) “… en zij daalden beiden af in het water …”
(vers 39) “En toen zij uit het water opgekomen waren ...”
Als de kamerling alleen besprenkeld zou worden, dan hoefde deze beste man niet af te dalen het water in. Dat kon Filippus ook wel doen met een handje vol water. Ook hoefden ze dan niet uit het water op te komen. Aan de rand van het water staan, hooguit met hun voeten erin, is dan wel genoeg. Dus we mogen aannemen dat er veel water was.
Deze zin wil ik nog even toevoegen, denkend aan de inleiding (vers 39): “… hij vervolgde zijn weg met blijdschap.”
Lydia en de cipier met hun huis
In Handelingen 16 lezen we over Lydia en de cipier. Beide komen ze tot geloof en worden gedoopt. Lydia een purpurverkoopster die God diende. Zij luisterde naar het evangelie van Paulus en liet zich dopen met haar huisgenoten. Wat een evangelist hè die Paulus.
De gevangenbewaarder vroeg wat moet ik doen om zalig te worden? We weten nu het antwoord. Paulus zegt in vers 30: “Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden, u en uw huisgenoten.” Nu lijkt het of door één mens zijn hele “huis” zalig wordt, even verder lezen. (32) “En zij spraken het Woord van de Heere tot hem en tot allen die in zijn huis waren.” (33) “…, en hij werd onmiddellijk gedoopt, en al de zijnen.
En natuurlijk weer een geweldige afsluiting (34): “En hij verheugde zich dat hij met al zijn huisgenoten tot geloof in God gekomen was.”
Lydia en de cipier zijn ze met hun huis tot geloof gekomen. Wie zijn dan die mensen, met hun huis? Als er in de Bijbel over een “huis” gesproken wordt, kan dat een heel groot huishouden zijn, met meerdere generaties, misschien zelfs met bedienden. Het gaat om het geloof dat het hele gezin raakt, dat invloed heeft op iedereen die er woont Hier lezen we dat zowel het huishouden van Lydia en de cipier zich na bijbelstudie tot geloof gekomen zijn en zich laten dopen. Paulus vroeg geen handtekening en Filippus had geen formulier bij zich. Ze vroegen om geloof, dat was en is genoeg.
Voor de lezers die denken: “Dopen betekent toch niet dat je behouden bent?” Klopt, behoud komt altijd voort uit een oprechte bekering.
Greetje Jansen
04. Gedoopt in Waarheid
De volwassendoop als Bijbelse keuze na bekering
In de vorige delen hebben we gezien dat er veel water nodig is voor de doop en water dat het water een krachtig beeld is in de bijbel van reiniging. Denk onder andere aan de zondvloed en de profetie van de fontein. We hebben de rituelen van de priesters in de tempel gezien met koperen wasvat. We weten nu dat wij in het nieuwe verbond zijn als priesters hier op aarde. Daarna hebben we gelezen dat de mensen die gedoopt werden, eerst tot geloof gekomen zijn.
In dit deel gaan we verder, we gaan op zoek naar Johannes de doper die Jezus doopte. We kijken naar de doop in plaats van de besnijdenis en de uitstorting van de Heilige Geest.
Johannes de Doper doopte in diep water
Johannes de Doper stond niet met een waskom mensen te besprenkelen. Nee, hij doopte in de Jordaan, een rivier, en dus diep en stromend water. In Jozua 3:15 lezen we dat de Jordaan in de oogsttijd buiten zijn oevers trad, dus het was geen beekje of modderplas, maar een serieuze rivier. Ook Naäman daalde af in de Jordaan en waste zich zeven keer door onderdompeling (2 Koningen 5:14). Dat bevestigt dat onderdompeling in deze rivier goed mogelijk was en de norm vormde.
Johannes was er maar druk mee. In Mattheüs 3:5 staat:
“Toen liep Jeruzalem, heel Judea en de hele omgeving van de Jordaan naar hem uit.”
Dat zijn grote aantallen mensen! En waar deed hij dit? In het openbaar, in de Jordaan, zichtbaar voor iedereen. In Lukas 3:2 lezen we dat het woord van God kwam tot Johannes in de woestijn. Zoals Noach gehoorzaam begon te bouwen aan de ark, begon Johannes te dopen. Hij handelde niet op eigen initiatief, maar op goddelijke opdracht. En iedereen die langskwam kon het zien en horen.
In Mattheüs 3:6 staat:
“… en zij werden door hem in de Jordaan gedoopt, terwijl zij hun zonden beleden.”
Opnieuw zien we hier het patroon: eerst belijdenis van zonden, bekering en geloof, en daarna de doop.
De doop van Jezus
Mattheüs 3:13-17 vertelt hoe Jezus naar Johannes kwam om gedoopt te worden. Niet omdat Hij zondig was, maar om de wet te vervullen. Hij daalt in het water, stijgt weer op en de hemel opent zich. De Heilige Geest daalt neer als een duif. Dit laat zien dat de doop Gods zegel draagt en een nieuw begin markeert.
Johannes wilde Jezus weerhouden van de doop maar Jezus zegt:
“Laat het nu gebeuren, want op deze wijze past het ons alle gerechtigheid te vervullen.” Jezus laat hier zien dat hij alles doet wat God van ons verlangt. Hij vervult hierin de schaduwen van het oude- of eerste testament. Let op dit stukje van deze tekst: “…past het ons…” Jezus heeft het hier niet alleen over zichzelf, maar ook over Johannes. Letterlijk staat er: "…want zo is het passend voor ons..."
Jezus zegt; het is juist, het hoort zo. Samen vervullen ze de gerechtigheid, “…alles wat God als juist beschouwt.”
De doop is niet in de plaats van de besnijdenis
Soms wordt beweerd dat de doop de besnijdenis van het oude verbond heeft vervangen. Maar als dat werkelijk zo zou zijn, dan zouden baby’s op de achtste dag besprenkeld moeten worden, net zoals jongetjes besneden werden. Toch lezen we nergens in de Bijbel dat baby’s worden besprenkeld ter vervanging van de besnijdenis.
De besnijdenis was het teken van het verbond met Abraham. Het was lichamelijk, blijvend, en gold voor elke mannelijke nakomeling van Israël. De doop daarentegen is een getuigenis van persoonlijk geloof in Jezus. Het is geestelijk van aard, en vrijwillig, een keuze die iemand bewust maakt uit geloof en bekering.
Hierover valt nog veel meer te zeggen, maar de kern is volgens mij duidelijk: de doop is geen voortzetting of vervanging van de besnijdenis, maar een geheel nieuw teken van een nieuw verbond.
Kolossenzen 2:11-13
11 In Hem bent u ook besneden met een besnijdenis die niet met handen plaatsvindt, door het uittrekken van het lichaam van de zonden van het vlees, in de besnijdenis van Christus.
12 U bent immers met Hem begraven in de doop. In Hem bent u ook met Hem opgewekt door het geloof van de werking van God, Die Hem uit de doden heeft opgewekt.
13 En Hij heeft u, toen u dood was in de overtredingen en het onbesneden zijn van uw vlees, samen met Hem levend gemaakt, door u al uw overtredingen te vergeven
Geen besnijdenis met handen, maar van het hart. In Deut. 30:6 spreekt Mozes al van een besnijdenis van het hart. Geen ritueel zoals de offers in de tempel, maar een innerlijke besnijdenis. Het oude afleggen en opstaan tot een nieuw leven in Christus.
Na bekering en doop de uitstorting van de Heilige Geest?
Het is niet altijd zo dat de Heilige Geest direct na de doop ontvangen wordt. De volgorde verschilt in de Bijbel.
Neem bijvoorbeeld de Samaritanen in Handelingen 8. Zij geloofden en werden gedoopt, maar ontvingen de Heilige Geest pas later, nadat de apostelen hen de handen hadden opgelegd. In Handelingen 10, bij Cornelius en zijn huis, komt de Heilige Geest eerst over hen, nog vóór de doop in water. En in Handelingen 19 vraagt Paulus: “Hebt u de Heilige Geest ontvangen nadat u tot geloof gekomen bent?”
We zien dus dat de volgorde kan verschillen. Soms komt de Heilige Geest vóór de doop, soms erna, en soms pas na handoplegging of gebed. Het belangrijkste is geloof in Jeshua, en een hart dat Hem wil volgen. Toch blijkt uit deze voorbeelden ook dat er soms meer nodig is om de Heilige Geest te ontvangen: handoplegging, gebed, onderwijs vanuit de Schrift.
De belofte is er echter wél. Paulus (Petrus in Handelingen 2) zegt:
“Bekeer u, en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jeshua Messias, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.” (Handelingen 2:38)
Die volgorde, bekering, doop, vervulling met de Geest, is een norm, maar geen vaste wet. God is soeverein, en Hij werkt in mensenlevens op de manier die Hij nodig acht.
Greetje Jansen
05. Gedoopt in Waarheid
De volwassendoop als Bijbelse keuze na bekering
We gaan deze serie afsluiten. We hebben veel gelezen over de doop in de bijbel met veel water en wat Jezus deed. In dit deel geven we aandacht aan het verbond met God en dat de doop volgt op geloof.
De doop is een verbond met God
In Genesis 9 staat dat de regenboog is ook een teken van het verbond. Na de doop/reinging (zondvloed) van de aarde, gaf God de regenboog als teken van het verbond met alle levende wezens die op aarde zijn.
Een klein uitstapje naar het eerste- of oudetestament. In Jeremia 31 zegt God:
“Zie, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten…”
Gelovigen uit de volken worden ingeënt op de edele olijfboom (Israël) (Romeinen 11).
De doop volgt op geloof
In de Bijbel gaat de doop altijd vooraf door geloof. Het is een persoonlijke en bewuste keuze om Jezus te volgen. Een baby of jong kind kan die keuze nog niet maken. Daarom past de kinderdoop niet in het Bijbelse patroon dat we steeds opnieuw terugzien.
In het boek Handelingen zien we een helder verloop: mensen horen het evangelie, komen tot geloof, en worden vervolgens gedoopt.
In Handelingen 2:41 lezen we: “Zij nu die zijn woord met vreugde aannamen, werden gedoopt.”
In Handelingen 8:36-38 vraagt de kamerling: “Wat verhindert mij gedoopt te worden?” En Filippus zegt: “Als u met heel uw hart gelooft, is het geoorloofd.”
In Handelingen 16:31-33 wordt de stokbewaarder eerst onderwezen, dan gelooft hij met zijn hele huis, en daarna worden zij allen gedoopt.
De doop is geen religieus ritueel zonder inhoud, maar een krachtig teken van een nieuw leven. Je sterft aan je oude, zondige mens, en staat op in een nieuw leven met Christus (Romeinen 6:3-4).
Onderdompeling, geen besprenkeling
De Bijbel spreekt nergens over besprenkeling of kinderdoop. In alle voorbeelden van de doop in het boek Handelingen gaat het om mensen die eerst persoonlijk tot geloof komen en dan bewust kiezen om Jezus te volgen.
Het Griekse woord dat in het Nieuwe Testament voor 'dopen' gebruikt wordt, is baptizō. Dit betekent letterlijk: onderdompelen, helemaal onder water gaan. Het beeld van de doop is ook dat van sterven met Christus, begraven worden in het watergraf, en opstaan in een nieuw leven, iets wat alleen zichtbaar en betekenisvol is bij een volledige onderdompeling (zie Romeinen 6:3-4).
Zelfs in Handelingen 10:47-48, waar het evangelie voor het eerst de heidenen bereikt, lezen we dat Petrus zegt:
“Kan iemand het water weren, zodat dezen niet gedoopt zouden worden, die evenals wij de Heilige Geest ontvangen hebben?” En hij beval dat zij gedoopt zouden worden in de Naam van Jeshua Messias.
Het watergraf en opstaan met Jezus
Markus 16:16 zegt: "Wie gelooft en gedoopt wordt, zal zalig worden; maar wie niet gelooft, zal verdoemd worden." Geloof komt eerst, dan de doop. Let op, er staat niet dat als je niet gedoopt bent, niet gered kan zijn.
1 Petrus 3:20-21 vergelijkt de redding door de ark met de doop die ons redt.
Romeinen 6:3-4 zegt: "Allen die in Christus Jezus gedoopt zijn, zijn in zijn dood gedoopt. Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat wij ook in een nieuw leven zouden wandelen."
Conclusie en bemoediging
In deze studie heb ik de doop in bijbels licht bekeken. Het lijkt mij heel duidelijk. Geloof en doop horen onlosmakelijk bij aan elkaar. Als we Jezus willen volgen dan is de keuze voor de doop ook voor de handliggend. Gewoon, omdat God het van ons vraagt. Een ieder moet deze keuze voor zichzelf maken, niet omdat anderen het van jou verwachten.
Het wordt niet gemakkelijker als je gedoopt bent. De tegenstander weet: je hebt je verbonden aan de wil van God. Je hebt gedaan wat Hij van je vroeg en juist dat maakt je een doelwit. Hij kan je het vuur aan de schenen leggen.
Petrus zegt:
“Als u smaad lijdt om de Naam van Christus, bent u zalig, want de Geest van de heerlijkheid en van God rust op u.” (1 Petrus 4:14)
Nee, het lijden zelf is niet prettig. Niemand zegt dat het makkelijk is.
Maar weet je wat het wel is? Dragelijk, omdat het bewijst dat je aan Hem toebehoort.
God Zelf zegt: “Roep Mij aan in de dag van benauwdheid; Ik zal u eruit helpen, en u zult Mij eren.” (Psalm 50:15)
Let op dat woordje: “Ik zal.”
Niet: misschien.
Niet: als Ik tijd heb.
Maar: “Ik zal.”
Blijf dus dicht bij Hem.
Wees niet verbaasd als de storm opsteekt na de doop.
Het is een teken dat je de goede kant opgaat.
Hij is met je. Altijd.
Greetje Jansen